1.1 ontwikkeling onderwijsgebouwen: vorm, structuur, functie en context
Een onderwijsgebouw = een gebouw waar onderwijs wordt verzorgd. Dit kan zijn:
- een basisschool
- middelbare school
- MBO
- HBO
- Universiteit
- Etc.
in zo een gebouw vind je ook vaak andere functies: kantoren, aula, etc.
• Gymzaal behoort niet tot een schoolgebouw en is een sportfunctie
- bij examenafname moet deze ruimte voldoen aan de eisen van onderwijsgebouw
Definitie bouwbesluit
Onderwijsfunctie is een gebruiksfunctie voor het geven van onderwijs. Het gaat hierbij om een
klaslokaal of een collegezaal op een universiteit.
- Klaslokalen = onderwijsfunctie
- Gymzaal = sportfunctie
- Aula = bijeenkomstfunctie
- Verkeersruimte = gemeenschappelijke ruimte
1
, Afmetingen scholen
• Bassischool= 3,5 m2 per leerling. Minimale oppervlakte school 70 m2
• Middelbaar onderwijs = 5,7 en 14,8 m2 p/l. Scholengemeenschap min. 890 m2
• HAVO/ VWO = Ca 7m2 p/l. Praktijkonderwijs ca 13m2 p/l
• HBO onderwijs = ook 7m2 p/l.
Oppervlak = zijn van alle ruimten in de school.
*tegenwoordig hoeven klaslokalen niet meer aan een min. oppervlak te voldoen.
Onderwijsvisies
Iedereen mag in Nederland een school stichten.
Bijzondere scholen:
In het begin (leerplichtwet 1901) betekende dit dat:
1. Verschillende kerkgemeenschappen richtte hun eigen scholen op.
2. Scholen ontstonden vanuit een onderwijskundige en pedagogische visie. Eigen bestuur met
afstand van de overheid. Wel kregen ze financiering vanuit de overheid.
Openbare scholen
1. Scholen waar gewerkt mag worden vanuit een specifieke onderwijskundige visie, maar
mogen geen beperkingen aanbrengen voor het aannemen van leerlingen. Gemeente bestuur
verantwoordelijk.
Type onderwijsvisies:
• Traditioneel
• Montessori
• Dalton
• Jenaplan
• Freinet
• Vrije school
• OGO (ontwikkelingsgericht onderwijs)
Scholen met niet traditionele onderwijsvisie stellen vaak bijzondere eisen aan de gebouwen:
- minder klasruimten
- meer gezamenlijke ruimten
- Danslokaal
- zandbak in het lokaal
- etc.
2