R1
The Manifesto of the Communist Party was published more than 100 years ago. To
what extent and in what way do you think it is still relevant today? Think about this
question after you have read the text. Illustrate your answer to this question with a
recent news item about inequality. How is the news related to ideas in the manifesto?
Het manifest van Marx en Engels kent overeenkomsten en verschillen met de huidige
maatschappij.
In het manifest betogen Marx en Engels dat het communisme opkomt voor de belangen van
het proletariaat, de werkende klasse. Daarnaast stelde zij dat er een onvermijdelijke
arbeidsopstand ontstaan tussen het proletariaat en de kapitalistische klasse. Deze revolutie zou
leiden tot een klasseloze samenleving (Marx & Engels, 1908).
In de huidige samenleving is er nog steeds geen klasseloze maatschappij gevormd die Marx
en Engels betoogden. Er zijn nog steeds veel vormen van ongelijkheid in de samenleving te
vinden. Het Manifest is vandaag de dag niet meer zo toepasbaar als voorheen, waardoor de
opstand die zij betogen ook naar waarschijnlijkheid niet meer op die manier zal plaats vinden.
Marx en Engels stellen in hun manifest bijvoorbeeld dat vrijheid vrije handel, vrije verkoop
en vrije koop betekent (Marx & Engels 1908, p.16) In de huidige samenleving staat vrijheid
voor onafhankelijkheid, keuzevrijheid en ongedwongenheid. Dit is dus meer gericht op het
individueel handelen van de mens in de samenleving. Daarentegen is vrijheid als definitie in
het manifest meer gericht op vrijheid op de kapitaalmarkt.
Daarentegen komen zijn er ook overeenkomsten te zien tussen het manifest en de huidige
maatschappij. Een voorbeeld is het betoog over de klassenstrijd waarbij het lidmaatschap van
een klasse afhankelijk is van kapitaal.
In het artikel ‘investeren tegen ongelijkheid vanaf de geboorte’ zien we terug dat de
partij GroenLinks pleit om elke jongere op zijn 18 de verjaardag 10 duizend euro te geven. Het
doel hiervan is het tegengaan van ongelijkheid in de samenleving. Door dit geld te investeren
hebben alle jongeren op het gebied van financiën de gelegenheid om een diploma in het hoger
onderwijs te behalen (Schippers, 2020).
In het manifest wordt uitleg gegeven over het historisch materialisme waarbij materie
de essentiële benodigdheden in de maatschappij vormen. De klassenstrijd is een belangrijk
concept in de geschiedenis en de vorming van de samenlevingen.
, In het artikel wordt ook een voorbeeld van de klassenstrijd beschreven waarbij de
bezittende of kapitalistische klasse de jongeren zijn die het goed getroffen hebben en de
gelegenheid hebben om een diploma in het hoger onderwijs te behalen. In het artikel wordt de
scheiding of polarisatie tussen de twee groepen kleiner gemaakt: door iedereen 10 duizend
euro te geven moet er voor iedereen een mogelijkheid te zijn om voldoende kennis op te
waardoor er gelijke kansen op de arbeidsmarkt worden gegenereerd.
Literatuurlijst
Marx, K. & Engels, F. (1908) Manifesto of the communist party (e-book via VU library)
27pp. https://canvas.vu.nl/files/2853270/
Schippers, J. (2 november 2020). Investeren tegen ongelijkheid vanaf de geboorte. Sociale
Vraagstukken. Geraadpleegd op 2 november 2021, van
https://www.socialevraagstukken.nl/investeren-tegen-ongelijkheid-vanaf-de-geboorte/
R2
The position of Marx on the relationship between ideology and economics is often
called 'historical materialism'. Read the introduction to Inglehart's book and Chapter 1.
He portrays economic determinism in opposition to the world view theory of Max
Weber. What position does Inglehart take in this debate? Visualize your answer to
this question on a single slide.
Marx stelde in zijn theorie over historisch materialisme dat de geschiedenis niet is
aangedreven door de idealen van de mensen, maar dat materie de essentiële benodigdheden in
de maatschappij is en daarom de kracht achter de wereldgeschiedenis. Daarentegen stelt
Weber dat er een onttovering van de wereld is waarbij magie plaats maakt voor technologie
zodat het proces van rationalisering ontstond. Marx en Weber stellen beiden dat modernisatie
vooral gaat om voorspelbare trajecten in plaats van willekeurige en onvoorspelbare trajecten.
Inglehart stelt, net als Marx en Weber, dat economische ontwikkeling, culturele verandering
en politieke verandering in samenhangende of voorspelbare patronen met elkaar verbonden
zijn. Wanneer je inzicht in een van deze componenten hebt, is het mogelijk te voorspellen wat
de waarden van de andere componenten zullen zijn (Inglehart 1997, p. 10).
