Kern C
Les 1----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
EBP (Evidence Based Practice) = Verpleegkundig handelen dat gebaseerd is op onderzoeksresultaten,
klinische vaardigheden en wensen van patiënt.
EBP bestaat uit 5 stappen:
1. Klinische onzekerheid formuleren naar een vraag
2. Zoeken naar onderzoeksresultaten
3. Kritisch beoordelen van onderzoeksresultaten
4. Beslissen wat er het beste gedaan kan worden, op basis van onderzoeksresultaten en behoefte patiënt
5. Evalueren van dit proces
Visie= Schets een droomsituatie die de richting aangeeft die een persoon/organisatie op wil
Theorie= Beschrijving hoe verschijnselen samenhangen en voorspelt hoe deze veranderen wanneer de
omstandigheden veranderen
Model= Vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid, die bedoel is om kennis en inzicht te krijgen in
complexe theorieën
Concept= Plan die beschrijft hoe je iets gaat bereiken
Raamwerk= Overzichtelijke weergave van een plan dat nog verder ontwikkelt moet worden
Methode= Samenhangend geheel van handelingen waarmee een gesteld doel bereikt kan worden
Leefstijlfactor= Gedrag dat een gunstige of ongunstige invloed kan hebben op je gezondheid
Risicofactor= omstandigheid die de kans op ziekte vergroot
Voorbeelden van leefstijlfactoren:
- Lichaamsbeweging - Alcoholverbruik - Slaap
- Voeding - Roken - Stress
Voorbeelden van risicofactoren:
- Roken - Slechte voeding - Drugsgebruik
- Alcohol - Hoge bloeddruk - Seksueel risicogedrag
- Overgewicht - Hoog cholesterol - Weinig Beweging
Determinanten van de gezondheid= Factoren die invloed hebben op de gezondheid van de mens
Professionele relatie met een patiënt bouw je op door:
1. Respect tonen
2. Rekening houden met normen en waarden
3. Rekening houden met wensen/behoeftes
4. Rekening houden met privacy
5. Rekening houden met gevoelens
6. Bewust zijn van machtspositie
Soorten preventie:
- Primaire preventie= voorkomen van een ziekte
- Secundaire preventie= vroegtijdig signaleren van een ziekte
- Tertiaire preventie= voorkomen van verslechtering/herhaling van ziekte
, Les 2----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zwangerschap bestaat uit 3 trimesters:
1. Eerste trimester 0-3 maanden
2. Tweede trimester 4-6 maanden
3. Derde trimester 7-9 maanden
Eerste trimester
Belangrijkste gebeurtenissen: Bevruchting, aanleg placenta, ontstaan van embryo, aanleg orgaanstelsels
Grootte kind: tussen de 7 en 11 cm
Tweede trimester
Belangrijkste gebeurtenissen: Verdere groei van orgaanstelsels, zintuigen gaan werken, buik van moeder
wordt zichtbaar
Grootte kind: 30 cm
Derde trimester
Belangrijkste gebeurtenissen: Volledige ontwikkeling orgaanstelsels, kind beweegt veel, ijzergehalte van
moeder daalt, eventueel injectie antistoffen
Risicofactoren van zwangerschap:
- Alcohol - Ziekte moeder - Milieu verontreinigde stoffen
- Roken - Rhesuspositiviteit - Weinig beweging
- Drugs/medicatie - Dieet moeder - Bestraling
Les 3 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Kwetsbare kinderen= kinderen waarvan de ontwikkeling ernstig bedreigd wordt
Kind is kwetsbaar Bij:
- Lichamelijke beperking - Verstandelijke beperking
- Chronische problemen - Opvoedingsproblemen
- Psychische problemen - Huiselijk geweld
Hechting= proces waarbij een kind contact heeft met een persoon wat leidt tot een langdurige liefdevolle
relatie
Er zijn 4 soorten hechtingsstijlen:
1. Veilige hechtingstijl
2. Vermijdende hechtingstijl
3. Ambivalente hechtingstijl
4. Gedesorganiseerde/gedesoriënteerde hechtingstijl
Veilige hechting= Vraag om aandacht wordt beantwoord, waarbij het kind leert dat hij op zichzelf en op
anderen kan vertrouwen
Vermijdende hechting= Ouders zijn negatief, afwijzend en niet-sensitief, waardoor het kind wantrouwend en
niet afhankelijk van anderen wil zijn.
Ambivalente hechting= ouders zijn overbezorgd, inconsequent en onvoorspelbaar, waardoor het kind sterke
stemmingswisselingen heeft en verlatingsangst heeft.
Gedesorganiseerde/Gedesoriënteerde hechting= Persoon aan wie je wil hechten is zowel bron van veiligheid
als van angst, waardoor het kind geen vertrouwen in zichzelf of anderen heeft.
