100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Voorgeschreven jurisprudentie samengevat week 1 t/m 7

Beoordeling
-
Verkocht
3
Pagina's
7
Geüpload op
24-11-2021
Geschreven in
2019/2020

Voorgeschreven jurisprudentie week 1 t/m 7










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
24 november 2021
Aantal pagina's
7
Geschreven in
2019/2020
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Week 1
HR – Zonen Endstra/Nieuw Amsterdam  Werktoets -> Een werk dient:
- eigen oorspronkelijk karakter (EOK) te hebben: de vorm mag niet ontleend zijn aan die van
een ander werk.
- het persoonlijk stempel (PS) van de maker te dragen: er moet sprake zijn van een vorm die
het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes die aldus het
voortbrengsel is van de menselijke geest.
HvJ EU – Infopaq/DDF (I)  Van een eigen intellectuele schepping is sprake wanneer de maker van
het werk zijn creatieve bekwaamheden tot uiting heeft kunnen brengen door het maken van vrije en
creatieve keuzen waardoor de maker in staat is zijn werk een persoonlijke nooit te geven (EIS).
HvJ EU – Levola/Smilde  Auteursrichtlijn (2001/29) moet zo worden uitgelegd dat zij eraan in de
weg staat dat de smaak van een voedingsmiddel op grond van deze richtlijn auteursrechtelijk wordt
beschermd omdat smaak niet voldoet aan uitdrukkingsvereiste: de smaak van een voedingsmiddel
kan niet nauwkeurig en objectief worden uitgedrukt.
HvJ EU – Football Dataco/Sportradar (inbreukvraag)  Artikel 7 van richtlijn 96/9 aldus moet
worden uitgelegd dat wanneer een persoon gegevens die hij eerder heeft geüpload uit een databank
die wordt beschermd en deze via een webserver in lidstaat A naar de computer van een andere
persoon in lidstaat B op diens verzoek verzendt om in het geheugen van deze computer te worden
opgeslagen en op het computerscherm te worden getoond, sprake is van “hergebruik” van die
gegevens door de verzender als er sprake is van gerichtheid naar het publiek van die staat (de
intentie wordt gekwalificeerd in termen van de voorziene ontvangst). Deze handeling moet worden
geacht plaats te vinden in lidstaat B als er aanwijzingen zijn dat uit de handeling blijkt dat deze
handeling gericht is op leden van het publiek in die lidstaat, hetgeen ter beoordeling van de nationale
rechter staat.
HvJ EU – Pinckney/KDG Mediatech (bevoegdheidsvraag)  Artikel 5 lid 3 van de verordening (nr.
44/2001) aldus moet worden uitgelegd dat wanneer een website ook toegankelijk is in het
rechtsgebied van de aangezochte rechter deze bevoegd is om zich uit te spreken over de schade die
deze website aanricht of kan aanrichten: mits deze kans meer dan louter theoretisch (door in casu
dus de mogelijkheid te bieden die cd’s te bestellen). De rechter mag zich slechts uitspreken over de
schade die is veroorzaakt op het grondgebied van zijn lidstaat.
HR Lancome/Kecofa  Een voortbrengsel komt voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking
wanneer het:
i. Voor menselijke waarneming vatbaar is;
a. Het auteursrecht blijft bestaan ook als de waarneembaarheid verdwijnt, het object van de bescherming
is niet een ding maar de onlichamelijke schepping dat in dingen besloten kan liggen: corpus mysticum en
niet het corpus mechanicum.
ii. Een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt
(EOK & PS)
iii. Het EOK & PS niet enkel datgene betreft wat noodzakelijk is voor het verkrijgen van een
technisch effect.

Week 2
HvJ EU Infopaq I-arrest  Een gedeelte van een werk geniet zelfstandige auteursrechtelijke
bescherming ‘zodra zij als dusdanig de oorspronkelijkheid van het volledige werk in zich dragen.’ Bij
het verveelvoudigen van een kort tekstfragment zoals in casu van 11 woorden van een
auteursrechtelijk beschermd werk kan er sprake zijn van inbreuk als deze 11 woorden voldoen aan
de werktoets.
Een handeling kan slechts ‘als van voorbijgaande aard’ (ex. Art. 13a Aw) worden beschouwd als de
levensduur ervan is beperkt tot hetgeen noodzakelijk is voor de goede werking van het betrokken
technisch procedé, waarbij dit procedé geautomatiseerd moet zijn zodat deze handeling
automatisch, zonder menselijke interventie, wordt gewist zodra de functie ervan om dit procedé
mogelijk te maken, is vervuld.