Daarentegen stelt Inglehart dat modernisatie niet de hele geschiedenis in een opwaartse lijn
verloopt en dat de modernisatie in een nieuwe richting aan het bewegen is: postmodernisatie.
, De omslag naar een postmodernisatie zorgt voor het verdwijnen van het functionalisme en
economische groei, en meer aandacht voor individuele overwegingen.
Inglehart (1997) stelt, net als Marx en Weber, dat er een relatie is tussen de factoren
economie, politiek en cultuur in de samenleving. Maar daarnaast zijn de causale verbanden
tussen de factoren zijn wederkerig aan elkaar. De systemen kunnen het alleen ‘volhouden’ in
de moderne tijd wanneer ze elkaar steunen.
Ten derde stelt Inglehart dat het proces van modernisatie geen proces van westernisatie is. Uit
emperische gegevens blijkt dat modernisatie een wereldwijd proces is en dus niet enkel
gevestigd is in de westerse culturen.
Tot slot stelt Inglehart(1997) dat democratie geen gevolg is van modernisatie. De opkomst
van moderne waarden in de postmodernisatie, zoals individualisering, zorgt daarentegen
volgens Inglehart voor een afnemend respect voor autoriteit en aandacht voor individuele
overwegingen en participatie. Deze factoren hebben dus een positieve invloed op democratie
(Inglehart 1997, p. 43).
Inglehart stelt dus dat het mogelijk is om voorspellingen te doen aan de hand van
verschillende samenhangende ontwikkelingen. Daarentegen zijn er volgens hem vier punten
die niet overeenkomen met de modernisatie theorieën: modernisatie is geen proces met enkel
opwaartse krachten, de samenhangende factoren zijn ook wederkerig aan elkaar, modernisatie
is geen westernalisatie en democratie volgt niet per definitie uit het modernisatieproces.
Literatuurlijst
Inglehart, R. (1997) Modernization and Post-Modernization. Cultural, Economic and Political
Change in 43 Societies. Princeton University Press: pp. 3-50.
R3
In Chapter 3 Inglehart presents the core of his theory on modernization and
postmodernization. Draw a causal model that contains the main variables in the
theory, using the rules for drawing causal models. Present your model on a single
slide.
The Manifesto of the Communist Party was published more than 100 years ago. To
what extent and in what way do you think it is still relevant today? Think about this
question after you have read the text. Illustrate your answer to this question with a
recent news item about inequality. How is the news related to ideas in the manifesto?
Het manifest van Marx en Engels kent overeenkomsten en verschillen met de huidige
maatschappij.
In het manifest betogen Marx en Engels dat het communisme opkomt voor de belangen van
het proletariaat, de werkende klasse. Daarnaast stelde zij dat er een onvermijdelijke
arbeidsopstand ontstaan tussen het proletariaat en de kapitalistische klasse. Deze revolutie zou
leiden tot een klasseloze samenleving (Marx & Engels, 1908).
In de huidige samenleving is er nog steeds geen klasseloze maatschappij gevormd die Marx
en Engels betoogden. Er zijn nog steeds veel vormen van ongelijkheid in de samenleving te
vinden. Het Manifest is vandaag de dag niet meer zo toepasbaar als voorheen, waardoor de
opstand die zij betogen ook naar waarschijnlijkheid niet meer op die manier zal plaats vinden.
Marx en Engels stellen in hun manifest bijvoorbeeld dat vrijheid vrije handel, vrije verkoop
en vrije koop betekent (Marx & Engels 1908, p.16) In de huidige samenleving staat vrijheid
voor onafhankelijkheid, keuzevrijheid en ongedwongenheid. Dit is dus meer gericht op het
individueel handelen van de mens in de samenleving. Daarentegen is vrijheid als definitie in
het manifest meer gericht op vrijheid op de kapitaalmarkt.
Daarentegen komen zijn er ook overeenkomsten te zien tussen het manifest en de huidige
maatschappij. Een voorbeeld is het betoog over de klassenstrijd waarbij het lidmaatschap van
een klasse afhankelijk is van kapitaal.
In het artikel ‘investeren tegen ongelijkheid vanaf de geboorte’ zien we terug dat de
partij GroenLinks pleit om elke jongere op zijn 18 de verjaardag 10 duizend euro te geven. Het
doel hiervan is het tegengaan van ongelijkheid in de samenleving. Door dit geld te investeren
hebben alle jongeren op het gebied van financiën de gelegenheid om een diploma in het hoger
onderwijs te behalen (Schippers, 2020).
In het manifest wordt uitleg gegeven over het historisch materialisme waarbij materie
de essentiële benodigdheden in de maatschappij vormen. De klassenstrijd is een belangrijk
concept in de geschiedenis en de vorming van de samenlevingen.
, In het artikel wordt ook een voorbeeld van de klassenstrijd beschreven waarbij de
bezittende of kapitalistische klasse de jongeren zijn die het goed getroffen hebben en de
gelegenheid hebben om een diploma in het hoger onderwijs te behalen. In het artikel wordt de
scheiding of polarisatie tussen de twee groepen kleiner gemaakt: door iedereen 10 duizend
euro te geven moet er voor iedereen een mogelijkheid te zijn om voldoende kennis op te
waardoor er gelijke kansen op de arbeidsmarkt worden gegenereerd.
Literatuurlijst
Marx, K. & Engels, F. (1908) Manifesto of the communist party (e-book via VU library)
27pp. https://canvas.vu.nl/files/2853270/
Schippers, J. (2 november 2020). Investeren tegen ongelijkheid vanaf de geboorte. Sociale
Vraagstukken. Geraadpleegd op 2 november 2021, van
https://www.socialevraagstukken.nl/investeren-tegen-ongelijkheid-vanaf-de-geboorte/
R2
The position of Marx on the relationship between ideology and economics is often
called 'historical materialism'. Read the introduction to Inglehart's book and Chapter 1.
He portrays economic determinism in opposition to the world view theory of Max
Weber. What position does Inglehart take in this debate? Visualize your answer to
this question on a single slide.
Marx stelde in zijn theorie over historisch materialisme dat de geschiedenis niet is
aangedreven door de idealen van de mensen, maar dat materie de essentiële benodigdheden in
de maatschappij is en daarom de kracht achter de wereldgeschiedenis. Daarentegen stelt
Weber dat er een onttovering van de wereld is waarbij magie plaats maakt voor technologie
zodat het proces van rationalisering ontstond. Marx en Weber stellen beiden dat modernisatie
vooral gaat om voorspelbare trajecten in plaats van willekeurige en onvoorspelbare trajecten.
Inglehart stelt, net als Marx en Weber, dat economische ontwikkeling, culturele verandering
en politieke verandering in samenhangende of voorspelbare patronen met elkaar verbonden
zijn. Wanneer je inzicht in een van deze componenten hebt, is het mogelijk te voorspellen wat
de waarden van de andere componenten zullen zijn (Inglehart 1997, p. 10).
Daarentegen stelt Inglehart dat modernisatie niet de hele geschiedenis in een opwaartse lijn
verloopt en dat de modernisatie in een nieuwe richting aan het bewegen is: postmodernisatie.
, De omslag naar een postmodernisatie zorgt voor het verdwijnen van het functionalisme en
economische groei, en meer aandacht voor individuele overwegingen.
Inglehart (1997) stelt, net als Marx en Weber, dat er een relatie is tussen de factoren
economie, politiek en cultuur in de samenleving. Maar daarnaast zijn de causale verbanden
tussen de factoren zijn wederkerig aan elkaar. De systemen kunnen het alleen ‘volhouden’ in
de moderne tijd wanneer ze elkaar steunen.
Ten derde stelt Inglehart dat het proces van modernisatie geen proces van westernisatie is. Uit
emperische gegevens blijkt dat modernisatie een wereldwijd proces is en dus niet enkel
gevestigd is in de westerse culturen.
Tot slot stelt Inglehart(1997) dat democratie geen gevolg is van modernisatie. De opkomst
van moderne waarden in de postmodernisatie, zoals individualisering, zorgt daarentegen
volgens Inglehart voor een afnemend respect voor autoriteit en aandacht voor individuele
overwegingen en participatie. Deze factoren hebben dus een positieve invloed op democratie
(Inglehart 1997, p. 43).
Inglehart stelt dus dat het mogelijk is om voorspellingen te doen aan de hand van
verschillende samenhangende ontwikkelingen. Daarentegen zijn er volgens hem vier punten
die niet overeenkomen met de modernisatie theorieën: modernisatie is geen proces met enkel
opwaartse krachten, de samenhangende factoren zijn ook wederkerig aan elkaar, modernisatie
is geen westernalisatie en democratie volgt niet per definitie uit het modernisatieproces.
Literatuurlijst
Inglehart, R. (1997) Modernization and Post-Modernization. Cultural, Economic and Political
Change in 43 Societies. Princeton University Press: pp. 3-50.
R3
In Chapter 3 Inglehart presents the core of his theory on modernization and
postmodernization. Draw a causal model that contains the main variables in the
theory, using the rules for drawing causal models. Present your model on a single
slide.
