Samenvatting Hoofdstuk 5. Verzekeren, studeren, sparen en lenen.
§5.1 Soorten verzekeringen.
Verzekering = de verzekeraar wordt verplicht om zich tegen ontvangst van een premie de verzekerde
schadeloos te stellen door een onzeker voorval. Door je te verzekeren worden de risico’s verminderd of zelfs
weggenomen. Een verzekeringsovereenkomst leggen we vast in een polis. Hierin staat: afgesproken risico’s,
maximale vergoedingen (verzekerde som = maximumbedrag dat de verzekeraar uitkeert) en hoogte van de
premie. Daarnaast betalen we over de premie en bijkomende kosten 21% assurantiebelasting.
2 soorten verzekeringen:
Schadeverzekeringen: verzekering waarbij de uitkering afhankelijk is van de geleden schade, de
uitkering is nooit hoger dan het schadebedrag.
Sommenverzekeringen: verzekering waarbij de uitkering niet afhankelijk is van verlies/schade, maar
van het moment waarop zich een onzeker voorval voordoet.
§5.2 Schadeverzekering en –regelingen.
In geval van schade hebt je 3 bedragen: 1. Het schade bedrag. 2. De gezonde waarde. 3. De verzekerde som.
Verzekeringsbreuk: verzekerde som : gezonde waarde.
Schade uitkering= (verzekerde som : gezonde waarde) x schadebedrag.
Oververzekering = verzekering waarbij de verzekerde som hoger is dan de gezonde waarde. Bij een
onderverzekering is de som lager dan de gezonde waarde. Tijdens een onderverzekering ontstaat er
een onderverzekeringbreuk = verzekeringsbreuk met een uitkomst < 1. Premier-risqueverzekering =
verzekering waarbij –ondanks onderverzekering- gelden schade geheel wordt uitgekeerd, met als
max de verzekerde som.
§5.2 Schadeverzekering en –regelingen.
Brandverzekering = verzekering tegen de schade ontstaan door brand. Meestal met een indexclausule,
dit betekent dat de verzekerde som -en dus ook de premie- meegroeien met de algemene
prijsstijgingen in de loop van de jaren. Dit doe je omdat je voorraad niet altijd gelijk is en door
algemene prijsstijgingen.
Transportverzekering = verzekering tegen de schade ontstaan tijdens het transport van goederen.
Hierbij kun je ook de imaginaire winst verzekeren, imaginaire winst = te verwachten winst op
goederen, die verloren gaat als de goederen door schade waardenloos worden.
Bedrijfsschadeverzekering = verzekering die de financiele gevolgen dekt door bedrijfsstilstand. De
verzekeraar keert dan elke dag een bedrag uit dat het bedrijf stil ligt.
Kredietverzekering = verzekering tegen de schade ontstaan door het niet kunnen innen van uitstaande
vorderingen. De verzekeraar gaat in alle gevallen niet over tot 100% uitkering bij het niet-betalen door
, klanten, dit zorgt dat er kredietrisico bij de ondernemer ligt. Kredietlimiet = maximum kredietbedrag
waarvoor de kredietverzekeraar garant staat. bijzonder vorm is exportkredietverzekering.
Exportkredietverzekering = verzekering tegen de schade ontstaan door het niet kunnen innen van
uitstaande vorderingen bij afnemers in het buitenland.
1. Commercieel risico bij exportkre. = risico voor de onderneming dat de onderneming niet
betaalt door de schuld van laatsgenoemde.
2. Politiek risico bij exportkre. = risico voor de onderneming dat de onderneming niet
betaald door de schuld van de overheid in het importland.
3. Herverzekeren = het opnieuw geheel/gedeeltelijk verzekeren van een door een
verzekeraar afgesloten verzekering.
Productaansprakelijkheidsverzekering = verzekering tegen de schade die kan ontstaan door het
gebruik van een bepaald product.
Aansprakelijkheidsverzekering = (verplicht door de overheid -> WA-verzekering) verzekering tegen de
schade die een persoon kan toebrengen aan een andere persoon of zaak van een andere persoon.
Eigen schade bij een onvoorzien voorvak wordt niet verzekerd.
Rechtsbijstandverzekering = verzekering waarbij de verzekraar een persoon of een onderneming
bijstaat bij juridische geschillen. Kan hulp uit natura of in de vorm van geld. Natura = stelt iets ter
beschikking die de verzekerde bijstaat bij het oplossen van een juridische geschil.
