Methoden van onderzoek
Inhoudsopgave
Hoorcollege 1 - introductie............................................................................................................................. 1
Hoorcollege 2 - betrouwbaarheid, validiteit en onderzoeksdesign..................................................................3
Hoorcollege 3 – facultatief............................................................................................................................. 7
Hoorcollege 4 - beschrijvende statistiek......................................................................................................... 8
Hoorcollege 5 – verklarende statistiek.......................................................................................................... 10
Hoorcollege 6 – (non) parametrisch toetsen.................................................................................................13
Hoorcollege 7 – correlatietoetsen................................................................................................................ 15
Hoorcollege 8 – verschil toets....................................................................................................................... 17
Hoorcollege 9 – ANOVA............................................................................................................................... 19
Hoorcollege 10 – Chi kwadraat..................................................................................................................... 21
Hoorcollege 11 – kwalitatief onderzoek........................................................................................................ 23
Hoorcollege 12 – literatuuronderzoek.......................................................................................................... 27
Hoorcollege 1 - introductie
Donderdag 9 september 2021
Dit vak duurt het gehele 1e semester.
- 12 hoorcolleges en 1 responsiecollege door Barbara Haverkamp
- 10 werkgroepen door Lea Kragt, Rennee Jenniskens en Bregje Swaaij.
Download SPSS (dit is een statistiek programma).
Tentamen is in januari met ongeveer 55 meerkeuze vragen.
Leerstof: ‘onderzoek in de gezondheidszorg(!)’ en ‘statistiek in stappen’.
https://eds-1b-1ebscohost-1com-1u6qzery31c4f.stcproxy.han.nl/eds/ebookviewer/ebook/bmxlYmtfXzIyMDU2MTJfX0FO0?sid=21533628-722e-4ea9-8cb6-4e42afddcfa7@sessionmgr102&vid=0&format=EB&rid=1
Onderzoeksfases
1. De ontwerpfase (wat voor soort onderzoek, wat is het probleem; waar gaat het over)
o De onderzoeksopzet
2. Data verzamelen
3. Gegevens analyseren (overzichtelijk maken van alle data)
4. Evaluatie en rapportage van je resultaten
o Interpreteren en verslaglegging
Onderzoeksopzet
Je begint met een onderwerp: waar wil je het over hebben?
Voor het afbakenen van je onderwerp moet je kijken naar:
o Randvoorwaarden
, o Relevantie
Vervolgens ga je richting een probleemstelling (het onderwerp iets specifieker maken).
Voor het formuleren van je probleemstelling:
o Bespreek je de aanleiding
o Schets je de huidige situatie, het probleem of de onduidelijkheden
Als je een probleem hebt gevonden moet je de doelstelling gaan formuleren: wat is jouw
doel van dit onderzoek.
Kan benaderd worden vanuit:
o Theoretische en maatschappelijke relevantie
Vanuit deze doelstelling, stel je een onderzoeksvraag op (Je gaat dus vanaf een breed
onderwerp naar een specifieke onderzoeksvraag).
o Hoofd- en deelvragen moeten aansluiten bij het probleem en het doel van het
onderzoek.
Als je de probleemstelling dus duidelijk hebt, kun je een diagnose stellen (wat zijn de
achtergrond en oorzaken van het probleem of hoe staat het nu). Vervolgens schrijf je een
interventieplan: hoe ga je het precies doen, welke stapjes volg je op. Als je dit duidelijk hebt
ga je dit uitvoeren dus de interventie. Vervolgens ga je deze evalueren: is het probleem
opgelost? Zo niet: wat blijft erover, wat moet nog opgelost worden (en met dit overgebleven
probleem ga je dus weer de cirkels in).
Variabelen zijn factoren in een onderzoek die kunnen variëren (hoeveelheid plaque,
frequentie van poetsen etc.).
Je hebt 2 soorten variabele:
- Afhankelijke variabele
o Uitkostvariabele (waar ben je geïnteresseerd in?) bv. plaque index
o Dit is wat je meet
- Onafhankelijke variabele
o Oorzaakvariabele.
o Dit kun je vooraf bepalen
Mogelijke onafhankelijke variabele
Aan- of afwezig (wel behandeling/ geen behandeling of wel
interdentale hulpmiddelen/ geen interdentale hulpmiddelen).
Hoeveelheid van de variabele (bepaalde dosis, leeftijd, tijd etc.)
Type variabele (verschillende soorten bv. blond, bruin of rood
haar of houten stoker, plastic stoker etc.)
Hoe ouder, hoe meer geld. (Leeftijd is dan onafhankelijk en hoeveelheid geld afhankelijk)
Voorbeeld
Wat is de invloed van alcohol op het evenwicht bij studenten?
Hoeveelheid alcohol = onafhankelijk variabele
Evenwicht van student = afhankelijke variabele
De weergave van variabelen is afhankelijk van wat je wilt weten en wat het meetniveau is.
