Samenvatting Thema 4 parameters ademhaling

Thema 4: Parameters: Ademhaling
De normale AH
De 2 fases van AH
• De inspiratie: actief proces
• De expiratie: passief proces
De expiratiefase duurt dubbel zo lang als de inspiratiefase.

AH-spieren
Voor inspiratie:
• Diafragma
• Tussenribspieren
• Buikspieren




2 AH-types
• het abdominaal type
(buikademhaling)
• het thoracaal type (borstademhaling)
• Mengvorm (van de 2 voorgaande)

Type afhankelijk van
o leeftijd (kinderen: thoracaal; volwassenen:
abdominaal overdag, vooral bij mannen)
o de houding (slapen: veelal thoracaal ademen)
o kledij; bij kledij die spant t.h.v. de lenden zal eerder
een thoracale AH

Kenmerken normale AH
In rust
AH is=
• Rustig
• Regelmatig
• Gelijkmatig (wel 2à3 diepe AH/minuut)
• Geluidloos
• Vergt geen inspanning
óf
‘t gaat vanzelf

,De ademhalinsfrequentie per minuut onder basale
omstandigheden:
Leeftijd AH/minuut Leeftijd AH/minuut
Pasgeborene 30-50 Kleuter 20-25


Zuigeling 25-40 Schoolkind 18-20


Peuter 25-30 Volwassene 16-18


Oudere > 20



AH-frequentie is afh. van
• Leeftijd
• Arbeid
• …
Bij rust, ontspanning  de AH-frequentie
Bij inspanning  de AH-frequentie

Verhouding AHfreq/polsfreq = 1/5
AH-frequentie kind is > dan volwassene

Bij inspanning
• AH-freq
• De ademhalingsdiepte 

Oorzaken van O2-tekort in het lichaam
Hoe raakt zuurstof effectief van De omgeving naar een cel
van de grote teen?

, Observatiepunten bij de uitwendige AH
Observeren
= kijken, luisteren, voelen, ruiken

Symmetrie van de AH
Normaalgoed kijken
• Uitzetting linker thoraxhelft = Uitzetting rechter
thoraxhelft
Afwijkingen
– De zieke thoraxhelft vertoont minder sterke
bewegingen tijdens de AH