P van Schilfgaarde et al.
9789013137378
17e druk, 2017
1. INLEIDING
2. DE OPRICHTING
3. KAPITAAL EN VERMOGEN
4. AANDELEN
5. HET BESTUUR
6. DE GEBONDENHEID VAN DE VENNOOTSCHAP AAN DERDEN
7. DE ALGEMENE VERGADERING
8. RAAD VAN COMMISSARISSEN
9. DE ONDERNEMINGSRAAD
10. TOETSING VAN BESLUITEN
11. FINANCIËLE VERSLAGGEVING
12. GESCHILLENREGELING EN ENQUÊTE
13. STATUTENWIJZIGING, OMZETTING, ONTBINDING
14. HERSTRUCTURERING VAN VENNOOTSCHAPPEN
15. DE STRUCTUURVENNOOTSCHAP
16. EUROPEES VENNOOTSCHAPSRECHT
, Hoofdstuk 1 Inleiding
De vennootschap als rechtspersoon en deelrechtsorde
De BV en NV worden opgericht bij notariële akte. De samengestelde verklaring, die de
oprichter bij de notaris aflegt, bevat een viertal elementen:
1. Dat hij een vennootschap (NV of BV) wil oprichten. De oprichter wil een nieuw
rechtspersoon (art 2:3 BW) in het leven roepen die net als een mens drager is van rechten en
plichten. Tegenover derden zijn de plichten van deze rechtspersonen afdwingbaar. Ook de
rechten van een rechtspersoon kunnen tegenover derden geldend gemaakt worden.
2. Dat de vennootschap zal worden geregeerd door de statuten, deze zijn in de akte opgenomen.
De rechtspersoon is een zelfstandig deel van het rechtssysteem (een deelrechtsorde) met eigen
normen, namelijk de statuten. Rechtsbetrekkingen tussen AVA, Raad van Bestuur (RvB) en
RvC maken deel uit van die deelrechtsorde. De rechtspersoon wordt naast eigen normen ook
beheerst door normen van het algemene rechtssysteem en de redelijkheid en billijkheid (art.
2:8 BW).
3. Dat een of meer met name genoemde personen voor een bepaald bedrag deelnemen in het
kapitaal van de vennootschap (vaak is dit de oprichter zelf). De oprichter verschaft (eventueel
met anderen, al dan niet mede-oprichters) het kapitaal door het nemen van aandelen, en de
rechtspersoon verwerft hiermee eigen vermogen. Door kapitaal te verschaffen zal de oprichter
de zeggenschapsrechten in de vennootschap kunnen uitoefenen. Deze kapitaalverschaffing
brengt ook mee dat de oprichter tot de vennootschap in een zekere betrekking komt te staan,
wat inhoudt dat hij een aantal verplichtingen heeft jegens de vennootschap. Je zou deze
rechtsverhouding kunnen typeren als een lidmaatschapsverhouding.
4. Dat een of meer met name genoemde personen tot bestuurder of eventueel tot commissaris
worden benoemd. Zij hebben een dubbele rol richting de vennootschap. Net als de
aandeelhouder kunnen bestuurders en commissarissen zeggenschapsrechten te gelde maken
en hiermee maken zij dus deel uit van de rechtsorde. Daarnaast staan zij tot de vennootschap
in rechtsbetrekking, waardoor zij zich met betrekking tot een aantal vorderingen kunnen
verhalen op de vennootschapsbelasting. Hierbij kun je denken aan de uitbetaling van salaris.
De rechtspersoon bestaat onafhankelijk van alle personen en raden die eraan deelnemen.
Deze rechtspersoon is volledig zelfstandig en staat los van haar aandeelhouders. De
rechtspersoon bestaat alleen in het recht, het is een juridische fictie (de institutionele
opvatting). In de praktijk is de rechtspersoon echter een realiteit.
Vennootschap en onderneming
De term onderneming wordt in wetgeving en literatuur vaak in verschillende betekenissen
gebruikt. In het vennootschapsrecht wordt als een onderneming gezien: een organisatorisch
verband, dat zich richt op duurzame deelneming aan het economisch verkeer. In de praktijk
kent men een drietal benaderingen waarin het begrip onderneming wordt uitgewerkt. In de
reële benadering zien we de onderneming als vermogensobject: de vennootschap heeft dan
als het ware haar eigen onderneming, die alleen van waarde is (denk aan de "goodwill")
zolang deze onderneming activiteiten blijft uitoefenen. Uit de reële benadering ontwikkelt
zich de instrumentele benadering waarin de onderneming wordt gezien als een verband van
goederen en mensen die met een bepaalde doelstelling (bijvoorbeeld het maken van winst)
door de eigenaar (de vennootschap) wordt gedreven. In de institutionele benadering wordt de