Rechtsfeiten zijn alle handelingen die een mens doet die juridische gevolgen hebben, zoals
trouwen, oprichten van een bedrijf of het afsluiten van een lening.
Rechtshandelingen en feitelijke handelingen zijn beide handelingen die een mens doet die
juridische gevolgen hebben. Het verschil zit erin dat bij feitelijke handelingen het niet je intentie
was om juridische gevolgen te krijgen. Als je muziek luistert is dat een feitelijke handelijke
handeling maar als je de muziek te hard zet dan kunnen buren klagen omdat jij de plicht hebt je
aan de geluidsnorm te houden. Rechtshandelingen zijn gedane handelingen met de intentie dat
er juridische gevolgen zijn, bijvoorbeeld een contract afsluiten.
Onrechtmatige daden zijn daden die tegen het recht ingaan.
De privaatrechtelijke rechtspersoon zijn burgers, organisaties of vergelijkbare entiteiten die
rechtshandelingen kunnen verrichten als natuurlijke personen.
De privaatrechtelijke rechtspersonen zijn BV’s (Besloten Vennootschap aandelen worden
besloten bepaald en de namen dus bekend), NV’s (Naamloze vennootschap, aandelen zijn op
de markt vrij verhandelbaar en dus niet openbaar bekend),
Vereniging & Stichtingen mogen ook winst maken maar alleen mag die winst gebruikt worden
voor het doel van die vereniging of stichting. Bij verenigingen worden bestuurders gekozen door
het hoogste orgaan (ledenvergadering) bij een stichting worden bestuursleden niet gekozen
door een ledenvergadering.
Coorperaties zijn een soort verenigingen maar dan door ondernemers onderling, de winst van
de coorperaties wordt wel uitgekeerd aan de leden/ondernemers. In verzekeringen heb je iets
vergelijkends, dat is een onderlinge waarborg maatschappij.
Een ander juridische constructie is een rechtsvorm. Het verschil tussen een rechtsvorm en een
rechtspersoon zijn dat een rechtsvorm niet kan handelen als een rechtspersoon en in een
rechtsvorm is het prive-vermorgen van de deelnemende personen aansprakelijk. Wel komen ze
beiden in de kamer van koophandel te staan.
Voorbeelden van een rechtsvorm zijn bijvoorbeeld een eenmanszaak, daar is maar een
eigenaar en vallen alle financiele handelingen ook onder het prive-vermogen van de eigenaar.
Een eenmanszaak kan wel personeel in dienst hebben.
Een firma is een samenwerkingsverband tussen verschillende vennooten (deelnemers)
waarmee alle financiele handelingen gedeeld onder het privevermogen vallen.
commanditaire vennootschap is een variant op de firma maar dan bemoeien de vennooten zich
weinig met de handelingen van een bedrijf. Ze zijn wel geldschieters en krijgen een deel van de
winst.
,Een maatschap is een samenwerkingsverband dat mensen aan kunnen gaan als zij samen
één beroep uitoefenen. Mensen kiezen hiervoor omdat het soms goedkoper is.
In lid 1 van het rechtsartikel staat dat mensen die een onrechtmatige daad plegen blijkbaar
schade toebrengen aan de ander.
In lid 2 van het rechtsartikel staat samengevat dat mensen met onrechtmatige daden 1 recht
van anderen breken, 2 ins trijd handelen met wettelijke verplichtingen, 3 iets doen/laten
wat vanuit ongeschreven wet niet mag, 4 Tenzij daar een goede reden voor is
In lid 3 van het rechtsartikel staat dat het bewijsbaar moet zijn dat iemand een onrechtmatige
daad heeft gepleegd.
De relativiteitseis is de eis dat de overschreden norm alleen tot doel had de geschaden persoon
te beschermen.
De kern van het recht is orde geven in de maatschappij, dus het reguleren van verhoudingen
tussen mensen en regels over wat er moet gebeuren als de orde verstoort wordt.