§5.1 Soorten verzekeringen.
Verzekering = de verzekeraar wordt verplicht om zich tegen ontvangst van een premie de verzekerde
schadeloos te stellen door een onzeker voorval. Door je te verzekeren worden de risico’s verminderd of zelfs
weggenomen. Een verzekeringsovereenkomst leggen we vast in een polis. Hierin staat: afgesproken risico’s,
maximale vergoedingen (verzekerde som = maximumbedrag dat de verzekeraar uitkeert) en hoogte van de
premie. Daarnaast betalen we over de premie en bijkomende kosten 21% assurantiebelasting.
2 soorten verzekeringen:
Schadeverzekeringen: verzekering waarbij de uitkering afhankelijk is van de geleden schade, de
uitkering is nooit hoger dan het schadebedrag.
Sommenverzekeringen: verzekering waarbij de uitkering niet afhankelijk is van verlies/schade, maar
van het moment waarop zich een onzeker voorval voordoet.
§5.2 Schadeverzekering en –regelingen.
In geval van schade hebt je 3 bedragen: 1. Het schade bedrag. 2. De gezonde waarde. 3. De verzekerde som.
Verzekeringsbreuk: verzekerde som : gezonde waarde.
Schade uitkering= (verzekerde som : gezonde waarde) x schadebedrag.
Oververzekering = verzekering waarbij de verzekerde som hoger is dan de gezonde waarde. Bij een
onderverzekering is de som lager dan de gezonde waarde. Tijdens een onderverzekering ontstaat er
een onderverzekeringbreuk = verzekeringsbreuk met een uitkomst < 1. Premier-risqueverzekering =
verzekering waarbij –ondanks onderverzekering- gelden schade geheel wordt uitgekeerd, met als
max de verzekerde som.
§5.2 Schadeverzekering en –regelingen.
Brandverzekering = verzekering tegen de schade ontstaan door brand. Meestal met een indexclausule,
dit betekent dat de verzekerde som -en dus ook de premie- meegroeien met de algemene
prijsstijgingen in de loop van de jaren. Dit doe je omdat je voorraad niet altijd gelijk is en door
algemene prijsstijgingen.
Transportverzekering = verzekering tegen de schade ontstaan tijdens het transport van goederen.
Hierbij kun je ook de imaginaire winst verzekeren, imaginaire winst = te verwachten winst op
goederen, die verloren gaat als de goederen door schade waardenloos worden.
Bedrijfsschadeverzekering = verzekering die de financiele gevolgen dekt door bedrijfsstilstand. De
verzekeraar keert dan elke dag een bedrag uit dat het bedrijf stil ligt.
Kredietverzekering = verzekering tegen de schade ontstaan door het niet kunnen innen van uitstaande
vorderingen. De verzekeraar gaat in alle gevallen niet over tot 100% uitkering bij het niet-betalen door
, klanten, dit zorgt dat er kredietrisico bij de ondernemer ligt. Kredietlimiet = maximum kredietbedrag
waarvoor de kredietverzekeraar garant staat. bijzonder vorm is exportkredietverzekering.
Exportkredietverzekering = verzekering tegen de schade ontstaan door het niet kunnen innen van
uitstaande vorderingen bij afnemers in het buitenland.
1. Commercieel risico bij exportkre. = risico voor de onderneming dat de onderneming niet
betaalt door de schuld van laatsgenoemde.
2. Politiek risico bij exportkre. = risico voor de onderneming dat de onderneming niet
betaald door de schuld van de overheid in het importland.
3. Herverzekeren = het opnieuw geheel/gedeeltelijk verzekeren van een door een
verzekeraar afgesloten verzekering.
Productaansprakelijkheidsverzekering = verzekering tegen de schade die kan ontstaan door het
gebruik van een bepaald product.
Aansprakelijkheidsverzekering = (verplicht door de overheid -> WA-verzekering) verzekering tegen de
schade die een persoon kan toebrengen aan een andere persoon of zaak van een andere persoon.
Eigen schade bij een onvoorzien voorvak wordt niet verzekerd.
Rechtsbijstandverzekering = verzekering waarbij de verzekraar een persoon of een onderneming
bijstaat bij juridische geschillen. Kan hulp uit natura of in de vorm van geld. Natura = stelt iets ter
beschikking die de verzekerde bijstaat bij het oplossen van een juridische geschil.
