Taak 1.3.4 Gezond eten en … bewegen
Deel A: opdrachten
Anatomie en functie van de spijsverteringsorganen
Opdracht 1: Verklaar de begrippen ‘anabolisme’ en ‘katabolisme’. Hoofdstuk 17, §17.1 (Martini).
Opdracht 2: Situeer de verschillende onderdelen van het spijverteringsstelsel op figuur 16.1
(Martini).
Opdracht 3: Bespreek kort de verschillende onderdelen en hun functies in functie van het
spijsverteringsstelsel (zie Martini: Hoofdstukoverzicht 16 - samenvatting).
Opdracht 1
Anabolisme
o bij de vorming van nieuwe organische moleculen, worden nieuwe chemische
bindingen gevormd stoffen die gebruikt worden als grondstof voor de synthese
van belangrijke verbindingen
o 4 doeleinden
Onderhoud en herstel
Klierproducten te vormen
Groei ondersteunen
Reservestoffen opslaan
o = proces voor de opbouw
Katabolisme
o een proces waarbij energie wordt vrijgemaakt die kan worden gebruikt voor de
vorming van ATP of andere energierijke verbindingen
o = proces voor de afbraak van organische moleculen
o Zie HC 1.3.5 energielevering en stofwisseling
1
, Opdracht 2
Opdracht 3
Verloop 6 processen
o Ingestie:
vindt plaats wanneer voedsel via de mond het spijsverteringskanaal binnenkomt
o Mechanisme werking: fysieke bewerking van voedsel waardoor het
soepeler dr het spijsverteringskanaal kan voortbewegen + opp voedsel wordt
vergroot
Eerst langs de tong en gebitselementen
Daarna naar het spijsverteringsstelsel (door de knedende en mengende
bewegingen)
Dankzij mechanische verwerking kan het voedsel gemakkelijker door het
spijsverteringskanaal worden voortbewogen en wordt de oppervlakte van het voedsel
vergroot. Daardoor kan het voedsel gemakkelijk door enzymen worden afgebroken
o Vertering: chemische afbraak van voedsel
Het voedsel wordt afgebroken tot kleine organisch bouwstoffen die door het
dekweefsel van het spijsverteringskanaal kunnen worden opgenomen
o Secretie: afgifte van water, zuren, enzymen en buffers door het epitheel
van het spijsverteringskanaal
Accessoire organen = organen die er bij betrokken zijn
o Opname: verplaatsing van kleine organische moleculen, elektrolyten,
vitaminen en water door dekweefsel van het spijsverteringskanaal naar de
interstitiële vloeistof rond het spijsverteringskanaal
2
Deel A: opdrachten
Anatomie en functie van de spijsverteringsorganen
Opdracht 1: Verklaar de begrippen ‘anabolisme’ en ‘katabolisme’. Hoofdstuk 17, §17.1 (Martini).
Opdracht 2: Situeer de verschillende onderdelen van het spijverteringsstelsel op figuur 16.1
(Martini).
Opdracht 3: Bespreek kort de verschillende onderdelen en hun functies in functie van het
spijsverteringsstelsel (zie Martini: Hoofdstukoverzicht 16 - samenvatting).
Opdracht 1
Anabolisme
o bij de vorming van nieuwe organische moleculen, worden nieuwe chemische
bindingen gevormd stoffen die gebruikt worden als grondstof voor de synthese
van belangrijke verbindingen
o 4 doeleinden
Onderhoud en herstel
Klierproducten te vormen
Groei ondersteunen
Reservestoffen opslaan
o = proces voor de opbouw
Katabolisme
o een proces waarbij energie wordt vrijgemaakt die kan worden gebruikt voor de
vorming van ATP of andere energierijke verbindingen
o = proces voor de afbraak van organische moleculen
o Zie HC 1.3.5 energielevering en stofwisseling
1
, Opdracht 2
Opdracht 3
Verloop 6 processen
o Ingestie:
vindt plaats wanneer voedsel via de mond het spijsverteringskanaal binnenkomt
o Mechanisme werking: fysieke bewerking van voedsel waardoor het
soepeler dr het spijsverteringskanaal kan voortbewegen + opp voedsel wordt
vergroot
Eerst langs de tong en gebitselementen
Daarna naar het spijsverteringsstelsel (door de knedende en mengende
bewegingen)
Dankzij mechanische verwerking kan het voedsel gemakkelijker door het
spijsverteringskanaal worden voortbewogen en wordt de oppervlakte van het voedsel
vergroot. Daardoor kan het voedsel gemakkelijk door enzymen worden afgebroken
o Vertering: chemische afbraak van voedsel
Het voedsel wordt afgebroken tot kleine organisch bouwstoffen die door het
dekweefsel van het spijsverteringskanaal kunnen worden opgenomen
o Secretie: afgifte van water, zuren, enzymen en buffers door het epitheel
van het spijsverteringskanaal
Accessoire organen = organen die er bij betrokken zijn
o Opname: verplaatsing van kleine organische moleculen, elektrolyten,
vitaminen en water door dekweefsel van het spijsverteringskanaal naar de
interstitiële vloeistof rond het spijsverteringskanaal
2