Samenvatting Boek
‘’Huisvestingsmanagement’’
Facility Management
,Hoofdstuk 1
Huisvesting scherpt ruimtelijk-fysiek condities voor het primaire proces en is daardoor een onmisbaar
bedrijfsmiddel. Vanwege de relatief hoge kosten en de complexiteit en risico’s die er zijn aan
huisvestingsvraagstukken, wordt huisvesting soms beschouwd als ‘noodzakelijk kwaad’.
Een huisvesting kan een bijdrage leveren aan het realiseren van strategische organisatiedoelen, de
huisvesting heeft een toegevoegde waarde. Hier wordt de huisvesting beschouwd als een strategisch
goed.
Strategisch goed = een organisatie die niet alleen naar de kosten kijkt maar ook naar de opbrengsten die
daar tegenover staan.
Huisvesting wordt genoemd als een strategisch bedrijfsmiddel vanwege de bijdrage die zij kan leveren
aan het uitvoeren van de organisatiestrategie, vanwege het kapitaalintensieve karakter ervan en omdat
huisvestingsbeslissingen vragen om een lange planningshorizon.
Huisvesting kan op verschillende manieren toegevoegde waarde opleveren voor een organisatie, het
kan bijdrage aan het verhogen van opbrengsten en aan het verlagen van kosten.
- Verhogen van opbrengsten: verhogen van de arbeidsproductiviteit door een optimale werk
omgeving, generen van inkomsten door eigendomslocaties te verkopen.
- Verlagen van kosten: reduceren van verzuimkosten door het binnenklimaat te verbeteren,
verminderen van de huisvestingskosten door te verhuizen naar een goedkopere of kleinere
locatie.
Waarde toevoegen met huisvesting is maatwerk. Elke organisatie voert een eigen strategie en stelt
eigen prioriteiten bij de huisvestingsprestaties.
Alignment = het afstemmen van de huisvestingsstrategie op de organisatiestrategie.
Huisvestingmanagement = het optimaliseren van de prestaties die de huisvesting levert.
De toegevoegde waarde van huisvesting vloeit voort uit functionele, esthetische, technische en
financieel-economische huisvestingsprestatie. Het gaat hierbij om allerlei eigenschappen van de
huisvesting die relevant kunnen zijn voor een organisatie, zoals de uitstraling, de capaciteit, de
flexibiliteit, duurzaamheid en de marktwaarde.
Deze eigenschappen worden bepaald door de huisvestingscomponenten: zoals locaties, gebouwen,
werkplekken, financieringsconstructies, inrichtingsconcepten, gebruiksafspraken en gebouw gebonden
facilitair diensten.
Welke huisvestingsprestaties voor een organisatie van belang zijn hangt in de eerste plaats af van het
primaire proces van de organisatie.
De relactie tussen de toegevoegde waar, huisvestingsprestaties en huisvestingscomponenten.
- Huisvestingsprestaties: ontstaat door vergelijking met generieke, organisatieonafhankelijke
benchmarks. Kunnen worden gespiegeld aan algemeen erkende normen, is de toegevoegde
waarde van huisvesting organisatie specifiek. De prestaties kun je meten.
, - Toegevoegde waar: gerelateerd aan de specifieke doelen van de organisatie.
Benchmarks = kengetallen gebaseerd op de prestaties binnen een peergroup van vergelijkbare
organisaties.
Het verbeteren van huisvestingprestaties vraagt om het aanpassen van een of meer
huisvestingscomponenten: locaties, gebouwen, werkplekken, financieringsconstructies,
inrichtingsconcepten, gebruiksafspraken en gebouw gebonden facilitaire diensten. Het ‘draaien aan
deze knoppen’ wordt muteren genoemd.
In het DuPont-schema is de relatie tussen huisvesting en de belangrijkste onderdelen van de balans en
winst-en-verliesrekening weergegeven. Het schema laat zien hoe huisvesting langs drie wegen kan
, bijdragen aan winstgevendheid: door verhoging van de omzet, door verlaging van de kosten en door
verlaging van het geïnvesteerde vermogen.
