Algemene economie - Week 1
Homogeen = mensen stappen makkelijk over naar het goedkoopste product
Heterogeen = mensen kijken naar sfeer, acties en emotie om het product te kiezen
Artikel 1 - Facebook accuses of squashing rivals by former antitrust official
Vraag 1: Wat is de rode draad van de eerste zes minuten van deze clip?
→ Je hebt verschillende economische theorieën nodig om vragen te kunnen beantwoorden.
Vraag 2: Een voormalige medewerker van de mededingingsautoriteit in de Verenigde Staten,
Fiona Scott Morton beschuldigde in april dit jaar Facebook ervan dat het bedrijf eerlijke
concurrentie onmogelijk maakte. Hoe deed Facebook dat volgens haar?
Facebook heeft gebruikers niet ingelicht over de data die het bedrijf verzamelde. Mensen wisten
niet dat ze met met hun data voor de diensten van Facebook betaalden. Op basis van die data
is facebook nu bijna een monopolist op het gebied van consumentendata (facebook heeft
Instagram en Whatsapp en concurrerende platformen zijn onmogelijk te bereiken)
, Vraag 3: Wat was het antwoord van de directie van Facebook op de verwijten van Fiona
Scott Morton?
“Mensen zijn uiteindelijk de beste beoordelaar van de waarde van de producten en diensten
van een bedrijf, en het is dus hun eigen keuze, en als we stoppen met het innoveren zullen
mensen gewoon meer tijd besteden aan andere diensten en raken wij klanten kwijt.”
Vraag 4: Wat is volgens econome Morton de reden dat andere bedrijven niet meer in staat
zijn om met Facebook te concurreren?
Zij stellen dat Facebook door deze tactiek een kantelpunt kon bereiken waar het zo
dominant is geworden omdat er zoveel gebruik van maakten, dat andere bedrijven het
succes niet meer na kunnen doen.
Vraag 5: De anti-trust waakhonden hebben al eerder gekeken naar Facebook, Amazon en
Google. Wat is het verschil tussen de bezwaren die gemaakt worden tegen Facebook en
Google en die gemaakt worden tegen Amazon?
Bij Amazon ging het om oneerlijke prijsconcurrentie.
Vraag 6: In het artikel wordt het “gereguleerde monopolie” van het voormalige telecombedrijf
AT&T genoemd. Wat gebeurde er in 1982 met dit bedrijf?
Dat bedrijf werd opgesplitst
Vraag 7: Wat zijn de voor- en nadelen voor consumenten van een (bijna) monopolie op het
gebied van sociale media?
Voordelen: een grote partij kan netwerkeffecten realiseren en heeft schaalvoordelen
Nadelen: minder keuze en het spill over effect (extern)
Vraag 8: Wat is het verschil tussen het soort markt waar AT&T in de vorige eeuw en
Facebook nu in opereert?
AT&T opereerde op een door de overheid gereguleerde markt, facebook opereert op een
ongereguleerde markt.
Vraag 9: Welke uitspraak over de verzorgingsstaat is juist?
Verzorgingsstaten hebben een progressief belastingstelsel (hoe meer je verdiend, hoe meer
belasting je betaald).
Vraag 10: Economie is volgens sommige economen een ‘studie van rationele keuzes’, wat
betekent dat?
Economische keuzes worden gemaakt op basis van weloverwogen, systematische calculatie
van de best mogelijke manier om een doel te bereiken.
Vraag 11: Hoe noem je het wanneer een bedrijf een van de weinige kopers is?
Oligopsonie
Homogeen = mensen stappen makkelijk over naar het goedkoopste product
Heterogeen = mensen kijken naar sfeer, acties en emotie om het product te kiezen
Artikel 1 - Facebook accuses of squashing rivals by former antitrust official
Vraag 1: Wat is de rode draad van de eerste zes minuten van deze clip?
→ Je hebt verschillende economische theorieën nodig om vragen te kunnen beantwoorden.
Vraag 2: Een voormalige medewerker van de mededingingsautoriteit in de Verenigde Staten,
Fiona Scott Morton beschuldigde in april dit jaar Facebook ervan dat het bedrijf eerlijke
concurrentie onmogelijk maakte. Hoe deed Facebook dat volgens haar?
Facebook heeft gebruikers niet ingelicht over de data die het bedrijf verzamelde. Mensen wisten
niet dat ze met met hun data voor de diensten van Facebook betaalden. Op basis van die data
is facebook nu bijna een monopolist op het gebied van consumentendata (facebook heeft
Instagram en Whatsapp en concurrerende platformen zijn onmogelijk te bereiken)
, Vraag 3: Wat was het antwoord van de directie van Facebook op de verwijten van Fiona
Scott Morton?
“Mensen zijn uiteindelijk de beste beoordelaar van de waarde van de producten en diensten
van een bedrijf, en het is dus hun eigen keuze, en als we stoppen met het innoveren zullen
mensen gewoon meer tijd besteden aan andere diensten en raken wij klanten kwijt.”
Vraag 4: Wat is volgens econome Morton de reden dat andere bedrijven niet meer in staat
zijn om met Facebook te concurreren?
Zij stellen dat Facebook door deze tactiek een kantelpunt kon bereiken waar het zo
dominant is geworden omdat er zoveel gebruik van maakten, dat andere bedrijven het
succes niet meer na kunnen doen.
Vraag 5: De anti-trust waakhonden hebben al eerder gekeken naar Facebook, Amazon en
Google. Wat is het verschil tussen de bezwaren die gemaakt worden tegen Facebook en
Google en die gemaakt worden tegen Amazon?
Bij Amazon ging het om oneerlijke prijsconcurrentie.
Vraag 6: In het artikel wordt het “gereguleerde monopolie” van het voormalige telecombedrijf
AT&T genoemd. Wat gebeurde er in 1982 met dit bedrijf?
Dat bedrijf werd opgesplitst
Vraag 7: Wat zijn de voor- en nadelen voor consumenten van een (bijna) monopolie op het
gebied van sociale media?
Voordelen: een grote partij kan netwerkeffecten realiseren en heeft schaalvoordelen
Nadelen: minder keuze en het spill over effect (extern)
Vraag 8: Wat is het verschil tussen het soort markt waar AT&T in de vorige eeuw en
Facebook nu in opereert?
AT&T opereerde op een door de overheid gereguleerde markt, facebook opereert op een
ongereguleerde markt.
Vraag 9: Welke uitspraak over de verzorgingsstaat is juist?
Verzorgingsstaten hebben een progressief belastingstelsel (hoe meer je verdiend, hoe meer
belasting je betaald).
Vraag 10: Economie is volgens sommige economen een ‘studie van rationele keuzes’, wat
betekent dat?
Economische keuzes worden gemaakt op basis van weloverwogen, systematische calculatie
van de best mogelijke manier om een doel te bereiken.
Vraag 11: Hoe noem je het wanneer een bedrijf een van de weinige kopers is?
Oligopsonie
