Aantekeningen kennisclips college 1.
Wat is sociale zekerheid?
- Herverdeling van individuele sociale risico’s.
- Uitgangspunt: collectiviteit en solidariteit.
- Hoe? -> door wetgeving.
Hoe heeft sociale zekerheid zich ontwikkeld?
- Voor 1900 -> liefdadigheid door kerk en gegoede burgerij.
- Sinds 1900 -> solidariteit en overheidsinitiatieven.
- Na WOII -> opmars sociale zekerheid.
- Sinds 1980:
Participatiesamenleving (= een samenleving waarin de mensen meer
verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven en omgeving).
Privatisering (= het omvormen van bedrijven van de overheid tot commerciële
bedrijven).
Decentralisatie (= proces dat je dingen minder centraal gaat regelen).
Op welke pijlers rust sociale zekerheid?
- Enerzijds:
Collectiviteit (= gemeenschap).
Solidariteit (= rijke mensen dragen de zwaarste lasten).
- Anderzijds:
Zelfredzaamheid (= vermogen om zelfstandig je leven te leiden en om je eigen
problemen op te lossen).
Participatie (= actieve, zelfgekozen deelname).
Toekomstbestendigheid
Wat is de functie van sociale zekerheid?
- Waarborgfunctie (= inkomenszekerheid)
- Activeringsfunctie (= uit de uitkering gaan wanneer het kan, niet te lang proviteren)
Drie soorten voorzieningen:
1) Werknemersverzekeringen.
2) Volksverzekeringen.
3) Sociale voorzieningen.
Voorziening vs verzekering.
Sociale Zekerheid
Alle
uitkeringen
Sociale Sociale
Voorziening Verzekering
Voor iedereen uit Uit premiegelden
belastinggeld, laatste Volksverzekering: Werknemers verzekering:
vangnet
Voor iedereen Voor mensen met
Bijv. ABW -> WWB
arbeidsverleden
-> Participatiewet 1 Premie door
werknemers Premie door werkgevers
Bijv. AOW & AWBZ Bijv. WW & WIA
,Zijn er alternatieven?
- Alternatieve zekerheid:
Particuliere verzekeringen.
Bezitsvorming (sparen en beleggen).
Liefdadigheid.
Arbeidsvoorwaardenregelingen.
Besluit (= beschikking) -> bezwaar (bij zelfde instantie die beschikking heeft genomen) -> beroep
(rechtbank, sector bestuur) -> hoger beroep (centrale raad van beroep/ CRvB).
2
, Aantekeningen kennisclips college 2.
Ziekte door de jaren heen:
Jaartal Regeling
1930 Invoering Ziektewet -> werknemer heeft 26 weken recht op ziektewetuitkering.
1967 Uitbreiding Ziektewet -> werknemer heeft 52 weken recht op ziektewetuitkering.
1994 Privatisering Ziektewet door Wet Uitbreiding Loondoorbetalingsverplichting
(Wulbz) -> art. 7:629 BW, de werkgever betaald het loon van een zieke werknemer
door.
1996 Loondoorbetalingsverplichting werkgever uitgebreid van 6 weken naar 52 weken.
2002 Loondoorbetalingsverplichting werkgever uitgebreid van 52 weken naar 104
weken.
2016 Wet werken na AOW-gerechtigde leeftijd (maximaal 13 weken).
Wanneer ben je ziek?
- Wie beoordeelt of je ziek bent?
Bedrijfsarts, huisarts of specialist.
- Wanneer ben je ziek?
Art. 7:629 BW: de werknemer verricht de bedongen arbeid niet, omdat hij in verband
met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling daartoe
verhinderd was.
Ziekte is een objectief begrip -> art. 19 ZW
- En wat als je niet ziek bent of er discussie bestaat over je ziekte?
Niet ziek -> art. 7:628 BW (gewijzigd sinds 01-01-2020, i.c.m. vervallen art. 7:627 BW).
Discussie -> art. 7:629 BW (tussentijd: niet ziek, dus werken).
Ziekte en loondoorbetaling.
- Diverse perioden van loondoorbetaling:
Uitgangspunt -> 104 weken (art. 7:629 lid 1 BW).
Uitzondering huishoudelijke hulp -> 6 weken (art. 7:629 lid 2 BW).
Uitzondering AOW-gerechtigde -> 13 weken.
- Hoogte loondoorbetaling:
Uitgangspunt -> 70% van het loon (art. 7:629 lid 1 BW).
Uitzondering -> capping op maximale premieloon, maar minimaal het minimumloon in
eerste 52 weken (daarna toeslag tot minimumloon o.g.v. Toeslagenwet).
Uitzondering -> cao of aovk uitzondering, eerste jaar veelal 100% van loon.
Ziek, maar geen loondoorbetaling.
- Geen loondoorbetalingsverplichting op grond van art. 7:629 lid 3 BW.
Situaties waarin geen loon hoeft te worden doorbetaald -> loon is niet verschuldigd.
- Loonopschorting op grond van art. 7:629 lid 6 BW.
Schending voorschriften -> loon wordt ingehouden, maar is wel verschuldigd.
Verplicht: (tijdige) mededeling aan werknemer.
- Verschil loonverval en loonopschorting.
