Symbolen en sneltoetsen:
↗ ↘
← ↑ → ↓
OV1: De werking van een
competitieve markt.
1: De marktvormen
1.1 Prijsmechanisme
Adam Smith
Hij zegt: Een mens laat zich slechts door eigenbelang leiden. Hij wordt
door een onzichtbare hand geleid iets na te streven dat buiten zijn
bedoelingen ligt. Het is niet vanwege de goedheid van de slager, bakker of
brouwer dat wij ons eten verwachten, maar vanwege hun eigenbelang.
Streeft naar EIGENBELANG!!!!!
Hoe komen vragers en aanbieders tot een akkoord?
Als de p te hoog is, zullen vragers afhaken
Vraag ↘ De p ↘ ook
Bij ↘ p zijn er ↘ aanbieders die willen verkopen.
Evenwichtsprijs
= prijs waarmee beide partijen (kopers/verkopers) akkoord zijn
Functie prijsmechanisme
= zorgt voor evenwicht tussen vraag/aanbod.
Marktevenwicht
= Gevraagde Q is = aan aangeboden Q.
,1.2 Vier marktvormen
MV1 MV2 MV3 MV4
NAAM? Volledige Monopolistisch Oligopolie Monopolie
concurrenti e concurrentie (prijszetter
e = vrije )
mededinge
n
VB? Aardbeien GSM Vliegtuigen De Lijn
AANTAL Veel Veel Veel Veel
VRAGERS?
AANTAL Heel Veel Veel Weinig 1
AANBIEDERS
HOMOGEEN/ Homogeen Heterogeen Heterogeen Homogeen
HETEROGEEN , soms
PRODUCT homogeen
TOETREDEN Vrij Vrij Moeilijk Onmogelijk
TOT MARKT?
TRANSPARANT Ja Nee Nee nee
E MARKT?
Heterogeen
= merk typische eigenschappen, onderlinge verschillen = diensten
Homogeen
= gelijkaardig, vervangbaar goed, lijkt op elkaar
Voorbeelden van de marktvormen
MV1: aandelen, goudmarkt, witloofmarkt
MV2: bakkers, automarkt, wasmiddel
MV3: bankensector, markt van keukens
MV4: belgocontrol, NMBS, sunseeker
niet-competitieve marktvorm = helemaal GEEN concurrentie.
competitieve marktvorm = WEL concurrentie
, 2: De vraag op competitieve markten
2.1: De vraag en de vraagcurve
B) ↘ hoe ↗ de p, hoe ↘ de Q
C) begrip ‘vraag’
= geeft gevraagde Q bij diverse p. Toont relatie tussen p en gevraagde Q.
F) Wat is er gebeurd met vraagcurve? Wat stel je vast bij elke p?
= Bij elke ↗ p wordt er ↘ gevrad. De vragcue gat nar ←.
HOEVEELHEID X-AS PRIJS Y-AS
De wet van de vraag
= bij prijsdaling zal gevraagde hoeveelheid toenemen, omgekeerd ook bij
prijsstijging zal gevraagde hoeveelheid dalen.
↗ ↘
← ↑ → ↓
OV1: De werking van een
competitieve markt.
1: De marktvormen
1.1 Prijsmechanisme
Adam Smith
Hij zegt: Een mens laat zich slechts door eigenbelang leiden. Hij wordt
door een onzichtbare hand geleid iets na te streven dat buiten zijn
bedoelingen ligt. Het is niet vanwege de goedheid van de slager, bakker of
brouwer dat wij ons eten verwachten, maar vanwege hun eigenbelang.
Streeft naar EIGENBELANG!!!!!
Hoe komen vragers en aanbieders tot een akkoord?
Als de p te hoog is, zullen vragers afhaken
Vraag ↘ De p ↘ ook
Bij ↘ p zijn er ↘ aanbieders die willen verkopen.
Evenwichtsprijs
= prijs waarmee beide partijen (kopers/verkopers) akkoord zijn
Functie prijsmechanisme
= zorgt voor evenwicht tussen vraag/aanbod.
Marktevenwicht
= Gevraagde Q is = aan aangeboden Q.
,1.2 Vier marktvormen
MV1 MV2 MV3 MV4
NAAM? Volledige Monopolistisch Oligopolie Monopolie
concurrenti e concurrentie (prijszetter
e = vrije )
mededinge
n
VB? Aardbeien GSM Vliegtuigen De Lijn
AANTAL Veel Veel Veel Veel
VRAGERS?
AANTAL Heel Veel Veel Weinig 1
AANBIEDERS
HOMOGEEN/ Homogeen Heterogeen Heterogeen Homogeen
HETEROGEEN , soms
PRODUCT homogeen
TOETREDEN Vrij Vrij Moeilijk Onmogelijk
TOT MARKT?
TRANSPARANT Ja Nee Nee nee
E MARKT?
Heterogeen
= merk typische eigenschappen, onderlinge verschillen = diensten
Homogeen
= gelijkaardig, vervangbaar goed, lijkt op elkaar
Voorbeelden van de marktvormen
MV1: aandelen, goudmarkt, witloofmarkt
MV2: bakkers, automarkt, wasmiddel
MV3: bankensector, markt van keukens
MV4: belgocontrol, NMBS, sunseeker
niet-competitieve marktvorm = helemaal GEEN concurrentie.
competitieve marktvorm = WEL concurrentie
, 2: De vraag op competitieve markten
2.1: De vraag en de vraagcurve
B) ↘ hoe ↗ de p, hoe ↘ de Q
C) begrip ‘vraag’
= geeft gevraagde Q bij diverse p. Toont relatie tussen p en gevraagde Q.
F) Wat is er gebeurd met vraagcurve? Wat stel je vast bij elke p?
= Bij elke ↗ p wordt er ↘ gevrad. De vragcue gat nar ←.
HOEVEELHEID X-AS PRIJS Y-AS
De wet van de vraag
= bij prijsdaling zal gevraagde hoeveelheid toenemen, omgekeerd ook bij
prijsstijging zal gevraagde hoeveelheid dalen.