Tentamenvragen Management en Organiseren:
1. Wat zijn de 7’ssen en verklaar wat ze inhouden
a. Strategy
i. De strategie verklaard de missie en visie van een organisatie en
beantwoord de “hoe” vraag.
b. Systems
i. Systemen die een organisatie gebruikt kunnen softwaresystemen zijn
maar ook onderlinge samenwerkingen met afdelingen zijn systemen.
c. Structure
i. De structuur legt uit hoe het bedrijf is opgebouwd. Deze staat
weergegeven in onder andere een organigram
d. Staff
i. Het personeel is het belangrijkste goed van een organisatie, zoals in
kwantiteit als kwaliteit en bepaald de resultaten voor een groot deel.
e. Style
i. De leiderschapsstijl van de manager. Is deze directief of niet? Is het
relatiegericht of taakgericht?
f. Shared values
i. De gemeenschappelijke waardes geven aan hoe het onderlinge gevoel
van het personeel is. Vinden zijn dezelfde normen en waarden
belangrijk?
g. Skills
i. Wat zijn de sleutelvaardigheden van een bedrijf? Waarin kan zij
zichzelf onderscheiden van de rest?
h. Surroundings
i. Wat zijn de omgevingsfactoren van het bedrijf? Zich de omgeving op
het bedrijf te wachten?
2. Wat is een harde S en wat is een zachte S?
a. Een harde s staat veelal omschreven is een document en is tastbaar. Deze zijn
vaak lastig aan te passen.
b. Een zachte s laat de persoonlijke kant van de organisatie zien. Hieraan kan
ook gezien worden of een bedrijf “gezond” is.
3. Wat zijn de redenen van het organiseren en organisatie structurering?
a. Het bereiken van synergie
b. Het voorkomen van duplicatie van middelen
c. Het instellen van lijnen en autoriteit en hiërarchie (zowel horizontaal als
verticaal)
d. Het bewerkstelligen van communicatie
1. Wat zijn de 7’ssen en verklaar wat ze inhouden
a. Strategy
i. De strategie verklaard de missie en visie van een organisatie en
beantwoord de “hoe” vraag.
b. Systems
i. Systemen die een organisatie gebruikt kunnen softwaresystemen zijn
maar ook onderlinge samenwerkingen met afdelingen zijn systemen.
c. Structure
i. De structuur legt uit hoe het bedrijf is opgebouwd. Deze staat
weergegeven in onder andere een organigram
d. Staff
i. Het personeel is het belangrijkste goed van een organisatie, zoals in
kwantiteit als kwaliteit en bepaald de resultaten voor een groot deel.
e. Style
i. De leiderschapsstijl van de manager. Is deze directief of niet? Is het
relatiegericht of taakgericht?
f. Shared values
i. De gemeenschappelijke waardes geven aan hoe het onderlinge gevoel
van het personeel is. Vinden zijn dezelfde normen en waarden
belangrijk?
g. Skills
i. Wat zijn de sleutelvaardigheden van een bedrijf? Waarin kan zij
zichzelf onderscheiden van de rest?
h. Surroundings
i. Wat zijn de omgevingsfactoren van het bedrijf? Zich de omgeving op
het bedrijf te wachten?
2. Wat is een harde S en wat is een zachte S?
a. Een harde s staat veelal omschreven is een document en is tastbaar. Deze zijn
vaak lastig aan te passen.
b. Een zachte s laat de persoonlijke kant van de organisatie zien. Hieraan kan
ook gezien worden of een bedrijf “gezond” is.
3. Wat zijn de redenen van het organiseren en organisatie structurering?
a. Het bereiken van synergie
b. Het voorkomen van duplicatie van middelen
c. Het instellen van lijnen en autoriteit en hiërarchie (zowel horizontaal als
verticaal)
d. Het bewerkstelligen van communicatie