Uitgever
Manager retail (4) en Ondernemer retail (4)
Sarphat
Financieel 1
Kosten en winst
u Antwoorden | editie 2017 (herziene titel) | ESS-examen:
Financieel 1 – Kosten en winst
,Hoofdstuk 1 Introductie 3 1
Hoofdstuk 2 Resultaten 12 2
Hoofdstuk 3 Omzet en voorraad in kengetallen 37 3
Hoofdstuk 4 Verkoopprijs berekenen 48 4
Hoofdstuk 5 Exploitatiekosten 71 5
Hoofdstuk 6 Break-evenpunt 98 6
,Hoofdstuk 1
Introductie
, Antwoorden Hoofdstuk 1 uit Financieel 1 – Kosten en winst
Manager retail (4) en Ondernemer retail (4)
? Vragen
1 Als retailer of ondernemer voeg je waarde toe aan een product waardoor 1
de consument er meer voor wil betalen. Geef vier voorbeelden van
waarde toevoegen.
Voorbeelduitwerking: Reclamefolders in de wijk verspreiden,
Google-advertenties in de regio. De producten overzichtelijk in
schappen presenteren of zorgen voor duidelijke foto’s van artike-
len in de webshop. De mogelijke klant attenderen op een
aanbieding van een product als hij de website bezoekt of zorgen
dat jouw webwinkel automatisch aanbevelingen doet zoals
‘andere klanten kochten ook ...’. Producten verpakken na aankoop,
aankopen boven een bepaald bedrag gratis thuis laten bezorgen
op het gewenste moment, een stoel of een koffieautomaat in de
winkel plaatsen als service voor klanten, de nieuwste producten in
de winkel tonen, klanten op de hoogte houden met een nieuws-
brief.
2 In personeelsadvertenties zie je regelmatig de afkorting FMCG staan. Het
bedrijf zoekt dan iemand met ervaring met dit soort producten.
a Wat betekent deze afkorting?
fast moving consumer goods
b Wat is het belangrijkste kenmerk van deze producten?
Deze producten hebben een hoge omzetsnelheid. Ze liggen kort
op voorraad of in de winkel.
c Welke reden kan een bedrijf hebben om personeel te zoeken met erva-
ring met deze producten?
Producten die kort op voorraad of in de winkel liggen, vragen om
snelle beslissingen over de hoogte van de voorraad en je moet
kunnen inspelen op de wensen van de klanten. Zo’n omgeving, bij-
voorbeeld een supermarkt of een marktkraam, stelt andere eisen
aan een medewerker dan een winkel waar producten wat langer
op voorraad liggen. Kennis van IT is belangrijk, omdat er in deze
sector veel geautomatiseerd is.
4
Manager retail (4) en Ondernemer retail (4)
Sarphat
Financieel 1
Kosten en winst
u Antwoorden | editie 2017 (herziene titel) | ESS-examen:
Financieel 1 – Kosten en winst
,Hoofdstuk 1 Introductie 3 1
Hoofdstuk 2 Resultaten 12 2
Hoofdstuk 3 Omzet en voorraad in kengetallen 37 3
Hoofdstuk 4 Verkoopprijs berekenen 48 4
Hoofdstuk 5 Exploitatiekosten 71 5
Hoofdstuk 6 Break-evenpunt 98 6
,Hoofdstuk 1
Introductie
, Antwoorden Hoofdstuk 1 uit Financieel 1 – Kosten en winst
Manager retail (4) en Ondernemer retail (4)
? Vragen
1 Als retailer of ondernemer voeg je waarde toe aan een product waardoor 1
de consument er meer voor wil betalen. Geef vier voorbeelden van
waarde toevoegen.
Voorbeelduitwerking: Reclamefolders in de wijk verspreiden,
Google-advertenties in de regio. De producten overzichtelijk in
schappen presenteren of zorgen voor duidelijke foto’s van artike-
len in de webshop. De mogelijke klant attenderen op een
aanbieding van een product als hij de website bezoekt of zorgen
dat jouw webwinkel automatisch aanbevelingen doet zoals
‘andere klanten kochten ook ...’. Producten verpakken na aankoop,
aankopen boven een bepaald bedrag gratis thuis laten bezorgen
op het gewenste moment, een stoel of een koffieautomaat in de
winkel plaatsen als service voor klanten, de nieuwste producten in
de winkel tonen, klanten op de hoogte houden met een nieuws-
brief.
2 In personeelsadvertenties zie je regelmatig de afkorting FMCG staan. Het
bedrijf zoekt dan iemand met ervaring met dit soort producten.
a Wat betekent deze afkorting?
fast moving consumer goods
b Wat is het belangrijkste kenmerk van deze producten?
Deze producten hebben een hoge omzetsnelheid. Ze liggen kort
op voorraad of in de winkel.
c Welke reden kan een bedrijf hebben om personeel te zoeken met erva-
ring met deze producten?
Producten die kort op voorraad of in de winkel liggen, vragen om
snelle beslissingen over de hoogte van de voorraad en je moet
kunnen inspelen op de wensen van de klanten. Zo’n omgeving, bij-
voorbeeld een supermarkt of een marktkraam, stelt andere eisen
aan een medewerker dan een winkel waar producten wat langer
op voorraad liggen. Kennis van IT is belangrijk, omdat er in deze
sector veel geautomatiseerd is.
4
