Samenvatting economie vraag een
aanbod
2 verschillende soorten verschuivingen:
Verschuiving van de vraaglijn
veroorzaakt door: de 5 factoren
vraag neemt toe vraaglijn naar recht
Vraag neemt af vraaglijn naar links
Nieuwe vraaglijn
Verschuiving over de vraaglijn
veroorzaakt door verandering prijs
5 factoren die de (individuele) vraag beïnvloeden:
1. Individuele voorkeur
2. Het beschikbare budget
3. Aanwezigheid van subsitueerbare prducten
- Vervullen dezelfde behoefte (aansteker en lucifer)
4. Het bestaan van complementaire producten
- Vullen elkaar aan (tandpasta en tandenborstel)
5. Exogene factoren
- Omstandigheden waar je geen invloed op hebt
Individuele vraaglijn = kijken naar vraag van 1 persoon
, Collectieve vraaglijn = kijken naar vraag van meerdere personen
Vaagfunctie = Qv = Ap + b
Qv = gevraagde hoeveelheid
P = prijs
TO = P x Q
Van vraaglijn naar vraagfunctie:
1. Noteer algemene formule Qv = Ap + b
2. Bereken a a = Q / P
3. Bereken b vul een combinatie van P en Q in
4. Vul a en b in bij algemene formule (Q en P niet invullen!!)
Prijselasticiteit:
Formule: prijselasticiteit = % verandering hoeveelheid / % verandering prijs
Elastische vraag: % verandering Qv > % verandering P lager dan -1 = elastische reactie
Inelastische vraag: % verandering Q < % verandering P hoger dan -1 = inelastische reactie
Prijselasticiteit geeft de verandering van de gevraagde hoeveelheid weer, als gevolg van
procentuele van dat goed
Op een vraaglijn zitten elastische en inelastische punten
Elastisch: prijs omhoog TO omlaag
Prijs omlaag TO omhoog
Inelastisch: prijs omhoog TO omhoog
Prijs omlaag TO omlaag
TO = P x Q
TO = P x Q
TO = P x Q
Kruislingse elasticiteit
Ek = % verandering hoeveelheid product A / % verandering prijs product B
Complementair goed: elasticiteit altijd een negatief getal
Subsitutie: elasticiteit altijd een positief getal
Goederen hebben geen verband bij 0
Kruiselasticiteit gaat het om de mate waarin de vraag naar een product reageert op een
prijsverandering van een ander product
Inkomenselasticiteit
% verandering hoeveelheid / % verandering inkomen
Normale goederen I Qv of I Qv
- Noodzakelijke goederen: % Q < % I tussen de 0 - 1
- Luxe goederen: %Q > % I hoger dan 1
Inferieur goederen: I Qv of I Qv lager dan 0 (B-merken)
Inkomenselasticiteit geeft aan hoe de vraag van een product reageert op verandering van het
inkomen
Drempelinkomen = hoe hoog je inkomen moet zijn om een luxe goed te kopen
Berekenen: Q = 0
Verzadigingsinkomen = Vanaf een bepaald inkomen leidt een verdere stijging van het inkomen niet
meer tot een toename van de gevraagde hoeveelheid.
aanbod
2 verschillende soorten verschuivingen:
Verschuiving van de vraaglijn
veroorzaakt door: de 5 factoren
vraag neemt toe vraaglijn naar recht
Vraag neemt af vraaglijn naar links
Nieuwe vraaglijn
Verschuiving over de vraaglijn
veroorzaakt door verandering prijs
5 factoren die de (individuele) vraag beïnvloeden:
1. Individuele voorkeur
2. Het beschikbare budget
3. Aanwezigheid van subsitueerbare prducten
- Vervullen dezelfde behoefte (aansteker en lucifer)
4. Het bestaan van complementaire producten
- Vullen elkaar aan (tandpasta en tandenborstel)
5. Exogene factoren
- Omstandigheden waar je geen invloed op hebt
Individuele vraaglijn = kijken naar vraag van 1 persoon
, Collectieve vraaglijn = kijken naar vraag van meerdere personen
Vaagfunctie = Qv = Ap + b
Qv = gevraagde hoeveelheid
P = prijs
TO = P x Q
Van vraaglijn naar vraagfunctie:
1. Noteer algemene formule Qv = Ap + b
2. Bereken a a = Q / P
3. Bereken b vul een combinatie van P en Q in
4. Vul a en b in bij algemene formule (Q en P niet invullen!!)
Prijselasticiteit:
Formule: prijselasticiteit = % verandering hoeveelheid / % verandering prijs
Elastische vraag: % verandering Qv > % verandering P lager dan -1 = elastische reactie
Inelastische vraag: % verandering Q < % verandering P hoger dan -1 = inelastische reactie
Prijselasticiteit geeft de verandering van de gevraagde hoeveelheid weer, als gevolg van
procentuele van dat goed
Op een vraaglijn zitten elastische en inelastische punten
Elastisch: prijs omhoog TO omlaag
Prijs omlaag TO omhoog
Inelastisch: prijs omhoog TO omhoog
Prijs omlaag TO omlaag
TO = P x Q
TO = P x Q
TO = P x Q
Kruislingse elasticiteit
Ek = % verandering hoeveelheid product A / % verandering prijs product B
Complementair goed: elasticiteit altijd een negatief getal
Subsitutie: elasticiteit altijd een positief getal
Goederen hebben geen verband bij 0
Kruiselasticiteit gaat het om de mate waarin de vraag naar een product reageert op een
prijsverandering van een ander product
Inkomenselasticiteit
% verandering hoeveelheid / % verandering inkomen
Normale goederen I Qv of I Qv
- Noodzakelijke goederen: % Q < % I tussen de 0 - 1
- Luxe goederen: %Q > % I hoger dan 1
Inferieur goederen: I Qv of I Qv lager dan 0 (B-merken)
Inkomenselasticiteit geeft aan hoe de vraag van een product reageert op verandering van het
inkomen
Drempelinkomen = hoe hoog je inkomen moet zijn om een luxe goed te kopen
Berekenen: Q = 0
Verzadigingsinkomen = Vanaf een bepaald inkomen leidt een verdere stijging van het inkomen niet
meer tot een toename van de gevraagde hoeveelheid.