Soms is het makkelijk om met 1 variabele te beginnen (dus alleen plaque index bv).
, Meetniveaus
Je meetniveau zegt iets over je variabele en welke analyses je kunt uitvoeren.
Nominaal
Discreet: je bent het een of het ander.
Categorieën hebben geen waarde (bv. haarkleur: blond is niet meer of minder dan
bruin).
Vaak is een nominale variabele dichotoom (dus 2 opties), maar het kan dus ook met
meerdere variabele en dat noem je dan dummy variabele.
Ordinaal
Hierbij is wel een rangorde, maar geen waardes (bv. onderwijs: MBO, HBO, WO)
HBO is niet 2x zo veel theorie als MBO, hier zit geen vaste waarde aan. Het is alleen
meer maar hoeveel meer of hoeveel beter zit geen waarde aan.
Interval (wordt vaak samengenomen met ratio als metrisch of continue)
Continue variabel, metrische variabele.
Dus hierbij zitten er wel waardes aan (30 graden is 2x zo veel als 15 graden).
Heeft een zelfbedacht nulpunt (0 graden Celsius is niet hetzelfde als 0 graden
Fahrenheit, en je kan met temperatuur ook onder 0 komen).
Ratio (wordt vaak samengenomen met interval als metrisch of continue)
Continue, metrische variabele
Hierbij wordt het nulpunt niet zelf bedacht, maar dit is er gewoon.
Bv. aantal tanden je hebt er 0 of meer maar je kan er niet minder dan 0 hebben.
Er is dus een natuurlijk nulpunt.
NIVEAU NOMINAAL ORDINAAL INTERVAL RATIO
ONDERSCHEID X X X X
ORDENING X X X
GELIJKE VERSCHILLEN X X
NATUURLIJK NULPUNT X
Mogelijke vormen van weergaven bij de verschillende meetniveaus:
NIVEAU NOMINAAL ORDINAAL INTERVAL RATIO
CIRKELDIAGRAM X X
STAAFDIAGRAM X X
HISTOGRAM X X
LIJNGRAFIEK X X
BOXDIAGRAM X X X
SPREIDINGSDIAGRAM X X
PUNTENDIAGRAM X X X X
Hoorcollege 2 - betrouwbaarheid, validiteit en onderzoeksdesign
Donderdag 16 september 2021
Onderzoek
Tussen de ontwerpfase en data verzamelen, moeten er nog stappen worden ondernomen.
Inhoudsopgave
Hoorcollege 1 - introductie............................................................................................................................. 1
Hoorcollege 2 - betrouwbaarheid, validiteit en onderzoeksdesign..................................................................3
Hoorcollege 3 – facultatief............................................................................................................................. 7
Hoorcollege 4 - beschrijvende statistiek......................................................................................................... 8
Hoorcollege 5 – verklarende statistiek.......................................................................................................... 10
Hoorcollege 6 – (non) parametrisch toetsen.................................................................................................13
Hoorcollege 7 – correlatietoetsen................................................................................................................ 15
Hoorcollege 8 – verschil toets....................................................................................................................... 17
Hoorcollege 9 – ANOVA............................................................................................................................... 19
Hoorcollege 10 – Chi kwadraat..................................................................................................................... 21
Hoorcollege 11 – kwalitatief onderzoek........................................................................................................ 23
Hoorcollege 12 – literatuuronderzoek.......................................................................................................... 27
Hoorcollege 1 - introductie
Donderdag 9 september 2021
Dit vak duurt het gehele 1e semester.
- 12 hoorcolleges en 1 responsiecollege door Barbara Haverkamp
- 10 werkgroepen door Lea Kragt, Rennee Jenniskens en Bregje Swaaij.
Download SPSS (dit is een statistiek programma).
Tentamen is in januari met ongeveer 55 meerkeuze vragen.
Leerstof: ‘onderzoek in de gezondheidszorg(!)’ en ‘statistiek in stappen’.
https://eds-1b-1ebscohost-1com-1u6qzery31c4f.stcproxy.han.nl/eds/ebookviewer/ebook/bmxlYmtfXzIyMDU2MTJfX0FO0?sid=21533628-722e-4ea9-8cb6-4e42afddcfa7@sessionmgr102&vid=0&format=EB&rid=1
Onderzoeksfases
1. De ontwerpfase (wat voor soort onderzoek, wat is het probleem; waar gaat het over)
o De onderzoeksopzet
2. Data verzamelen
3. Gegevens analyseren (overzichtelijk maken van alle data)
4. Evaluatie en rapportage van je resultaten
o Interpreteren en verslaglegging
Onderzoeksopzet
Je begint met een onderwerp: waar wil je het over hebben?
Voor het afbakenen van je onderwerp moet je kijken naar:
o Randvoorwaarden
, o Relevantie
Vervolgens ga je richting een probleemstelling (het onderwerp iets specifieker maken).
