Diversiteitscirkel
1. Sekse en gender
2. Generatie en levensfase
3. Etniciteit
4. Ziekte, gezondheid, talenten en handicaps
5. Seksuele oriëntatie
6. Religie en levensbeschouwing
7. Sociale klasse en professionele socialisatie
1.1 Sekse en Gender
- Sekse = biologische geslacht
- Gender = opvoeding en socialisatie
o De sociaal-culturele tegenhanger van ‘sekse’
Genderdysforie word aangeduid als een medische aandoening
- ‘Men wordt niet als vrouw geboren, men wordt het’ Simone de Beauvoir (franse filosofe)
1.2 Generatie en levensfase
- Je kunt er op verschillende manieren naar kijken
o Dit komt door onderliggende opvattingen over de status van ouderen en het
belang dat wordt gehecht aan jeugdigheid in jou cultuur of subcultuur
- Ontwikkelingsfase volgens Erik Erikson (levensstadia)
1. Zuigeling vertrouwen wantrouwen
2. Peuter autonomie twijfel en schaamte
3. Kleuter (3 tot 5jr.) initiatief schuld
4. Basisschoolleeftijd (6 tot 12jr.) competentie minderwaardigheid
5. Adolescentie identiteit rolverwarring
6. Vroege volwassenheid intimiteit isolement
7. Middelbare volwassenheid vruchtbaarheid zelfabsorptie
8. Late volwassenheid integriteit wanhoop
- Verschillende fasen kun je ook in een andere volgorde en op andere leeftijden doorlopen
- Maryke Tieleman – Boek levensfasen. De psychologische ontwikkeling van de mens
o Zoals Erikson ontwikkelingen fases beschreven
o Indelen in fasen is niet zo continu als het in modellen lijkt.
o Er zijn meerdere opties (‘altijd sprake van een mate van vrijheid bij het maken
van dergelijke belangrijke keuzes.’ Tieleman, 2011:11)
- Levensloop en levenslessen volgens Erikson
o In elke fase heb je met uitdagingen te maken.
Crisis waarin je een evenwicht moet vinden tussen twee uitersten
Lukt dit niet? Moeilijker om in balans te zijn in de volgende fase
(tieleman, 2011)
, 1.3 Etniciteit ( Etnische identiteit)
- Hoe je bent en hoe je je voelt
- Komt van Griekse woord ethnos, dat ‘groep’ of ‘volk’ betekend
- ‘Gevoel van eenheid en verbondenheid op grond van gemeenschappelijke afstamming,
cultuur of geschiedenis, ongeacht of dit feitelijk zo is’ (Van Endt-Meijling, 2012:63)
- Nationale staat = Politieke eenheid met regering, wetten en burgers waar verschillende
etnische bevolkingsgroepen kunnen leven.
- Hofstede, Hofstede en Minkov over nationale cultuurverschillen
o Hofstede onderscheidt zes dimensies waarop je culturen met elkaar kunt
vergelijken.
1. Machtsafstand
2. Individualisme en Collectivisme
3. Masculiniteit en Femininiteit
4. Onzekerheidsvermijding
5. Langetermijngerichtheid en Kortetermijngerichtheid
6. Hedonisme en Soberheid
o Cultuur is aangeleerd en niet aangeboren, is het uitgangspunt bij deze theorie.
‘cultuur is altijd een collectie verschijnsel, in meerdere of mindere mate
gedeeld door mensen die leven in dezelfde sociale omgeving: de plaats
waar deze cultuur werd verworven. Het is de collectieve mentale
programmering die de leden van een groep of categorie mensen
onderscheidt van die van andere’ (hofstede, 2012:21)
- 1. Machtsafstand
o De mate waarin de minder machtige leden van instituties of organisaties in een
land verwachten en accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is.
- 2. Individualisme – Collectivisme
o Meer landen met wij-cultuur dan ik-cultuur
o Ik-cultuur (individualistisch)
Nederland is vrij individualistisch, we leven voor onszelf en ons gezin.
Als jij een fout maakt wordt jij er op aangesproken
o Wij-cultuur (collectivistisch)
‘individuen al vanaf hun geboorte opgenomen zijn in sterke, hechte
groepen, die hun leven lang bescherming beiden in ruil voor
onvoorwaardelijke loyaliteit’ (hofstede, 2012:101)
- 3. Masculiniteit – Femininiteit
o De mate waarin concurrentie of solidariteit gewaardeerd wordt en of met zich
identificeert met de sterke of de zwakke.
o Masculiniteit
Een samenleving is masculien wanneer emotionele sekserollen duidelijk
gescheiden zijn.
