Amerika
1: Inleiding moderne geschiedenis van Latijns-Amerika
Historische periodisering:
1492-1810: koloniale periode
1810-1850: onafhankelijkheid en natievorming
1850-1930: integratie wereldsysteem
1930-1980: binnenwaarts-gerichte ontwikkeling
1980-2000: neoliberale tijdperk
2000-2021: post-neoliberalisme
Geografische indeling Latijns-Amerika:
- Amerika
- Noord-Amerika
- Midden-Amerika
- Caraïbisch gebied
- Zuid-Amerika
Culturele indeling Latijns-Amerika:
- Latijns-Amerika: alle landen die door Spanje en Portugal werden gekonoliseerd
- Spaans Amerika: alle landen waar Spaans wordt gesproken
- Ibero-Amerika: alle landen war Spaans en Portugees wordt gesproken
- Caraibisch gebied: eileanden in Caraibische zee maar ook kuststroken van continent
- Indo-Amerika: alle landen waar grote concentraties indianen voorkomen
- Afro-Amerika: landen waar sterke Afrikaanse invloeden voorkomen
- Andeslanden: Vooral Ecuador, peru, bolivia (Andescultuur aanwezig)
- Zuidelijke kegel: zuidelijkste landen, Uruguay, Argentinie, Chili
Essentiele data:
- 12 okt 1942: Columbus arriveert
- 1910: Mexicaanse revolutie
- 1959: Cubaanse revolutie
,2: Etniciteit en stratificatie
Begrippen over etniciteit:
- Mestizaje (mix van allerlei etniciteiten)
- Indio (oorspronkelijke bewoner)
- Cholo (Indiaan die roots achter zich laat)
Manifestatie cultuur: 12 oktober (dia de la raza) – ondertussen dag van inheemse protesten
- Steeds meer bewustwording inheemse cultuur, zo ook zapatistos Mexico (inheemse
guerillastrijders)
Kolonialisme en etniciteit:
- Indianen op grote schaal vermoord en uitgeroeid
- Bartolomé de las Casas schreef hierover, probeerde te beschermen, bron van kennis
Koloniale orde: haciendas en plantages:
- Overheersing van Europeanen over inheemse bevolking: militaire superioriteit
- Repressie en mishandeling gereedschappen voor afdwingen ondergeschiktheid
- Controle over bevolking vond plaats op microniveau: haciendas en plantages
- 1 patrón had volledige controle over de indianen en afro-Amerikanen die op hun
land woonden
o Ook psychologische controle door bijgeloof, loyaliteit en patronage.
Etnische stratificatie in de koloniale orde:
- Peninsulares: belangrijkste posten exclusief gereserveerd voor mensen in Spanje
geboren en getogen
- Criollos: blanken die in LA geboren waren konden deel uitmaken van lokale elite,
maar niet de hoogste posities.
- Mestizos: konden zelden elitaire positie verwerven, geen of weinig toegang tot
onderwijs
- Indianen: zeer beperkte rechten, inferieure status
- Afro-Amerikanen: veelal slaven en dus rechteloos (goederen)
Etniciteit & natievorming:
Nieuwe nationale staten:
- Na onafhankelijkheid: orden criollo – republieken waar geen rekening werd
gehouden met etnische diversiteit
- Nadruk op nationaliteit en patriottisme (in Peru zijn we nu allemaal Peruvianen)
- Afschaffingen bepaalde beschermingen: bijv. Indiaanse grond die de inheemse
bevolking wel kende tijdens de koloniale periode
- Nieuwe wetgeving: spiegelt zelfbeeld Creoolse elite, het nastreven van een westerse
samenleving en westerse cultuur
- ‘Gelijkheid voor de wet’ alleen op papier gegarandeerd.
Europese immigratie: Blanqueamiento als officieel beleid
- Pogingen om West-Europese (vooral noord) immigratie te bevorderen
- ‘Agenten’ gingen naar Duitsland, Zwitserland, etc. om ‘colonos’ te enthousiasmeren
, - Steun nam vorm aan van belofte over grond, agrarische gereerdschappen (vee),
zachte kredieten
- Waarom? Het idee om West-Europese normen & waarden (arbeidsethiek,
ondernemerschap, etc.) te verspreiden.
- Al snel begonnen deze migranten bij de lokale elite te horen.
- Voorbeelden:
o Duitsers, Italianen in Brazilie
o Japanners in Peru (Nipo-Peruanos) – President Fujimori 1990-2000
o Libanezen in Ecuador – president Jamil Mahuad (1998-2000)
o Britten in Chili – president Patricio Aylwin (1990-94), had ook veel Britse
ministers (Foxley, Hamilton, Marshall, Mac Niven)
Etniciteit begin 20e eeuw:
Het inheemse vraagstuk:
- Opkomst midden-klasse en populisme
- Incorporatie en assimilatie van Indianen ‘van boven af’
Indigenismo als publiek beleid:
- Mexicaanse revolutie 1910: meer aandacht inheemse volkeren, staat een actievere
rol in de integratie van de inheemse bevolking in het nationale leven
- Doel: ‘soepele’ integratie van deze groepen aan de moderniteit met ‘behoud eigen
identiteit’
- VB: Eerste congreso indigenista interamericano (Mexico 1940)
- Probleem: Indiaan moest Mexicaniseren (assimilatie)
Brazilie:
- Lang de mythe van de ‘democracia racial’ : goeie etnische verhoudingen, maar
president Cardoso bekent dat het probleem verholpen moet worden
- 2010: statuur voor raciale gelijkheid, eind van de mythe
- Van democracia racial naar ‘acao afirmativa’ (affirmative action)
o Expansie toegang afro-afkomstige tot diensten van de staat
o Uitbreiding toegang afro-afkomstige tot hogescholen en universiteiten
o Extra bijles op middelbare scholen om achterstand te verhelpen
Internationale dimensie:
- Wereld-conventies
- Verschuiving accent ontwikkelingshulp
- VN- Internationale arbeidsorganisatie (ILO) – conventie 169:
o Inheemse en Tribale volkeren, 1989.