Integrale Veiligheidheidskunde
1.2
Wat is veilig(heid)
- Veilig = vrij van gevaar, beschermd tegen gevaar
- Veiligheid = het veilig zijn
Veiligheid:
‘De effectieve bescherming van mensen tegen persoonlijk leed’
1. We praten vaker over onveiligheid en risico’s
2. Veiligheid is moeilijker zichtbaar, tastbaar of voelbaar.
3. Onveiligheid is beter zichtbaar, tastbaar en voelbaar
4. Veiligheid als het ontbreken van gevaar
We leven in een risicomaatschappij
Samenleving waarbij technologische ontwikkelingen zulke onbeheerst baren risico’s hebben
meegebracht. Waarin pogingen om deze risico’s te beheersen de overhand hebben genomen.
Heel erg bezig om deze risico’s te beperken.
Risicoregelreflex à de praktijk, het handelen om na ieder probleem of risico’s wat je constateert
weer nieuwe maatregelen, procedures, nieuw beleid op te stellen om de risico’s uit te bannen.
100% veiligheid bestaat niet, maatregelen die hiervoor nodig zouden zijn doen inbreuk op bijv. de
privacy van burgers.
Veiligheidsutopie àHet utopisch verlangen naar maximale vrijheid en maximale veiligheid.
2.1
Integrale veiligheid
“Veiligheid in breder perspectief langs lijnen van tijd, ruimte, sociale netwerken en kennisgebieden.”
Veiligheidsvraagstukken benader je als een proces van oorzaak naar gevolg.
De Veiligheid keten (TIJD)
,1e dimensie à Tijd
Je kijkt naar het proces van veiligheid
2e dimensie à Ruimte
Bestuurlijke ruimte staat centraal (vb. nationaal of regionaal probleem)
Lokaal à regionaal à nationaal à internationaal
3e dimensie sociale netwerken
De aanpak van veiligheidsvraagstukken gebeurt zelden of nooit door 1 persoon of organisatie
4
\e dimensie kennisgebieden
Veiligheid kun je vanuit verschillende kennisgebieden benaderen
- Psychologisch
- Juridisch
- Criminologisch
- Economisch
- Pedagogisch
- Bestuurlijk
2.2
Basismodel integrale veiligheidskunde
Fysieke veiligheid à niet menselijke bron
Sociale veiligheid à menselijke bron
Security à moedwillig, zijn er mensen die spullen van jou organisatie willen stelen/hackers
, Safety à Natuurlijke risico’s, giftige stoffen ergens opgeslagen (ongelukken die samenhangen met
risico’s die van nature ontstaan)
Subjectieve veiligheid à veilig voelen
Objectieve veiligheid à veilig zijn à dit moet je kunnen zien
Interne veiligheidà effectieve bescherming van personen die gebruik maken of bevinden in het
systeem van het bedrijf, tegen persoonlijk leed door een ongeval binnen dat systeem.
Externe veiligheid à effectieve bescherming van de omgeving van deze organisatie, de mate waarin
de personen buiten de organisatie tegen persoonlijke leed door een ongeval beschermd zijn buiten
het systeem.
Hoorcollege week 2
Integraal = in breder perspectief plaatsen van een veiligheidsprobleem
Breder perspectief à meer zien à beter begrijpen à betere aanpak
Analyse middelen = Tijd, ruimte, netwerken en kennisgebieden
Soorten veiligheid
Publiek à fysieke en sociale veiligheid (Burgers)
Fysieke veiligheid = leed wat ontstaat door niet menselijke-bron (vb. natuurrampen of overstroming)
Sociale veiligheid = leed wat ontstaat door menselijke bron (vb. mensen die andere mensen pijn
doen)
Privaat à Security en safety (bedrijven/organisaties)
Security = moedwillig (mensen die bewust kwaad willen, criminelen/hackers inbreken in bedrijf)
Safety = niet-moedwillig ( fabriek met gevaarlijke machines/stoffen, er wordt alles aangedaan dat er
geen letsel ontstaat. Soms gebeurt dit met een ongeluk)
Objectieve veiligheid à meten van veiligheid, dit moet je zien
Subjectieve veiligheid à veiligheidsgevoelens
1.2
Wat is veilig(heid)
- Veilig = vrij van gevaar, beschermd tegen gevaar
- Veiligheid = het veilig zijn
Veiligheid:
‘De effectieve bescherming van mensen tegen persoonlijk leed’