‘’Huisvestingsmanagement’’
Facility Management
,Hoofdstuk 1
Huisvesting scherpt ruimtelijk-fysiek condities voor het primaire proces en is daardoor een onmisbaar
bedrijfsmiddel. Vanwege de relatief hoge kosten en de complexiteit en risico’s die er zijn aan
huisvestingsvraagstukken, wordt huisvesting soms beschouwd als ‘noodzakelijk kwaad’.
Een huisvesting kan een bijdrage leveren aan het realiseren van strategische organisatiedoelen, de
huisvesting heeft een toegevoegde waarde. Hier wordt de huisvesting beschouwd als een strategisch
goed.
Strategisch goed = een organisatie die niet alleen naar de kosten kijkt maar ook naar de opbrengsten die
daar tegenover staan.
Huisvesting wordt genoemd als een strategisch bedrijfsmiddel vanwege de bijdrage die zij kan leveren
aan het uitvoeren van de organisatiestrategie, vanwege het kapitaalintensieve karakter ervan en omdat
huisvestingsbeslissingen vragen om een lange planningshorizon.
Huisvesting kan op verschillende manieren toegevoegde waarde opleveren voor een organisatie, het
kan bijdrage aan het verhogen van opbrengsten en aan het verlagen van kosten.
- Verhogen van opbrengsten: verhogen van de arbeidsproductiviteit door een optimale werk
omgeving, generen van inkomsten door eigendomslocaties te verkopen.
- Verlagen van kosten: reduceren van verzuimkosten door het binnenklimaat te verbeteren,
verminderen van de huisvestingskosten door te verhuizen naar een goedkopere of kleinere
locatie.
Waarde toevoegen met huisvesting is maatwerk. Elke organisatie voert een eigen strategie en stelt
eigen prioriteiten bij de huisvestingsprestaties.
Alignment = het afstemmen van de huisvestingsstrategie op de organisatiestrategie.
Huisvestingmanagement = het optimaliseren van de prestaties die de huisvesting levert.
De toegevoegde waarde van huisvesting vloeit voort uit functionele, esthetische, technische en
financieel-economische huisvestingsprestatie. Het gaat hierbij om allerlei eigenschappen van de
huisvesting die relevant kunnen zijn voor een organisatie, zoals de uitstraling, de capaciteit, de
flexibiliteit, duurzaamheid en de marktwaarde.
Deze eigenschappen worden bepaald door de huisvestingscomponenten: zoals locaties, gebouwen,
werkplekken, financieringsconstructies, inrichtingsconcepten, gebruiksafspraken en gebouw gebonden
facilitair diensten.
Welke huisvestingsprestaties voor een organisatie van belang zijn hangt in de eerste plaats af van het
primaire proces van de organisatie.
De relactie tussen de toegevoegde waar, huisvestingsprestaties en huisvestingscomponenten.
- Huisvestingsprestaties: ontstaat door vergelijking met generieke, organisatieonafhankelijke
benchmarks. Kunnen worden gespiegeld aan algemeen erkende normen, is de toegevoegde
waarde van huisvesting organisatie specifiek. De prestaties kun je meten.
, - Toegevoegde waar: gerelateerd aan de specifieke doelen van de organisatie.
Benchmarks = kengetallen gebaseerd op de prestaties binnen een peergroup van vergelijkbare
organisaties.
Het verbeteren van huisvestingprestaties vraagt om het aanpassen van een of meer
huisvestingscomponenten: locaties, gebouwen, werkplekken, financieringsconstructies,
inrichtingsconcepten, gebruiksafspraken en gebouw gebonden facilitaire diensten. Het ‘draaien aan
deze knoppen’ wordt muteren genoemd.
In het DuPont-schema is de relatie tussen huisvesting en de belangrijkste onderdelen van de balans en
winst-en-verliesrekening weergegeven. Het schema laat zien hoe huisvesting langs drie wegen kan
, bijdragen aan winstgevendheid: door verhoging van de omzet, door verlaging van de kosten en door
verlaging van het geïnvesteerde vermogen.