1. Uit wat voor weefsel bestaat een foetus het meest?
a. Kraakbeen
b. Regulair bindweefsel
c. Peesweefsel
2. Wat is de functie van osteoblasten?
a. Ze zorgen voor opbouw in van de huid
b. Ze zorgen voor opbouw in de botten
c. Ze zorgen voor aansturing om opbouw te maken in de botten
3. Hoelang duurt de ontstekingsfase?
a. 2 dagen tot 3 weken
b. Direct tot 2-5 dagen
c. 3 weken tot 2 jaar
4. Wat gebeurt er in de remodelliringsfase?
a. De wond geneest dicht
b. Er vindt phagocytose plaats
c. Er is een toename van trekkrachten, collageen 3 naar 1
5. Wat gebeurt er in de integratie fase?
a. Zenuw weefsel groeit terug
b. De wond geneest dicht
c. er vindt vasoconstrictie plaats
6. wat voor extra cellulaire matrix heeft bloed?
a. Harde matrix
b. Rubberactige matrix
c. Vloeibare matrix
7. Waar bevindt een extra cellulaire matrix?
a. In spierweefsel
b. In huid
c. Tussen de cellen
8. Wat gebeurt er als in bot geen collageen meer zit?
a. Dan wordt het geleiachtig
b. Dan is er niks aan de hand
c. Dan is het net krijt
9. Waarom is een dynamische heupschroef beter dan een normale heupschroef?
a. Dat zit beter in het bot geschroefd
b. Er is meer beweging in het bot wat herstel verbeterd
c. Dit is prettiger voor de patient
10. Waaruit bestaat kraakbeen?
a. Collageen, proteoglycanen en hyaluronan, elastine vezels en 10% water
b. Collageen 70-80%, elastine 3-5%, water en proteoglycanen
c. Collageen 99%, elastine amper
11. Waar is een proteoglycaan te vinden?
a. In extra cellulaire matrix
b. In spierweefsel
c. In vezels
12. Collageen 70-80%, elastine 3-5%, water en proteoglycanen. Zijn bestanddelen van?
a. Peesweefsel