Voor het formuleren van je probleemstelling:
o Bespreek je de aanleiding
o Schets je de huidige situatie, het probleem of de onduidelijkheden
Als je een probleem hebt gevonden moet je de doelstelling gaan formuleren: wat is jouw
doel van dit onderzoek.
Kan benaderd worden vanuit:
o Theoretische en maatschappelijke relevantie
Vanuit deze doelstelling, stel je een onderzoeksvraag op (Je gaat dus vanaf een breed
onderwerp naar een specifieke onderzoeksvraag).
o Hoofd- en deelvragen moeten aansluiten bij het probleem en het doel van het
onderzoek.
Als je de probleemstelling dus duidelijk hebt, kun je een diagnose stellen (wat zijn de
achtergrond en oorzaken van het probleem of hoe staat het nu). Vervolgens schrijf je een
interventieplan: hoe ga je het precies doen, welke stapjes volg je op. Als je dit duidelijk hebt
ga je dit uitvoeren dus de interventie. Vervolgens ga je deze evalueren: is het probleem
opgelost? Zo niet: wat blijft erover, wat moet nog opgelost worden (en met dit overgebleven
probleem ga je dus weer de cirkels in).
Variabelen zijn factoren in een onderzoek die kunnen variëren (hoeveelheid plaque,
frequentie van poetsen etc.).
Je hebt 2 soorten variabele:
- Afhankelijke variabele
o Uitkostvariabele (waar ben je geïnteresseerd in?) bv. plaque index
o Dit is wat je meet
- Onafhankelijke variabele
o Oorzaakvariabele.
o Dit kun je vooraf bepalen
Mogelijke onafhankelijke variabele
Aan- of afwezig (wel behandeling/ geen behandeling of wel
interdentale hulpmiddelen/ geen interdentale hulpmiddelen).
Hoeveelheid van de variabele (bepaalde dosis, leeftijd, tijd etc.)
Type variabele (verschillende soorten bv. blond, bruin of rood
haar of houten stoker, plastic stoker etc.)
Hoe ouder, hoe meer geld. (Leeftijd is dan onafhankelijk en hoeveelheid geld afhankelijk)
Voorbeeld
Wat is de invloed van alcohol op het evenwicht bij studenten?
Hoeveelheid alcohol = onafhankelijk variabele
Evenwicht van student = afhankelijke variabele
De weergave van variabelen is afhankelijk van wat je wilt weten en wat het meetniveau is.
Soms is het makkelijk om met 1 variabele te beginnen (dus alleen plaque index bv).
, Meetniveaus
Je meetniveau zegt iets over je variabele en welke analyses je kunt uitvoeren.
Nominaal
Discreet: je bent het een of het ander.
Categorieën hebben geen waarde (bv. haarkleur: blond is niet meer of minder dan
bruin).
Vaak is een nominale variabele dichotoom (dus 2 opties), maar het kan dus ook met
meerdere variabele en dat noem je dan dummy variabele.
Ordinaal
Hierbij is wel een rangorde, maar geen waardes (bv. onderwijs: MBO, HBO, WO)
HBO is niet 2x zo veel theorie als MBO, hier zit geen vaste waarde aan. Het is alleen
meer maar hoeveel meer of hoeveel beter zit geen waarde aan.
Interval (wordt vaak samengenomen met ratio als metrisch of continue)
Continue variabel, metrische variabele.
Dus hierbij zitten er wel waardes aan (30 graden is 2x zo veel als 15 graden).
Heeft een zelfbedacht nulpunt (0 graden Celsius is niet hetzelfde als 0 graden
Fahrenheit, en je kan met temperatuur ook onder 0 komen).
Ratio (wordt vaak samengenomen met interval als metrisch of continue)
Continue, metrische variabele
Hierbij wordt het nulpunt niet zelf bedacht, maar dit is er gewoon.
Bv. aantal tanden je hebt er 0 of meer maar je kan er niet minder dan 0 hebben.
Er is dus een natuurlijk nulpunt.
NIVEAU NOMINAAL ORDINAAL INTERVAL RATIO
ONDERSCHEID X X X X
ORDENING X X X
GELIJKE VERSCHILLEN X X
NATUURLIJK NULPUNT X
Mogelijke vormen van weergaven bij de verschillende meetniveaus:
NIVEAU NOMINAAL ORDINAAL INTERVAL RATIO
CIRKELDIAGRAM X X
STAAFDIAGRAM X X
HISTOGRAM X X
LIJNGRAFIEK X X
BOXDIAGRAM X X X
SPREIDINGSDIAGRAM X X
PUNTENDIAGRAM X X X X
Hoorcollege 2 - betrouwbaarheid, validiteit en onderzoeksdesign
Donderdag 16 september 2021
Onderzoek
Tussen de ontwerpfase en data verzamelen, moeten er nog stappen worden ondernomen.
