speciale kinderen
Bronvermelding
Titel : Pedagogische adviezen voor speciale kinderen
Druk : 2e druk, 2009
Auteur : T. van Lieshout
Uitgever : Bohn Stafleu Van Loghum
ISBN (boek) : 9789031362837
Aantal hoofdstukken (boek) : 14
Aantal pagina’s (boek) : 427
De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen.
Je dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel
nastreeft. Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden aan altijd
het bijbehorende studieboek te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel staan diverse
verwijzingen naar het studieboek op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.
Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V. Copyright © 2011 StudentsOnly B.V. Alle rechten
voorbehouden. De uitgever van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dit
uittreksel. Voor vragen kun je je per email wenden tot .
,Inhoudsopgave
Deel 1 Theorie 3
Hoofdstuk 1 Inleiding 3
Hoofdstuk 2 Inleiding 5
Hoofdstuk 3 Algemeen pedagogisch vakmanschap 8
Deel 2 Praktijk 9
Hoofdstuk 4 Angst 9
Hoofdstuk 5 Faalangst 11
Hoofdstuk 6 Posttraumatische stressstoornis (PTSS) 13
Hoofdstuk 7 Depressieve gevoelens 15
Hoofdstuk 8 Hechtingsstoornissen 17
Hoofdstuk 9 Aandachtstekortstoornissen met en zonder hyperactiviteit (AD(H)D) 19
Hoofdstuk 10 Oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (Oppositional Defiant Disorder,
ODD) 22
Hoofdstuk 11 Antisociale agressieve gedragsstoornissen (Conduct Disorders, CD) 24
Hoofdstuk 12 Autismespectrumstoornissen (ASS) 26
Hoofdstuk 13 Non-verbale leerstoornis (Nonverbal Learning Disability, NLD) 29
Hoofdstuk 14 Borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) 31
Bijlage 33
www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels! 2
Bron : Pedagogische adviezen voor speciale kinderen – Trix van Lieshout
,Deel 1 Theorie
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Ontstaanswijze van dit boek
Het boek is ontstaan uit de praktijk van het speciaal onderwijsveld. Dit boek biedt een
overzicht van verschillende psychische en psychiatrische problemen bij kinderen. Daarnaast
biedt het boek een overzicht voor de begeleider van de kinderen bij de aanpak van de
problemen.
1.2
In het boek worden elf typen problemen behandeld. Dit zijn de problemen die in de (speciaal)
onderwijspraktijk het meest voorkomen.
We hebben het meest te maken met ADHD en de deelvariant ADD. Ongeveer 3 tot 5 procent
van de kinderen op de basisschool kampt met dit probleem.
We komen veel kinderen tegen met oppositioneel/opstandig gedrag (ODD). Agressief gedrag
komt minder voor, deze leerlingen zitten vaak op het ZMOK-onderwijs.
Er zijn kinderen met angsten en stemmingsstoornissen of faalangst en geremdheid. Deze
problemen zijn vaak ontstaan na wat kinderen in het reguliere onderwijs hebben meegemaakt.
We kennen ook problemen als posttraumatische stressstoornissen, Gilles de la Tourette en
Borderline. Deze komen bijna niet voor op de onderzochte scholen.
Het tegelijkertijd voorkomen van verschillende problemen noemen we comorbiditeit.
Kinderen met ADHD vertonen in de helft van de gevallen ook oppositioneel gedrag. Naast
twee gedragsproblemen is er ook sprake van comorbiditeit van de combinatie
gedragsproblemen met leerproblemen en -stoornissen.
1.3 Verhouding jongens en meisjes in het onderwijs aan kinderen met sociaal-
emotionele problemen
In het speciaal onderwijs zie je meer jongens dan meisjes. De verhouding is als volgt:
3 á 4 : 1. Redenen hiervoor zijn:
- Jongens zijn biologisch en genetisch kwetsbaarder. Veel afwijkingen zitten op het X-
chromosoom (die meisjes kunnen corrigeren door een tweede X-chromosoom en jongen
niet door een Y-chromosoom).
- Er wordt een grotere druk uitgeoefend op jongens om te presteren. Bij meisjes worden
mindere prestaties eerder geaccepteerd, zij blijven op een laag niveau op het reguliere
onderwijs hangen.
- Jongens uiten meer hun gedrag in het openbaar. Hierdoor wordt al snel de stempel
‘problematisch’ gedrukt.
1.4 Gedragsstoornis of gedragsprobleem?
Gedragsstoornis. Het probleem is niet te verhelpen, de persoon moet ermee leren omgaan.
De oorsprong ligt in het lichaam. Het probleem ligt in de aanleg en rijping van het centraal
zenuwstelsel. Dit beïnvloedt de ontwikkelingsfuncties.
Bij een stoornis zijn twee psychologische eigenschappen van een persoon van belang,
namelijk: gebrekkig empathisch vermogen en weerstand tegen verandering.
Gedragsprobleem. De beïnvloeding van buitenaf is van belang, de oorsprong ligt in de
omgeving. Er is een wisselwerking tussen de aanleg van het kind en zijn omgeving.
www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels! 3
Bron : Pedagogische adviezen voor speciale kinderen – Trix van Lieshout
, 1.5 Onderzoek voorafgaand aan de behandeling
Voordat je naar de aanpak van een probleem kan kijken, moeten eerst de aspecten van het
betreffende probleem worden onderzocht. Het onderzoek wordt vaak verricht door een
kinderpsycholoog, orthopedagoog en/of kinder/jeugdpsychiater verbonden aan
hulpverleningsinstellingen.
1.6 Structuur van dit boek
Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel worden een aantal concrete gedragingen
van leerkrachten en begeleiders beschreven. In deel twee komen de elf problemen naar voren.
1.7 Enkele waarschuwingen
De theorie in dit boek blijft theorie. Kinderen zijn individueel allemaal anders en de
gedragingen kunnen afwijken van die in het boek beschreven. Het boek kan steun geven bij
het herkennen van problemen. Houd wel in je achterhoofd dat je een begeleider bent en geen
psychotherapeut.
www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels! 4
Bron : Pedagogische adviezen voor speciale kinderen – Trix van Lieshout