1. We praten vaker over onveiligheid en risico’s
2. Veiligheid is moeilijker zichtbaar, tastbaar of voelbaar.
3. Onveiligheid is beter zichtbaar, tastbaar en voelbaar
4. Veiligheid als het ontbreken van gevaar
We leven in een risicomaatschappij
Samenleving waarbij technologische ontwikkelingen zulke onbeheerst baren risico’s hebben
meegebracht. Waarin pogingen om deze risico’s te beheersen de overhand hebben genomen.
Heel erg bezig om deze risico’s te beperken.
Risicoregelreflex à de praktijk, het handelen om na ieder probleem of risico’s wat je constateert
weer nieuwe maatregelen, procedures, nieuw beleid op te stellen om de risico’s uit te bannen.
100% veiligheid bestaat niet, maatregelen die hiervoor nodig zouden zijn doen inbreuk op bijv. de
privacy van burgers.
Veiligheidsutopie àHet utopisch verlangen naar maximale vrijheid en maximale veiligheid.
2.1
Integrale veiligheid
“Veiligheid in breder perspectief langs lijnen van tijd, ruimte, sociale netwerken en kennisgebieden.”
Veiligheidsvraagstukken benader je als een proces van oorzaak naar gevolg.
De Veiligheid keten (TIJD)
,1e dimensie à Tijd
Je kijkt naar het proces van veiligheid
2e dimensie à Ruimte
Bestuurlijke ruimte staat centraal (vb. nationaal of regionaal probleem)
Lokaal à regionaal à nationaal à internationaal
3e dimensie sociale netwerken
De aanpak van veiligheidsvraagstukken gebeurt zelden of nooit door 1 persoon of organisatie
4
\e dimensie kennisgebieden
Veiligheid kun je vanuit verschillende kennisgebieden benaderen
- Psychologisch
- Juridisch
- Criminologisch
- Economisch
- Pedagogisch
- Bestuurlijk
2.2
Basismodel integrale veiligheidskunde
Fysieke veiligheid à niet menselijke bron
Sociale veiligheid à menselijke bron
Security à moedwillig, zijn er mensen die spullen van jou organisatie willen stelen/hackers
, Safety à Natuurlijke risico’s, giftige stoffen ergens opgeslagen (ongelukken die samenhangen met
risico’s die van nature ontstaan)
Subjectieve veiligheid à veilig voelen
Objectieve veiligheid à veilig zijn à dit moet je kunnen zien
Interne veiligheidà effectieve bescherming van personen die gebruik maken of bevinden in het
systeem van het bedrijf, tegen persoonlijk leed door een ongeval binnen dat systeem.
Externe veiligheid à effectieve bescherming van de omgeving van deze organisatie, de mate waarin
de personen buiten de organisatie tegen persoonlijke leed door een ongeval beschermd zijn buiten
het systeem.
Hoorcollege week 2
Integraal = in breder perspectief plaatsen van een veiligheidsprobleem
Breder perspectief à meer zien à beter begrijpen à betere aanpak
Analyse middelen = Tijd, ruimte, netwerken en kennisgebieden
Soorten veiligheid
Publiek à fysieke en sociale veiligheid (Burgers)
Fysieke veiligheid = leed wat ontstaat door niet menselijke-bron (vb. natuurrampen of overstroming)
Sociale veiligheid = leed wat ontstaat door menselijke bron (vb. mensen die andere mensen pijn
doen)
Privaat à Security en safety (bedrijven/organisaties)
Security = moedwillig (mensen die bewust kwaad willen, criminelen/hackers inbreken in bedrijf)
Safety = niet-moedwillig ( fabriek met gevaarlijke machines/stoffen, er wordt alles aangedaan dat er
geen letsel ontstaat. Soms gebeurt dit met een ongeluk)
Objectieve veiligheid à meten van veiligheid, dit moet je zien
Subjectieve veiligheid à veiligheidsgevoelens
