SPSS stappen
werkcollege week 1
Basisdingen menubalk
- File:
mogelijkheid > het bestand te openen, te bewaren, of te printen.
- Edit:
mogelijkheden > het bestand te bewerken.
nog meer > je kunt knippen, kopiëren, plakken, zoeken en rijen of kolommen
invoegen.
options > je kunt allerhande instellingen van SPSS aanpassen.
- View:
laten we achterwege.
- Data:
mogelijkheid > gegevens bewerken.
welke gegevens > rijen sorteren aan de hand van een variabelen, deel van gegevens
selecteren en het bestand splitsen of samenvoegen.
- Transform:
mogelijkheid > bestaande variabelen veranderen of nieuwe variabelen uit oude
variabelen af te leiden.
bijvoorbeeld > nieuwe variabelen maken door twee al bestaande variabelen bij
elkaar op te tellen.
- Analyze:
mogelijkheid > gegevens analyseren.
wat analyseren > gemiddelden en standaarddeviaties bereken, frequentieverdeling
maken en allerlei toetsen uitvoeren.
- Direct marketing:
laten we achterwege.
- Graphs:
mogelijkheid > biedt opties om grafieken te maken.
- Utilities:
laten we achterwege.
- Add-ons:
laten we achterwege.
mogelijkheid > geeft links naar andere SPSS-onderdelen en naar informatie op het
internet.
- Window:
mogelijkheid > van het ene scherm naar het andere scherm te gaan.
- Help:
mogelijkheid > heeft een index waarin je van allerlei begrippen en bewerkingen
uitleg kunt vinden.
, Frequentieverdeling 4.1 – 4.3
- De frequentieverdeling:
analyze – descriptive statistics – frequencies.
Bestanden bewaren
- Databestand:
file – save as – map aanmaken – herkenbare naam gebruiken – SAVE.
- Syntaxbestand:
file – close – druk op yes – map aanmaken – herkenbare naam – SAVE.
- Outputbestand (examen wel):
file – close – druk op no.
Bestanden openen
- Alle bestanden:
file – open (menubalk) – keuze tussen data, syntax en output.
Variabele toevoegen 2.1 – 2.2
- Per respondent één antwoord:
variabele view – klik op getal aan de zijlijn – klik op rechtermuisknop – kies insert –
bedenk naam voor variabele – meetniveau aangeven – naar data view – voor ieder
respondent het goeie antwoord invullen – bestand opslaan.
- Per respondent meerdere antwoorden:
zelfde manier, alleen je maakt voor alle antwoord alternatieve een aparte variabele.
Grafieken maken en bewerken 4.4
- Grafiek maken:
analyze – descriptive statistics – frequencies – kies variabele – klik op charts – vink
bar of pie charts aan – onder chart values kun je aangeven of je frequenties of
percentages wil – klik op continue.
- Grafiek bewerken:
ga naar output scherm – dubbelklik op de grafiek – bewerkingsmogelijkheden komen
naar voren – klik op ok.
werkcollege week 1
Basisdingen menubalk
- File:
mogelijkheid > het bestand te openen, te bewaren, of te printen.
- Edit:
mogelijkheden > het bestand te bewerken.
nog meer > je kunt knippen, kopiëren, plakken, zoeken en rijen of kolommen
invoegen.
options > je kunt allerhande instellingen van SPSS aanpassen.
- View:
laten we achterwege.
- Data:
mogelijkheid > gegevens bewerken.
welke gegevens > rijen sorteren aan de hand van een variabelen, deel van gegevens
selecteren en het bestand splitsen of samenvoegen.
- Transform:
mogelijkheid > bestaande variabelen veranderen of nieuwe variabelen uit oude
variabelen af te leiden.
bijvoorbeeld > nieuwe variabelen maken door twee al bestaande variabelen bij
elkaar op te tellen.
- Analyze:
mogelijkheid > gegevens analyseren.
wat analyseren > gemiddelden en standaarddeviaties bereken, frequentieverdeling
maken en allerlei toetsen uitvoeren.
- Direct marketing:
laten we achterwege.
- Graphs:
mogelijkheid > biedt opties om grafieken te maken.
- Utilities:
laten we achterwege.
- Add-ons:
laten we achterwege.
mogelijkheid > geeft links naar andere SPSS-onderdelen en naar informatie op het
internet.
- Window:
mogelijkheid > van het ene scherm naar het andere scherm te gaan.
- Help:
mogelijkheid > heeft een index waarin je van allerlei begrippen en bewerkingen
uitleg kunt vinden.
, Frequentieverdeling 4.1 – 4.3
- De frequentieverdeling:
analyze – descriptive statistics – frequencies.
Bestanden bewaren
- Databestand:
file – save as – map aanmaken – herkenbare naam gebruiken – SAVE.
- Syntaxbestand:
file – close – druk op yes – map aanmaken – herkenbare naam – SAVE.
- Outputbestand (examen wel):
file – close – druk op no.
Bestanden openen
- Alle bestanden:
file – open (menubalk) – keuze tussen data, syntax en output.
Variabele toevoegen 2.1 – 2.2
- Per respondent één antwoord:
variabele view – klik op getal aan de zijlijn – klik op rechtermuisknop – kies insert –
bedenk naam voor variabele – meetniveau aangeven – naar data view – voor ieder
respondent het goeie antwoord invullen – bestand opslaan.
- Per respondent meerdere antwoorden:
zelfde manier, alleen je maakt voor alle antwoord alternatieve een aparte variabele.
Grafieken maken en bewerken 4.4
- Grafiek maken:
analyze – descriptive statistics – frequencies – kies variabele – klik op charts – vink
bar of pie charts aan – onder chart values kun je aangeven of je frequenties of
percentages wil – klik op continue.
- Grafiek bewerken:
ga naar output scherm – dubbelklik op de grafiek – bewerkingsmogelijkheden komen
naar voren – klik op ok.