Mannen hard, assertief en gericht op materieel succes
Vrouwen bescheiden en vooral gericht op relaties en de kwaliteit van
het leven
Concurrentie, succes en prestatie zijn belangrijker dan relatiegerichtheid
en zorg voor anderen
o Femininiteit
1. Sekse en gender
2. Generatie en levensfase
3. Etniciteit
4. Ziekte, gezondheid, talenten en handicaps
5. Seksuele oriëntatie
6. Religie en levensbeschouwing
7. Sociale klasse en professionele socialisatie
1.1 Sekse en Gender
- Sekse = biologische geslacht
- Gender = opvoeding en socialisatie
o De sociaal-culturele tegenhanger van ‘sekse’
Genderdysforie word aangeduid als een medische aandoening
- ‘Men wordt niet als vrouw geboren, men wordt het’ Simone de Beauvoir (franse filosofe)
1.2 Generatie en levensfase
- Je kunt er op verschillende manieren naar kijken
o Dit komt door onderliggende opvattingen over de status van ouderen en het
belang dat wordt gehecht aan jeugdigheid in jou cultuur of subcultuur
- Ontwikkelingsfase volgens Erik Erikson (levensstadia)
1. Zuigeling vertrouwen wantrouwen
2. Peuter autonomie twijfel en schaamte
3. Kleuter (3 tot 5jr.) initiatief schuld
4. Basisschoolleeftijd (6 tot 12jr.) competentie minderwaardigheid
5. Adolescentie identiteit rolverwarring
6. Vroege volwassenheid intimiteit isolement
7. Middelbare volwassenheid vruchtbaarheid zelfabsorptie
8. Late volwassenheid integriteit wanhoop
- Verschillende fasen kun je ook in een andere volgorde en op andere leeftijden doorlopen
- Maryke Tieleman – Boek levensfasen. De psychologische ontwikkeling van de mens
o Zoals Erikson ontwikkelingen fases beschreven
o Indelen in fasen is niet zo continu als het in modellen lijkt.
o Er zijn meerdere opties (‘altijd sprake van een mate van vrijheid bij het maken
van dergelijke belangrijke keuzes.’ Tieleman, 2011:11)
- Levensloop en levenslessen volgens Erikson
o In elke fase heb je met uitdagingen te maken.
Crisis waarin je een evenwicht moet vinden tussen twee uitersten
Lukt dit niet? Moeilijker om in balans te zijn in de volgende fase
(tieleman, 2011)
, 1.3 Etniciteit ( Etnische identiteit)
- Hoe je bent en hoe je je voelt
- Komt van Griekse woord ethnos, dat ‘groep’ of ‘volk’ betekend
- ‘Gevoel van eenheid en verbondenheid op grond van gemeenschappelijke afstamming,
cultuur of geschiedenis, ongeacht of dit feitelijk zo is’ (Van Endt-Meijling, 2012:63)
- Nationale staat = Politieke eenheid met regering, wetten en burgers waar verschillende
etnische bevolkingsgroepen kunnen leven.
- Hofstede, Hofstede en Minkov over nationale cultuurverschillen
o Hofstede onderscheidt zes dimensies waarop je culturen met elkaar kunt
vergelijken.
1. Machtsafstand
2. Individualisme en Collectivisme
3. Masculiniteit en Femininiteit
4. Onzekerheidsvermijding
5. Langetermijngerichtheid en Kortetermijngerichtheid
6. Hedonisme en Soberheid
o Cultuur is aangeleerd en niet aangeboren, is het uitgangspunt bij deze theorie.
‘cultuur is altijd een collectie verschijnsel, in meerdere of mindere mate
gedeeld door mensen die leven in dezelfde sociale omgeving: de plaats
waar deze cultuur werd verworven. Het is de collectieve mentale
programmering die de leden van een groep of categorie mensen
onderscheidt van die van andere’ (hofstede, 2012:21)
- 1. Machtsafstand
o De mate waarin de minder machtige leden van instituties of organisaties in een
land verwachten en accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is.
- 2. Individualisme – Collectivisme
o Meer landen met wij-cultuur dan ik-cultuur
o Ik-cultuur (individualistisch)
Nederland is vrij individualistisch, we leven voor onszelf en ons gezin.
Als jij een fout maakt wordt jij er op aangesproken
o Wij-cultuur (collectivistisch)
‘individuen al vanaf hun geboorte opgenomen zijn in sterke, hechte
groepen, die hun leven lang bescherming beiden in ruil voor
onvoorwaardelijke loyaliteit’ (hofstede, 2012:101)
- 3. Masculiniteit – Femininiteit
o De mate waarin concurrentie of solidariteit gewaardeerd wordt en of met zich
identificeert met de sterke of de zwakke.
o Masculiniteit
Een samenleving is masculien wanneer emotionele sekserollen duidelijk
gescheiden zijn.
Mannen hard, assertief en gericht op materieel succes
Vrouwen bescheiden en vooral gericht op relaties en de kwaliteit van
het leven
Concurrentie, succes en prestatie zijn belangrijker dan relatiegerichtheid
en zorg voor anderen
o Femininiteit