Inhoud
Hoofdstuk 1 het verzekerdenbegrip............................................................................................3
1.1 privaatrechtelijke en publiekrechtelijke dienstbetrekking..................................................3
1.2 gelijkgestelde verhoudingen.............................................................................................3
1.3 uitgesloten verhoudingen..................................................................................................3
Hoofdstuk 2: werkeloosheid: recht op WW..................................................................................4
2.1 werknemer.........................................................................................................................4
2.2 werkeloosheid....................................................................................................................4
2.3 referte-eis..........................................................................................................................5
2.4 uitsluitingsgronden............................................................................................................5
Hoofdstuk 3: werkeloosheid: geldend maken van het recht op WW............................................5
3.1 verwijtbaarheid.............................................................................................................5
3.2 passende arbeid............................................................................................................5
3.3 benadelingshandeling...................................................................................................6
3.4 sancties.........................................................................................................................6
3.5 hoogte en duur van de uitkering...................................................................................7
Hoofdstuk 4: Ziekte.....................................................................................................................7
4.1 historisch overzicht ziekteregelingen.................................................................................7
4.2 privaatrechtelijke en publiekrechtelijke sociale zekerheid.................................................7
4.3 loondoorbetalingsverplichting bij ziekte............................................................................8
4.4 ziektewet............................................................................................................................9
4.5 arbeidsrechtelijke gevolgen van ziekten............................................................................9
Hoofdstuk 5: arbeidsongeschiktheid.........................................................................................10
5.1 wet WIA............................................................................................................................10
5.2 WAO.................................................................................................................................12
5.3 Wet Wajong......................................................................................................................12
Hoofdstuk 6: bijstand.................................................................................................................13
6.1 recht op een bijstandsuitkering.......................................................................................13
6.2 vormen en hoogte van de bijstandsuitkering...................................................................13
6.3 verplichtingen en sancties...............................................................................................13
Hoofdstuk 7: ouderdom.............................................................................................................14
7.1 ingezetene..................................................................................................................14
7.2 recht op AOW..............................................................................................................14
7.3 hoogte van de AOW uitkering.....................................................................................14
Hoofdstuk 8: overlijden..............................................................................................................15
8.1 verzekerde en uitvoering.................................................................................................15
8.2 voorwaarden voor het krijgen van een ANW-uitkering.....................................................15
8.3 maatregelen en boetes....................................................................................................15
Samenvatting praktisch sociale zekerheidsrecht
1
, Mr. P. Kruit, MR. C.J. Loonstra, Mr E. van Vliet, gehele boek, ISBN:
978-90-01-82298-9
Hoofdstuk 1 het verzekerdenbegrip
1.1 privaatrechtelijke en publiekrechtelijke dienstbetrekking
Art. 3 lid 1 WW is de kernbepaling voor het verzekerdenbegrip. Vereisten: je bent
een werknemer, je bent een natuurlijk persoon onder de 65, in privaat- of
publiekrechtelijke dienstbetrekking.
1.1.1 PRIVAATRECHTELIJKE DIENSTBETREKKING
Dit is een arbeidsovereenkomst volgens 7:610 BW. Er wordt op de volgende
manier bepaald of er sprake is van een arbeidsrelatie:
- verplichting tot het persoonlijk verrichten van de arbeid;
- de werkgever verricht een tegenprestatie;
- er is sprake van een gezagsverhouding.
1.1.2 PUBLIEKRECHTELIJKE DIENSTVERLENER
Een publiekrechtelijk dienstverband is een dienstverband met een
overheidsorgaan. Aanstelling: een eenzijdige rechtshandeling, dus anders dan bij
een arbeidsovereenkomst. Iemand die is aangenomen op een aanstellingsbesluit
wordt ook wel ambtenaar genoemd. Een ambtenaar heeft ook een arbeid-, loon-
en gezagsaspect, maar is aangesteld om in de openbare dienst te werken. Een
ambtenaar heeft ook recht op een verzekering (art 3. Lid 1 WW).
1.2 gelijkgestelde verhoudingen
In art 4 en 5 van de WW zijn een aantal arbeidsverhoudingen opgenomen die
vallen onder een dienstbetrekking, terwijl dit in het eerste geval niet zo lijkt.
1.2.1 FICTIEVE DIENSTBETREKKING
Alle arbeidsverhoudingen die geen privaatrechtelijke- of publiekrechtelijke
dienstbetrekking zijn, maar waarin de rechter bepaald dat er eigenlijk wel sprake
is van een dienstverband. Zij behoren dus ook tot de categorie die recht heeft op
sociale zekerheid. BV: thuiswerkers, artiesten en beroepssporters.
1.2.2 UITKERINGSGERECHTIGDEN
Personen die een uitkering krachtens de sociale verzekering ontvangen, zijn ook
verzekerde in de zin van sociale verzekeringen. Iemand die een WW ontvangt
heeft dus ook recht op de WAO, WIA en ziektewet.
1.3 uitgesloten verhoudingen
Er zijn een aantal arbeidsovereenkomsten die zijn uitgesloten van het sociale
zekerheidsrecht, zoals:
- een huishoudelijke hulp voor minder dan vier dagen in de week (zij betalen
geen premies)
- een directeur/grootaandeelhouder (hij is geen werknemer)
- werknemer heeft een VAR (verklaring arbeidsrelatie, ZZP, tussen
opdrachtgever en opdrachtnemer )
- werkzaam in het buitenland (geen ingezetene)
- werkzaamheden zijn in strijd met Wet Arbeid Vreemdelingen (het moet
rechtmatig zijn dus een tewerkstellingsvergunning)
Buitenlanders moeten regelmatig in Nederland gewerkt hebben om in
aanmerking te kunnen komen.
2
Hoofdstuk 1 het verzekerdenbegrip............................................................................................3
1.1 privaatrechtelijke en publiekrechtelijke dienstbetrekking..................................................3
1.2 gelijkgestelde verhoudingen.............................................................................................3
1.3 uitgesloten verhoudingen..................................................................................................3
Hoofdstuk 2: werkeloosheid: recht op WW..................................................................................4
2.1 werknemer.........................................................................................................................4
2.2 werkeloosheid....................................................................................................................4
2.3 referte-eis..........................................................................................................................5
2.4 uitsluitingsgronden............................................................................................................5
Hoofdstuk 3: werkeloosheid: geldend maken van het recht op WW............................................5
3.1 verwijtbaarheid.............................................................................................................5
3.2 passende arbeid............................................................................................................5
3.3 benadelingshandeling...................................................................................................6
3.4 sancties.........................................................................................................................6
3.5 hoogte en duur van de uitkering...................................................................................7
Hoofdstuk 4: Ziekte.....................................................................................................................7
4.1 historisch overzicht ziekteregelingen.................................................................................7
4.2 privaatrechtelijke en publiekrechtelijke sociale zekerheid.................................................7
4.3 loondoorbetalingsverplichting bij ziekte............................................................................8
4.4 ziektewet............................................................................................................................9
4.5 arbeidsrechtelijke gevolgen van ziekten............................................................................9
Hoofdstuk 5: arbeidsongeschiktheid.........................................................................................10
5.1 wet WIA............................................................................................................................10
5.2 WAO.................................................................................................................................12
5.3 Wet Wajong......................................................................................................................12
Hoofdstuk 6: bijstand.................................................................................................................13
6.1 recht op een bijstandsuitkering.......................................................................................13
6.2 vormen en hoogte van de bijstandsuitkering...................................................................13
6.3 verplichtingen en sancties...............................................................................................13
Hoofdstuk 7: ouderdom.............................................................................................................14
7.1 ingezetene..................................................................................................................14
7.2 recht op AOW..............................................................................................................14
7.3 hoogte van de AOW uitkering.....................................................................................14
Hoofdstuk 8: overlijden..............................................................................................................15
8.1 verzekerde en uitvoering.................................................................................................15
8.2 voorwaarden voor het krijgen van een ANW-uitkering.....................................................15
8.3 maatregelen en boetes....................................................................................................15
Samenvatting praktisch sociale zekerheidsrecht
1
, Mr. P. Kruit, MR. C.J. Loonstra, Mr E. van Vliet, gehele boek, ISBN:
978-90-01-82298-9
Hoofdstuk 1 het verzekerdenbegrip
1.1 privaatrechtelijke en publiekrechtelijke dienstbetrekking
Art. 3 lid 1 WW is de kernbepaling voor het verzekerdenbegrip. Vereisten: je bent
een werknemer, je bent een natuurlijk persoon onder de 65, in privaat- of
publiekrechtelijke dienstbetrekking.
1.1.1 PRIVAATRECHTELIJKE DIENSTBETREKKING
Dit is een arbeidsovereenkomst volgens 7:610 BW. Er wordt op de volgende
manier bepaald of er sprake is van een arbeidsrelatie:
- verplichting tot het persoonlijk verrichten van de arbeid;
- de werkgever verricht een tegenprestatie;
- er is sprake van een gezagsverhouding.
1.1.2 PUBLIEKRECHTELIJKE DIENSTVERLENER
Een publiekrechtelijk dienstverband is een dienstverband met een
overheidsorgaan. Aanstelling: een eenzijdige rechtshandeling, dus anders dan bij
een arbeidsovereenkomst. Iemand die is aangenomen op een aanstellingsbesluit
wordt ook wel ambtenaar genoemd. Een ambtenaar heeft ook een arbeid-, loon-
en gezagsaspect, maar is aangesteld om in de openbare dienst te werken. Een
ambtenaar heeft ook recht op een verzekering (art 3. Lid 1 WW).
1.2 gelijkgestelde verhoudingen
In art 4 en 5 van de WW zijn een aantal arbeidsverhoudingen opgenomen die
vallen onder een dienstbetrekking, terwijl dit in het eerste geval niet zo lijkt.
1.2.1 FICTIEVE DIENSTBETREKKING
Alle arbeidsverhoudingen die geen privaatrechtelijke- of publiekrechtelijke
dienstbetrekking zijn, maar waarin de rechter bepaald dat er eigenlijk wel sprake
is van een dienstverband. Zij behoren dus ook tot de categorie die recht heeft op
sociale zekerheid. BV: thuiswerkers, artiesten en beroepssporters.
1.2.2 UITKERINGSGERECHTIGDEN
Personen die een uitkering krachtens de sociale verzekering ontvangen, zijn ook
verzekerde in de zin van sociale verzekeringen. Iemand die een WW ontvangt
heeft dus ook recht op de WAO, WIA en ziektewet.
1.3 uitgesloten verhoudingen
Er zijn een aantal arbeidsovereenkomsten die zijn uitgesloten van het sociale
zekerheidsrecht, zoals:
- een huishoudelijke hulp voor minder dan vier dagen in de week (zij betalen
geen premies)
- een directeur/grootaandeelhouder (hij is geen werknemer)
- werknemer heeft een VAR (verklaring arbeidsrelatie, ZZP, tussen
opdrachtgever en opdrachtnemer )
- werkzaam in het buitenland (geen ingezetene)
- werkzaamheden zijn in strijd met Wet Arbeid Vreemdelingen (het moet
rechtmatig zijn dus een tewerkstellingsvergunning)
Buitenlanders moeten regelmatig in Nederland gewerkt hebben om in
aanmerking te kunnen komen.
2