Samenvatting EC KT1
Echografisch vlakken
Echografische terminologie
• Echo-rijk / hyper-echogeen / hyper-echoïc: een reflector beeldt zich lichter af ten opzichte van zijn
omgeving.
• Echo-arm / hypo-echogeen / hypo-echoïc: een reflector beeldt zich donkerder af ten opzichte van
zijn omgeving.
• Echo-vrij / an-echoïc / echofree: een gebied bevat geenreflecties, beeld zich zwart af.
• Iso-echogeen / isoechoïc: een reflector beeldt zich hetzelfde af ten opzichte van zijn omgeving.
Aorta en VCI
De a. gastrica zit ook nog aan de truncus coeliacus, maar deze is niet zichtbaar op het echobeeld. Dit geldt
ook voor de AMI
, Geluidsgolven
audiogebied: 20-20.000 HZ (kan de mens horen)
Echografie zit in ultrageluid gebied: 1-20 miljoen HZ (1-20 MHz)
3.5 MHz=3.5 miljoen trillingen per seconde
transversale golf: energie gaat van boven naar beneden,
energie beweegt t.o.v. de golf (bv golf in de sloot als je steen
gooit)
longitudinale golf: energie beweegt in dezelfde richting van de
golf (denk aan traploper)
Een golf is een verstoring die door een medium gaat
frequentie = aantal trillingen per seconde
f=1/T
A_0 = amplitude= max uitwijking [m]
U = uitwijking [m]
T = tijd van 1 golf = trillingstijd [s]
f = frequentie [s^-1 of Hz]
lambda = golflengte [m]
Hoe kleiner de golflengte, hoe meer details te zien zijn.
s=v*t
Ieder medium heeft zijn eigen snelheid:
• Lucht: 330 m/s
• Vet: 1450 m/s
• Water: 1500 m/s
• Lever: 1550 m/s
• Bloed: 1570 m/s
• Spier: 1585 m/s
• Bot: 4080 m/s
• Gemiddelde: 1540 m/s
Voortplantingssnelheid:
c = √(K / ρ)
ρ = dichtheid [kg/m^3]
K = elasticiteit [Pa of N/m^2]
T = temperatuur [T=293K]
1.1cEC2
Reflectie, contrast en opbouw echobeeld
Door de geluidsgolven wordt het lichaam opgewarmd.
Harmonische trilling: een trilling waarbij de uitwijking in functie van de tijd een sinusvorm vertoont.
Hoe meer energie je erin stopt hoe groter de amplitude, dit veranderd niet de golflengte.
Echografisch vlakken
Echografische terminologie
• Echo-rijk / hyper-echogeen / hyper-echoïc: een reflector beeldt zich lichter af ten opzichte van zijn
omgeving.
• Echo-arm / hypo-echogeen / hypo-echoïc: een reflector beeldt zich donkerder af ten opzichte van
zijn omgeving.
• Echo-vrij / an-echoïc / echofree: een gebied bevat geenreflecties, beeld zich zwart af.
• Iso-echogeen / isoechoïc: een reflector beeldt zich hetzelfde af ten opzichte van zijn omgeving.
Aorta en VCI
De a. gastrica zit ook nog aan de truncus coeliacus, maar deze is niet zichtbaar op het echobeeld. Dit geldt
ook voor de AMI
, Geluidsgolven
audiogebied: 20-20.000 HZ (kan de mens horen)
Echografie zit in ultrageluid gebied: 1-20 miljoen HZ (1-20 MHz)
3.5 MHz=3.5 miljoen trillingen per seconde
transversale golf: energie gaat van boven naar beneden,
energie beweegt t.o.v. de golf (bv golf in de sloot als je steen
gooit)
longitudinale golf: energie beweegt in dezelfde richting van de
golf (denk aan traploper)
Een golf is een verstoring die door een medium gaat
frequentie = aantal trillingen per seconde
f=1/T
A_0 = amplitude= max uitwijking [m]
U = uitwijking [m]
T = tijd van 1 golf = trillingstijd [s]
f = frequentie [s^-1 of Hz]
lambda = golflengte [m]
Hoe kleiner de golflengte, hoe meer details te zien zijn.
s=v*t
Ieder medium heeft zijn eigen snelheid:
• Lucht: 330 m/s
• Vet: 1450 m/s
• Water: 1500 m/s
• Lever: 1550 m/s
• Bloed: 1570 m/s
• Spier: 1585 m/s
• Bot: 4080 m/s
• Gemiddelde: 1540 m/s
Voortplantingssnelheid:
c = √(K / ρ)
ρ = dichtheid [kg/m^3]
K = elasticiteit [Pa of N/m^2]
T = temperatuur [T=293K]
1.1cEC2
Reflectie, contrast en opbouw echobeeld
Door de geluidsgolven wordt het lichaam opgewarmd.
Harmonische trilling: een trilling waarbij de uitwijking in functie van de tijd een sinusvorm vertoont.
Hoe meer energie je erin stopt hoe groter de amplitude, dit veranderd niet de golflengte.