3
Wat is sociale zekerheid?
- Herverdeling van individuele sociale risico’s.
- Uitgangspunt: collectiviteit en solidariteit.
- Hoe? -> door wetgeving.
Hoe heeft sociale zekerheid zich ontwikkeld?
- Voor 1900 -> liefdadigheid door kerk en gegoede burgerij.
- Sinds 1900 -> solidariteit en overheidsinitiatieven.
- Na WOII -> opmars sociale zekerheid.
- Sinds 1980:
Participatiesamenleving (= een samenleving waarin de mensen meer
verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven en omgeving).
Privatisering (= het omvormen van bedrijven van de overheid tot commerciële
bedrijven).
Decentralisatie (= proces dat je dingen minder centraal gaat regelen).
Op welke pijlers rust sociale zekerheid?
- Enerzijds:
Collectiviteit (= gemeenschap).
Solidariteit (= rijke mensen dragen de zwaarste lasten).
- Anderzijds:
Zelfredzaamheid (= vermogen om zelfstandig je leven te leiden en om je eigen
problemen op te lossen).
Participatie (= actieve, zelfgekozen deelname).
Toekomstbestendigheid
Wat is de functie van sociale zekerheid?
- Waarborgfunctie (= inkomenszekerheid)
- Activeringsfunctie (= uit de uitkering gaan wanneer het kan, niet te lang proviteren)
Drie soorten voorzieningen:
1) Werknemersverzekeringen.
2) Volksverzekeringen.
3) Sociale voorzieningen.
Voorziening vs verzekering.
Sociale Zekerheid
Alle
uitkeringen
Sociale Sociale
Voorziening Verzekering
Voor iedereen uit Uit premiegelden
belastinggeld, laatste Volksverzekering: Werknemers verzekering:
vangnet
Voor iedereen Voor mensen met
Bijv. ABW -> WWB
arbeidsverleden
-> Participatiewet 1 Premie door
werknemers Premie door werkgevers
Bijv. AOW & AWBZ Bijv. WW & WIA
,Zijn er alternatieven?
- Alternatieve zekerheid:
Particuliere verzekeringen.
Bezitsvorming (sparen en beleggen).
Liefdadigheid.
Arbeidsvoorwaardenregelingen.
Besluit (= beschikking) -> bezwaar (bij zelfde instantie die beschikking heeft genomen) -> beroep
(rechtbank, sector bestuur) -> hoger beroep (centrale raad van beroep/ CRvB).
2
, Aantekeningen kennisclips college 2.
Ziekte door de jaren heen:
Jaartal Regeling
1930 Invoering Ziektewet -> werknemer heeft 26 weken recht op ziektewetuitkering.
1967 Uitbreiding Ziektewet -> werknemer heeft 52 weken recht op ziektewetuitkering.
1994 Privatisering Ziektewet door Wet Uitbreiding Loondoorbetalingsverplichting
(Wulbz) -> art. 7:629 BW, de werkgever betaald het loon van een zieke werknemer
door.
1996 Loondoorbetalingsverplichting werkgever uitgebreid van 6 weken naar 52 weken.
2002 Loondoorbetalingsverplichting werkgever uitgebreid van 52 weken naar 104
weken.
2016 Wet werken na AOW-gerechtigde leeftijd (maximaal 13 weken).
Wanneer ben je ziek?
- Wie beoordeelt of je ziek bent?
Bedrijfsarts, huisarts of specialist.
- Wanneer ben je ziek?
Art. 7:629 BW: de werknemer verricht de bedongen arbeid niet, omdat hij in verband
met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling daartoe
verhinderd was.
Ziekte is een objectief begrip -> art. 19 ZW
- En wat als je niet ziek bent of er discussie bestaat over je ziekte?
Niet ziek -> art. 7:628 BW (gewijzigd sinds 01-01-2020, i.c.m. vervallen art. 7:627 BW).
Discussie -> art. 7:629 BW (tussentijd: niet ziek, dus werken).
Ziekte en loondoorbetaling.
- Diverse perioden van loondoorbetaling:
Uitgangspunt -> 104 weken (art. 7:629 lid 1 BW).
Uitzondering huishoudelijke hulp -> 6 weken (art. 7:629 lid 2 BW).
Uitzondering AOW-gerechtigde -> 13 weken.
- Hoogte loondoorbetaling:
Uitgangspunt -> 70% van het loon (art. 7:629 lid 1 BW).
Uitzondering -> capping op maximale premieloon, maar minimaal het minimumloon in
eerste 52 weken (daarna toeslag tot minimumloon o.g.v. Toeslagenwet).
Uitzondering -> cao of aovk uitzondering, eerste jaar veelal 100% van loon.
Ziek, maar geen loondoorbetaling.
- Geen loondoorbetalingsverplichting op grond van art. 7:629 lid 3 BW.
Situaties waarin geen loon hoeft te worden doorbetaald -> loon is niet verschuldigd.
- Loonopschorting op grond van art. 7:629 lid 6 BW.
Schending voorschriften -> loon wordt ingehouden, maar is wel verschuldigd.
Verplicht: (tijdige) mededeling aan werknemer.
- Verschil loonverval en loonopschorting.
3