, HR – Wavin  De totale vernietiging van een voorwerp waarin een auteursrechtelijk beschermd
werk is belichaamd, niet kan worden aangemerkt als een aantasting van het werk in de zin van art.
25 lid 1, aanhef en onder d, Aw. Dat betekent niet dat de eigenaar van een voorwerp (inclusief
onroerende zaken) waarin een auteursrechtelijk beschermd werk is belichaamd – een exemplaar van
het werk – steeds vrijstaat dat voorwerp aan vernietiging prijs te geven en dat belangen van de
maker aan de beschikkingsmacht van die eigenaar steeds ondergeschikt zijn. De vernietiging van een
exemplaar van het werk kan immers misbruik van zijn bevoegdheid door de eigenaar opleveren in
gevallen als in art. 3:13 lid 2 BW bedoeld, dan wel anderszins onrechtmatig jegens de maker zijn. Van
zodanig misbruik of anderszins onrechtmatig handelen zal eerder sprake zijn, naarmate er minder
exemplaren van dat werk bestaan. Gaat het om unieke exemplaren, dan kan van de eigenaar onder
omstandigheden verlangd worden dat hij slechts dan tot vernietiging overgaat indien daarvoor een
gegronde reden bestaat en hij zich de gerechtvaardigde belangen van de maker ten minste in zoverre
aantrekt dat hij er desgevraagd voor zorg draagt het bouwwerk behoorlijk te doen documenteren,
althans de maker de gelegenheid biedt daartoe zelf het nodige in het werk te stellen,
Hof Amsterdam – De Bovenlanden  Dat bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van totale
vernietiging het uitgangspunt niet is of het casco blijft staan, maar of kenmerkende elementen van
het oude ontwerp zichtbaar blijven in het nieuwe ontwerp.
Rb Den Haag – Naturalis  De mogelijkheid bestaat om in kort geding te vorderen dat gedaagde
stopt met hetgeen wat hij aan het doen is (verbouwen of afbreken bijv.) als er kans bestaat dat de
rechter in de bodemprocedure zal beslissen dat met deze handeling persoonlijkheidsrechten van
eiser in het geding komen en de gedaagde dit dus niet zonder meer mag doen.
HvJ EU – Infopaq 2  Voorwaarden art. 13a Aw (5 van richtlijn 2001/29) zijn cumulatief: wanneer
niet is voldaan aan één van deze voorwaarden kan er geen beroep worden gedaan op deze
uitzondering EN de voorwaarden moeten strikt worden uitgelegd. Behalve dat er bij beperkingen op
het auteursrecht strikt moet worden uitgelegd moet er ook elke keer voldaan zijn aan de
driestappentoets zoals gegeven in art. 5 lid 5 Auteursrichtlijn. Bij dit artikel moet in het kader van een
data-captureprocede verrichte tijdelijke reproductiehandelingen voldoen aan de voorwaarde dat:
- deze handelingen een integraal en essentieel onderdeel van een technisch procedé moeten vormen,
ondanks het feit dat zij aan het begin en aan het einde van dit procedé worden verricht en menselijke
tussenkomst vereisen.
- de reproductiehandelingen als enig doel moeten hebben, rechtmatig gebruik van een werk of van
beschermd materiaal mogelijk te maken.
- deze handelingen geen zelfstandige economische waarde mogen bezitten, wanneer enerzijds door het
verrichten van die handelingen geen extra winst kan worden gemaakt die boven op de winst komt die
uit het rechtmatige gebruik van het beschermde werk wordt gehaald, en anderzijds de tijdelijke
reproductiehandelingen niet op een wijziging van dit werk uitlopen.
- de reproductiehandelingen geen afbreuk mogen doen aan de normale exploitatie van het werk en de
wettige belangen van de rechthebbende niet onredelijk mogen schaden, wanneer zij voldoen aan alle
voorwaarden van artikel 5, lid 1, van deze richtlijn.
HvJ EU – Meltwater
Artikel 13a Aw moet worden uitgelegd dat kopieën op het scherm en kopieën in de cache die door
een eindgebruiker bij het raadplegen van een internetsite worden gemaakt, voldoen aan de
voorwaarden tijdelijk te zijn, van voorbijgaande of incidentele aard te zijn en een integraal en
essentieel onderdeel te vormen van een technisch procedé, alsook aan de voorwaarden van artikel 5,
lid 5, van die richtlijn, en derhalve zonder toestemming van de houders van auteursrechten mogen
worden gemaakt.

Week 3
HVJ EU – VOB/Stichting Leenrecht  Wat betreft de toepasselijkheid van de leenrecht-regeling voor
e-books is het centraal criterium dat het uitleensysteem voor e-books vergelijkbaar moet zijn met die
van de uitlening van gedrukte werken.
HvJ EU Svensson/Retriever  Het linken naar legale content (alle soorten hyperlinks) kan niet
worden aangemerkt als een mededeling aan het publiek omdat de doelgroep van de hyperlink (alle
€5,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
Rechtenstudent2022

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
Rechtenstudent2022 Universiteit van Amsterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
8
Lid sinds
6 jaar
Aantal volgers
5
Documenten
42
Laatst verkocht
1 jaar geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen