,Bevat:
• Legenda
• Hoorcollege 1
• Hoorcollege 2
• Hoorcollege 3
• Hoorcollege 4
• Hoorcollege 5
• Hoorcollege 6
• Hoorcollege 7
• Hoorcollege 8
• Hoorcollege 9
• Hoorcollege 10
2
,Legenda
• Populatie gemiddelde = µ
• Steekproef gemiddelde ̅
𝐗
• Opsomming ∑
• Populatie grootte N
• Steekproefgrootte n
• Een waarneming Xi
• Geometrisch gemiddelde Rg
• Een waarneming Ri
• Standaarddeviatie (s) 𝝈
• Populatie standaarddeviatie 𝝈2
• Steekproef standaarddeviatie S2
• De kans op A P(A)
• Kansdichtheidsfunctie f(x)
• Het aantal standaard deviaties Z
• Populatie proportie p
• Steekproef proportie ^p
• Centrale limietstelling CLT
• Significantie niveau (alpha) a
• De bovengrens van de maximale fout B
• Ondergrens (lower confidence limit) LCL
• Bovengrens (upper confidence limit) UCL
• Grens van het verwerpingsgebied C
• T-verdeling T
• Degrees of freedom df
3
, Hoorcollege 1 – Introductie van statistiek en belangrijke statistische concepten
Statistiek is een manier om informatie uit data te verkrijgen
• Het doel = conclusies trekken over de werkelijkheid om ons heen
Belangrijke statistische concepten (KEY STATISTICAL CONCEPTS)
• Population = populatie = set of all items of interest in a statistical problem
• Parameter = parameter = descriptive measure of population
• Sample = steekproef = set of data drawn from population
• Statistic = steekproef-functie = descriptive measure of sample
Voorbeeld belangrijke statistische concepten – Opinion poll in een verkiezingscampagne
• Population = alle volwassen inwoners van NL
• Parameter = proportie van stemmers voor een bepaalde kandidaat
• Steekproef = een deel van de populatie
• Statistic = het % voorstanders voor een bepaalde kandidaat
Beschrijvende statistiek versus inferentiële statistiek (Descriptive versus inferential)
• Descriptive statistics = beschrijvende statistiek = presenteren en samenvatten van gegevens
in een efficiënte manier
o Tabellen, grafische tools, samenvattende maatstaven
• Inferential statistics = inferentiële statistiek = conclusies trekken over de populatie
(parameters) gebaseerd op de steekproef (statistieken)
• Uncertainty involved: probability theory used to measure reliability of statements
Hoorcollege 1 – Meet niveaus van verschillende variabelen
De keuze van een juiste statistische techniek maak je op basis van het meet niveau van de
geanalyseerde variabelen
Variabel = een kenmerk van iets interessants
Bv: Nederlandse mannen. Lengte = is een kenmerk
Kwalitatief of kwantitatief (opklimmend meet niveau)
• Kwalitatief = uitkomsten passen in een categorie
o Nominaal meet niveau = mutually exclusive categories, labeling etc
o Ordinaal meet niveau = natuurlijke ordering/ ranking (bv preference voor coca cola
ipv pepsi)
• Kwantitatief = uitkomsten zijn numeriek (resultaat van een meet of tel proces)
o Interval = natuurlijke afstand (bv temperatuur, schoenmaat, afstanden hebben
betekenis)
o Ratio = absoluut nulpunt aanwezig (bv leeftijd, verhoudingen zijn mogelijk)
Hoorcollege 1 – Frequentietabellen en histogrammen
Beschrijvende technieken voor kwantitatieve gegevens
4