Management Vaardigheden H1: De vakbekwame manager
De 4 belangrijkste managementfuncties:
● Plannen
● Organiseren
● Leiden
● Controleren
Effectieve managers moeten goed zijn in vier soorten algemene vaardigheden:
● Conceptuele vaardigheden
○ Intellectueel vermogen
● Interpersoonlijke vaardigheden
○ Samenwerken
● Technische vaardigheden
● Politieke vaardigheden
○ Handig met beslissingen
Specifieke vaardigheden die zorgen voor de effectiviteit van een manager:
● Actief kunnen inspelen op de organisatie en haar hulpbronnen
● Organiseren en coördineren
● Met informatie omgaan
● Zorgen voor groei en ontwikkeling
● Werknemers motiveren en met conflicten omgaan
● Op een strategische manier problemen oplossen
Zes clusters van vaardigheden op het gebied van zelfbewustzijn, algemeen/sociaal, plannen en
controleren, organiseren en leiden.
Cluster 2 Algemene sociale vaardigheden
- Op interpersoonlijk niveau communiceren
- Diversiteit ontwikkelen
- Ethische wegwijzers ontwikkelen: wat is juist?
- Tijd en stress managen
,Kolbs model van ervaringsleren
Concrete ervaring: Actieve deelname aan een nieuwe ervaring
Reflectieve observatie: Kritische bestudering van die ervaring
Abstracte conceptualisering: Opname van conclusies die zijn gebaseerd op de nieuwe
ervaring in werkbare theorieën
Actief experimenteren: Toepassing van die theorieën op nieuwe situaties
Het aanleren van vaardigheden wordt volgens dit model gemaximaliseerd als studenten de
gelegenheid krijgen om observeren, denken en doen te combineren.
, H2: Interpersoonlijke communicatie
Ruis is wat op enig moment een storende factor is het communicatieproces is.
- Interne ruis: De ontvanger geeft een andere betekenis aan de boodschap dan de zender.
- Externe ruis: Geluiden van buitenaf zoals geschreeuw.
Basisvaardigheden voor interpersoonlijke communicatie.
Een goede communicatie wordt bevorderd door de volgende zes essentiële voorwaarden.
● Vermijd communicatiebarrières;
● Verzend begrijpelijke boodschappen;
● Gebruik non-verbale signalen op een correcte wijze;
● Luister actief;
● Vraag en geef betekenisvolle feedback;
● Pas op de juiste manier uiteenlopende communicatiestijlen aan.
De 4 belangrijkste managementfuncties:
● Plannen
● Organiseren
● Leiden
● Controleren
Effectieve managers moeten goed zijn in vier soorten algemene vaardigheden:
● Conceptuele vaardigheden
○ Intellectueel vermogen
● Interpersoonlijke vaardigheden
○ Samenwerken
● Technische vaardigheden
● Politieke vaardigheden
○ Handig met beslissingen
Specifieke vaardigheden die zorgen voor de effectiviteit van een manager:
● Actief kunnen inspelen op de organisatie en haar hulpbronnen
● Organiseren en coördineren
● Met informatie omgaan
● Zorgen voor groei en ontwikkeling
● Werknemers motiveren en met conflicten omgaan
● Op een strategische manier problemen oplossen
Zes clusters van vaardigheden op het gebied van zelfbewustzijn, algemeen/sociaal, plannen en
controleren, organiseren en leiden.
Cluster 2 Algemene sociale vaardigheden
- Op interpersoonlijk niveau communiceren
- Diversiteit ontwikkelen
- Ethische wegwijzers ontwikkelen: wat is juist?
- Tijd en stress managen
,Kolbs model van ervaringsleren
Concrete ervaring: Actieve deelname aan een nieuwe ervaring
Reflectieve observatie: Kritische bestudering van die ervaring
Abstracte conceptualisering: Opname van conclusies die zijn gebaseerd op de nieuwe
ervaring in werkbare theorieën
Actief experimenteren: Toepassing van die theorieën op nieuwe situaties
Het aanleren van vaardigheden wordt volgens dit model gemaximaliseerd als studenten de
gelegenheid krijgen om observeren, denken en doen te combineren.
, H2: Interpersoonlijke communicatie
Ruis is wat op enig moment een storende factor is het communicatieproces is.
- Interne ruis: De ontvanger geeft een andere betekenis aan de boodschap dan de zender.
- Externe ruis: Geluiden van buitenaf zoals geschreeuw.
Basisvaardigheden voor interpersoonlijke communicatie.
Een goede communicatie wordt bevorderd door de volgende zes essentiële voorwaarden.
● Vermijd communicatiebarrières;
● Verzend begrijpelijke boodschappen;
● Gebruik non-verbale signalen op een correcte wijze;
● Luister actief;
● Vraag en geef betekenisvolle feedback;
● Pas op de juiste manier uiteenlopende communicatiestijlen aan.