Inhoudsopgave
Cardiovasculair risicomanagement................................................................................................................. 2
Diabetes Mellitus 2........................................................................................................................................ 9
De buik........................................................................................................................................................ 17
Darmproblemen bij kinderen.............................................................................................................................17
Darmproblemen bij volwassenen.......................................................................................................................21
Lactose intolerantie............................................................................................................................................24
,Cardiovasculair risicomanagement
De DIO kent de multidisciplinaire richtlijn bij CVRM.
Cardiovasculair risicomanagement gaat over het schatten van het risico op hart- en
vaatziekten. Dit zijn ziektes zoals:
- Myocard infarct (hart infarct)
- Angina pectoris (hart kramp, verdwijnt vaak maar als het blijft bestaan hart
infarct)
- Herseninfarct
- TIA (tijdelijke afsluiting van de hersenen)
- Aneurysma aorta (verwijdde aorta)
- Claudicatio intermittens (geen goede bloedtoevoer naar de benen)
Diagnostiek:
- Anamnese
o Roken, voeding (zout en verzadigd vet), alcoholgebruik en lichamelijke
activiteit
o Eerder vastgestelde hart- en vaatziekten, DM, chronische nierschade, RA,
artritis psoriatica, COPD, jicht, ankyloserende spondylitis, kanker in het
verleden, hiv-infectie, inflammatoire darmziekten en pre-eclampsie of
zwangerschapshypertensie in de voorgeschiedenis
o Een belaste familieanamnese voor premature hart- en vaatziekten
o Psychosociale risicofactoren (lage sociaaleconomische status, stress op het
werk en in het gezin, sociale isolatie, psychiatrische aandoening)
o Secundaire oorzaken van een verhoogde bloeddruk
, - Lichamelijk onderzoek
o Pols (in verband met casefinding atriumfibrilleren)
o Bloeddruk (gebruik voor de risicoschatting meerdere spreekkamermetingen)
o BMI (eventueel aangevuld met middelomtrek)
- Aanvullende diagnostiek
o Voor risicoschatting:
Niet-nuchter lipidenspectrum: totaal cholesterol (TC), HDL-cholesterol,
TC-HDL ratio, LDL-cholesterol, triglyceriden
Glucose
Creatine
eGFR
Albumine-creatineratio in urine