Deeltentamen 1 TOE
Hoofdstuk 7 Morling
Primaire data collectie = wanneer onderzoekers een eigen enquête ontwikkelen
Secundaire data bron = de data die onderzoekers verkrijgen wanneer onderzoekers al bestaande
enquêtes gebruiken
Key informant = sleutelinformant die als respondent dient
Self-administered questionnaire (SAQ) = a survey completed directly by respondents through the
mail or online
Mode of administration = the way a survey is administered, such as face to face, by phone or mail, or
online
Closed-ended question = a focused interview question to which subjects can respond only in preset
ways
Response categories = the preset answers to questions on a survey
Open-ended question = a broad interview question to which subjects are allowed to respond in their
own words rather than in preset ways
Cross-sectionele enquête = een survey die op één tijdsmoment wordt afgenomen
Longitudinale enquête = wordt gebruikt om informatie over langere tijd te verzamelen
Herhaalde cross-sectionele enquête = onderzoekers ondervragen verschillende groepen individuen
(bijv. voor de afgelopen 50 jaar zijn elk jaar alle eerstejaarsstudenten gevraagd naar hun attitudes,
doelen en gedrag.)
Paneel enquête (panel survey) = dezelfde groep individuen meerdere keren interviewen over langere
tijd
Attrition = uitval
Poll = een hele korte enquête die gaat over één onderwerp, bevat vaak maar één of een paar vragen
en kunnen vaak beantwoord worden met ja/nee
Split-ballot design = de helft van de responderen geeft antwoorden op een aantal onderwerpen
(ballot/module) en de andere helft op een andere ballot of module
Non-response = sommige respondenten kiezen er voor om niet mee te doen aan de enquête of om
sommige vragen niet te beantwoorden
Meetfouten = wanneer de methode van afname de antwoorden beïnvloedt (design v/d enquête, de
interviewer, de setting)
Dekfouten = als de steekproef de populatie/doelgroep niet weerspiegelt
Steekproef fouten = wanneer de steekproef verschilt van de populatie (eigenlijk altijd)
Interviewer effecten = de invloed van een interviewer op de antwoorden
Face-to-face interviews = een interviewer spreekt af met een respondent
Hoofdstuk 7 Morling
Primaire data collectie = wanneer onderzoekers een eigen enquête ontwikkelen
Secundaire data bron = de data die onderzoekers verkrijgen wanneer onderzoekers al bestaande
enquêtes gebruiken
Key informant = sleutelinformant die als respondent dient
Self-administered questionnaire (SAQ) = a survey completed directly by respondents through the
mail or online
Mode of administration = the way a survey is administered, such as face to face, by phone or mail, or
online
Closed-ended question = a focused interview question to which subjects can respond only in preset
ways
Response categories = the preset answers to questions on a survey
Open-ended question = a broad interview question to which subjects are allowed to respond in their
own words rather than in preset ways
Cross-sectionele enquête = een survey die op één tijdsmoment wordt afgenomen
Longitudinale enquête = wordt gebruikt om informatie over langere tijd te verzamelen
Herhaalde cross-sectionele enquête = onderzoekers ondervragen verschillende groepen individuen
(bijv. voor de afgelopen 50 jaar zijn elk jaar alle eerstejaarsstudenten gevraagd naar hun attitudes,
doelen en gedrag.)
Paneel enquête (panel survey) = dezelfde groep individuen meerdere keren interviewen over langere
tijd
Attrition = uitval
Poll = een hele korte enquête die gaat over één onderwerp, bevat vaak maar één of een paar vragen
en kunnen vaak beantwoord worden met ja/nee
Split-ballot design = de helft van de responderen geeft antwoorden op een aantal onderwerpen
(ballot/module) en de andere helft op een andere ballot of module
Non-response = sommige respondenten kiezen er voor om niet mee te doen aan de enquête of om
sommige vragen niet te beantwoorden
Meetfouten = wanneer de methode van afname de antwoorden beïnvloedt (design v/d enquête, de
interviewer, de setting)
Dekfouten = als de steekproef de populatie/doelgroep niet weerspiegelt
Steekproef fouten = wanneer de steekproef verschilt van de populatie (eigenlijk altijd)
Interviewer effecten = de invloed van een interviewer op de antwoorden
Face-to-face interviews = een interviewer spreekt af met een respondent