Les 1----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
EBP (Evidence Based Practice) = Verpleegkundig handelen dat gebaseerd is op onderzoeksresultaten,
klinische vaardigheden en wensen van patiënt.
EBP bestaat uit 5 stappen:
1. Klinische onzekerheid formuleren naar een vraag
2. Zoeken naar onderzoeksresultaten
3. Kritisch beoordelen van onderzoeksresultaten
4. Beslissen wat er het beste gedaan kan worden, op basis van onderzoeksresultaten en behoefte patiënt
5. Evalueren van dit proces
Visie= Schets een droomsituatie die de richting aangeeft die een persoon/organisatie op wil
Theorie= Beschrijving hoe verschijnselen samenhangen en voorspelt hoe deze veranderen wanneer de
omstandigheden veranderen
Model= Vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid, die bedoel is om kennis en inzicht te krijgen in
complexe theorieën
Concept= Plan die beschrijft hoe je iets gaat bereiken
Raamwerk= Overzichtelijke weergave van een plan dat nog verder ontwikkelt moet worden
Methode= Samenhangend geheel van handelingen waarmee een gesteld doel bereikt kan worden
Leefstijlfactor= Gedrag dat een gunstige of ongunstige invloed kan hebben op je gezondheid
Risicofactor= omstandigheid die de kans op ziekte vergroot
Voorbeelden van leefstijlfactoren:
- Lichaamsbeweging - Alcoholverbruik - Slaap
- Voeding - Roken - Stress
Voorbeelden van risicofactoren:
- Roken - Slechte voeding - Drugsgebruik
- Alcohol - Hoge bloeddruk - Seksueel risicogedrag
- Overgewicht - Hoog cholesterol - Weinig Beweging
Determinanten van de gezondheid= Factoren die invloed hebben op de gezondheid van de mens
Professionele relatie met een patiënt bouw je op door:
1. Respect tonen
2. Rekening houden met normen en waarden
3. Rekening houden met wensen/behoeftes
4. Rekening houden met privacy
5. Rekening houden met gevoelens
6. Bewust zijn van machtspositie
Soorten preventie:
- Primaire preventie= voorkomen van een ziekte
- Secundaire preventie= vroegtijdig signaleren van een ziekte
- Tertiaire preventie= voorkomen van verslechtering/herhaling van ziekte
, Les 2----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zwangerschap bestaat uit 3 trimesters:
1. Eerste trimester 0-3 maanden
2. Tweede trimester 4-6 maanden
3. Derde trimester 7-9 maanden
Eerste trimester
Belangrijkste gebeurtenissen: Bevruchting, aanleg placenta, ontstaan van embryo, aanleg orgaanstelsels
Grootte kind: tussen de 7 en 11 cm
Tweede trimester
Belangrijkste gebeurtenissen: Verdere groei van orgaanstelsels, zintuigen gaan werken, buik van moeder
wordt zichtbaar
Grootte kind: 30 cm
Derde trimester
Belangrijkste gebeurtenissen: Volledige ontwikkeling orgaanstelsels, kind beweegt veel, ijzergehalte van
moeder daalt, eventueel injectie antistoffen
Risicofactoren van zwangerschap:
- Alcohol - Ziekte moeder - Milieu verontreinigde stoffen
- Roken - Rhesuspositiviteit - Weinig beweging
- Drugs/medicatie - Dieet moeder - Bestraling
Les 3 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Kwetsbare kinderen= kinderen waarvan de ontwikkeling ernstig bedreigd wordt
Kind is kwetsbaar Bij:
- Lichamelijke beperking - Verstandelijke beperking
- Chronische problemen - Opvoedingsproblemen
- Psychische problemen - Huiselijk geweld
Hechting= proces waarbij een kind contact heeft met een persoon wat leidt tot een langdurige liefdevolle
relatie
Er zijn 4 soorten hechtingsstijlen:
1. Veilige hechtingstijl
2. Vermijdende hechtingstijl
3. Ambivalente hechtingstijl
4. Gedesorganiseerde/gedesoriënteerde hechtingstijl
Veilige hechting= Vraag om aandacht wordt beantwoord, waarbij het kind leert dat hij op zichzelf en op
anderen kan vertrouwen
Vermijdende hechting= Ouders zijn negatief, afwijzend en niet-sensitief, waardoor het kind wantrouwend en
niet afhankelijk van anderen wil zijn.
Ambivalente hechting= ouders zijn overbezorgd, inconsequent en onvoorspelbaar, waardoor het kind sterke
stemmingswisselingen heeft en verlatingsangst heeft.
Gedesorganiseerde/Gedesoriënteerde hechting= Persoon aan wie je wil hechten is zowel bron van veiligheid
als van angst, waardoor het kind geen vertrouwen in zichzelf of anderen heeft.