NAGELS KNIPPEN?
Een morele vraag bij zelfstandig nagels knippen op een psychiatrische afdeling
HERKANSING
Ethiek opdracht, leerjaar 2
Naam:
Studentennummer:
Groep:
Examinator:
Studieonderdeel:
Studiegidsnummer:
Woorden: (excl. Voorblad, inhoudsopgave, tabellen en bronnenlijst)
Datum:
1
,Inhoudsopgave
Fase 1 Verkenning.......................................................................................................................................... 3
1. Casus................................................................................................................................................................3
Fase 2 Explicitering........................................................................................................................................ 4
2. Wat is de morele vraag?..................................................................................................................................4
3. Welke handelingsmogelijkheden staan op het eerste gezicht open?..............................................................4
4. Welke feitelijke informatie ontbreekt er op dit moment?...............................................................................4
Fase 3 Analyse............................................................................................................................................... 5
5. Wie zijn bij de morele vraag betrokken en wat is het perspectief (waarde) van ieder van de betrokkenen?. 5
6. Welke argumenten zijn relevant voor de beantwoording van de morele vraag?...........................................6
Fase 4 Afweging............................................................................................................................................. 8
7. Wat is het gewicht van de argumenten in deze casus?...................................................................................8
8. Welke handelingsmogelijkheid verdient op grond van deze afweging de voorkeur?.....................................8
Fase 5 Aanpak................................................................................................................................................ 9
9. Welke concrete stappen vloeien hieruit voort?................................................................................................9
Bronnenlijst................................................................................................................................................... 9
2
, Fase 1 Verkenning
1. Casus
Meneer de Vries (pseudoniem) is 51 jaar oud en verblijft in een universitair ziekenhuis op de
psychiatrie afdeling. Hij is sinds een maand opgenomen in verband met ondervoeding en
abnormaal gewichtsverlies in een korte periode.
Tijdens deze opname is er ongespecificeerde katatonie bij hem geconstateerd, Daarnaast
heeft hij Autismespectrumstoornis (ASS), Parkinson en schizofrenie. Hij heeft een
duodenumsonde en heeft een niets per OS-beleid I.V.M verslikking door speekselvloed. Hij
heeft tremors in zijn handen en moeite om zijn ogen open te houden. Eveneens heeft hij
moeite met lopen en evenwicht houden. Meneer wordt op bed verzorgd en hij heeft voor
bijna alle Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) taken hulp nodig, zoals aankleden,
toiletgang, douchen en mobiliseren.
Dhr. De vries is erg gemotiveerd voor verbetering. Hij doet onder andere zelfstandig
oefeningen door zijn armen en benen omhoog te doen. Hij wil graag lopen (met rollator, en
ondersteuning van twee verpleegkundigen) om hier beter in te worden. Daarnaast probeert
hij ook zoveel mogelijk in zijn eigen ADL te doen, zoals aankleden en zijn eigen bril op zetten.
Situatieschets:
In de situatie die gebruikt wordt voor deze casus, wordt meneer De Vries in de ochtend
geholpen bij de ADL-taken. Hij heeft net een douche gehad en zijn tanden gepoetst. Hij zit op
de douchestoel voor de spiegel en wasbak. Zijn nagels zijn erg lang dus ik stel voor deze te
knippen. Meneer is het hier mee eens en vindt ook dat zijn nagels geknipt moeten worden.
Ik pak een knippertje en een vijl en vraag of ik de hand van meneer mag om de nagels te
knippen. Meneer wil zijn hand niet geven en zegt “Nee, zelf doen”. Meneer heeft op dit
moment moeite met het openhouden van zijn ogen, hij is uitgeput van de taken die hiervoor
uitgevoerd zijn (douchen, aankleden, naar de wc, tandenpoetsen) en hij heeft erg last van
tremmer in zijn beide handen.
3
Een morele vraag bij zelfstandig nagels knippen op een psychiatrische afdeling
HERKANSING
Ethiek opdracht, leerjaar 2
Naam:
Studentennummer:
Groep:
Examinator:
Studieonderdeel:
Studiegidsnummer:
Woorden: (excl. Voorblad, inhoudsopgave, tabellen en bronnenlijst)
Datum:
1
,Inhoudsopgave
Fase 1 Verkenning.......................................................................................................................................... 3
1. Casus................................................................................................................................................................3
Fase 2 Explicitering........................................................................................................................................ 4
2. Wat is de morele vraag?..................................................................................................................................4
3. Welke handelingsmogelijkheden staan op het eerste gezicht open?..............................................................4
4. Welke feitelijke informatie ontbreekt er op dit moment?...............................................................................4
Fase 3 Analyse............................................................................................................................................... 5
5. Wie zijn bij de morele vraag betrokken en wat is het perspectief (waarde) van ieder van de betrokkenen?. 5
6. Welke argumenten zijn relevant voor de beantwoording van de morele vraag?...........................................6
Fase 4 Afweging............................................................................................................................................. 8
7. Wat is het gewicht van de argumenten in deze casus?...................................................................................8
8. Welke handelingsmogelijkheid verdient op grond van deze afweging de voorkeur?.....................................8
Fase 5 Aanpak................................................................................................................................................ 9
9. Welke concrete stappen vloeien hieruit voort?................................................................................................9
Bronnenlijst................................................................................................................................................... 9
2
, Fase 1 Verkenning
1. Casus
Meneer de Vries (pseudoniem) is 51 jaar oud en verblijft in een universitair ziekenhuis op de
psychiatrie afdeling. Hij is sinds een maand opgenomen in verband met ondervoeding en
abnormaal gewichtsverlies in een korte periode.
Tijdens deze opname is er ongespecificeerde katatonie bij hem geconstateerd, Daarnaast
heeft hij Autismespectrumstoornis (ASS), Parkinson en schizofrenie. Hij heeft een
duodenumsonde en heeft een niets per OS-beleid I.V.M verslikking door speekselvloed. Hij
heeft tremors in zijn handen en moeite om zijn ogen open te houden. Eveneens heeft hij
moeite met lopen en evenwicht houden. Meneer wordt op bed verzorgd en hij heeft voor
bijna alle Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) taken hulp nodig, zoals aankleden,
toiletgang, douchen en mobiliseren.
Dhr. De vries is erg gemotiveerd voor verbetering. Hij doet onder andere zelfstandig
oefeningen door zijn armen en benen omhoog te doen. Hij wil graag lopen (met rollator, en
ondersteuning van twee verpleegkundigen) om hier beter in te worden. Daarnaast probeert
hij ook zoveel mogelijk in zijn eigen ADL te doen, zoals aankleden en zijn eigen bril op zetten.
Situatieschets:
In de situatie die gebruikt wordt voor deze casus, wordt meneer De Vries in de ochtend
geholpen bij de ADL-taken. Hij heeft net een douche gehad en zijn tanden gepoetst. Hij zit op
de douchestoel voor de spiegel en wasbak. Zijn nagels zijn erg lang dus ik stel voor deze te
knippen. Meneer is het hier mee eens en vindt ook dat zijn nagels geknipt moeten worden.
Ik pak een knippertje en een vijl en vraag of ik de hand van meneer mag om de nagels te
knippen. Meneer wil zijn hand niet geven en zegt “Nee, zelf doen”. Meneer heeft op dit
moment moeite met het openhouden van zijn ogen, hij is uitgeput van de taken die hiervoor
uitgevoerd zijn (douchen, aankleden, naar de wc, tandenpoetsen) en hij heeft erg last van
tremmer in zijn beide handen.
3
