Praktijkopdracht 3:
Ontwerpen en uitvoeren van
een activiteit
1.5.2.
,Inhoud
Inleiding..................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 1. Ontwerp van de activiteit..................................................................................................3
1.2. Probleem formuleren..................................................................................................................4
1.3. Doelstelling formuleren...............................................................................................................4
Hoofdstuk 2. STARRT-verslag..................................................................................................................6
Hoofdstuk 3. Reflectie............................................................................................................................8
Hoofdstuk 4. Slotbeschouwing...............................................................................................................9
Bibliografie...........................................................................................................................................12
Bijlage...................................................................................................................................................13
Bijlage 1. Praktijkopdracht 2: Krachtgericht in gesprek....................................................................13
Bijlage 2. Telefonisch gesprek...........................................................................................................16
, Inleiding
De opdracht praktijkleren twee bestaat uit twee onderdelen; praktijkopdracht drie, ontwerpen en
uitvoeren van een activiteit op de praktijkleerwerkplek en een slotbeschouwing. Praktijkopdracht
drie, ontwerpen en uitvoeren van een activiteit, is een opdracht die wordt uitgevoerd tijdens het
praktijkleren. In dit verslag laat ik zien dat ik een activiteit kan voorbereiden, uitvoeren en evalueren
volgens de methodische cyclus (Spierts et al., 2019). De activiteit is gericht op het bevorderen van
empowerment, voor de doelgroep kinderen. Ik maak gebruik van de opgedane kennis en
vaardigheden uit module vier.
Ik beschrijf het ontwerp van de activiteit aan de hand van de oriëntatie, een situatieanalyse, doelen
van de deelnemers en een plan van aanpak. Na de uitvoering evalueer ik de activiteit en vraag ik
feedback aan de deelnemers. Ik evalueer de uitvoering van de activiteit doormiddel van een STARRT-
verslag. Tot slot leg ik het STARRT-verslag voor aan mijn praktijkbegeleider voor feedback, de
feedback wordt vervolgens verwerkt in een korte reflectie.
In de slotbeschouwing geef ik antwoord op drie verschillende vragen gericht op mijn ontwikkeling als
sociaal werker. Daarnaast beschrijf ik mijn leerproces- en resultaten aan de hand van mijn opgestelde
leerdoelen, ontvangen feedback en mijn ontwikkeling. Ik sluit de slotbeschouwing af met sterke en
ontwikkelingspunten die ik meeneem naar leerjaar twee.