De functies van het recht zijn 1 informatiefunctie. Doordat het recht op papier staat is er
duidelijk wat er moet gebeuren. 2 Gedragsnorm het recht geeft aan wat wij als maatschappij
minimaal moeten vinden. 3 Structurering het recht geeft structuur aan de gehele samenleving,
bijvoorbeeld welke rechten je hebt als consument en hoe je van het openbaar vervoer gebruik
moet maken.
Deze functies heeft het rechtsysteem:
Eerlijke verdeling van goederen. Is het volgende: Rijkdom, in geld of goederen, is
verdeeld tussen groepen en individuen. Het recht kan helpen die verdeling mogelijk te
veranderen door bijvoorbeeld hogere belasting te heffen op hogere inkomens
Het recht faciliteert ook bij veranderingen in de samenleving. Bij bijvoorbeeld de
introductie van mobiele telefoons deed het recht eisen stellen aan de antennes en
bijvoorbeeld regels voor providers.
Inhoud van recht is historisch bepaald. Wat op de ene dag verboden is hoeft niet op een
andere dag in de toekomst verboden te zijn, kijk maar naar het homohuwelijk.
De inhoud van het recht zal in belangrijke mate afhankelijk zijn van de morele en ethische
discussie en keuzes die uiteindelijk in een samenleving domineren. Denk bijvoorbeeld hier aan
medisch-ethische discussie over euthanasie.
, De politiek bepaald ook een groot deel van het recht, of het een democratisch land is of niet.
Politici maken de wetten en een groot deel van de inhoud. De standpunten van de politici
bepalen wat de inhoud van een wet gaat worden.
Ideaal recht is het recht dat gewenst is en waar men naartoe wilt streven, positief recht is het
recht dat op dit moment geld.
Objectief recht is het recht dat nu geld, net als positief recht. Subjectief recht is het recht waar
men zich in een bepaalde situatie op kan beroepen. Iedereen heeft in Nederland recht op een
bijstanduitkering OBJECTIEF recht maar je krijgt het pas in een bepaalde situatie, subjectief
recht.
Materieel recht zijn de feitelijke rechten en plichten die een samenleving heeft. Formeel recht
zijn de procedures en de bijgeldende regels op het moment dat materieel recht gehaald moet
worden.
Dwingend recht is recht waar niemand van kan afwijken, aanvullend (regelend) recht is het
recht dat voorwaarden geeft wanneer partijen samen tot een overeenkomst komen,
Publiekrecht zijn de verhoudingen en regels tussen burger en overheid en binnen de overheid,
privaatrecht zijn de regels en verhoudingen tussen burgers onderling.
Nationaal recht is recht dat alleen in een land geld, internationaal recht is recht dat uit oorsprong
afspraken tussen landen onderling heeft.
De vier rechtsbronnen zijn:
1 De wet, dat zijn de regels die door een bevoegd overheidsorgaan zijn bepaald
2 de Jurispendentie, dat is de verzameling uitspraken van rechters die over een periode zijn
gedaan
3 Gewoonten, de standaard gebruiken die in een groep heersen
4 Verdragen, dat zijn de afspraken die internationaal tussen landen zijn gemaakt
Wetten in formele zin zijn de wetten gemaakt door de Staten Generaal
Wetten in materiële zin zijn de bindende voorschriften van een wetgevend orgaan
Het oudste Nederlands grondrecht is terug te vinden bij de Unie van Utrecht en heeft als inhoud
de vrijheid om te geloven wat men zelf wilt.
De reden voor de vermeende pre-constitutionele aard van grondrechten is dat vanuit de
gedachte van de natuurrechten dat er grondrechten al waren voordat ze door een staat waren
vastgesteld.
trouwen, oprichten van een bedrijf of het afsluiten van een lening.
Rechtshandelingen en feitelijke handelingen zijn beide handelingen die een mens doet die
juridische gevolgen hebben. Het verschil zit erin dat bij feitelijke handelingen het niet je intentie
was om juridische gevolgen te krijgen. Als je muziek luistert is dat een feitelijke handelijke
handeling maar als je de muziek te hard zet dan kunnen buren klagen omdat jij de plicht hebt je
aan de geluidsnorm te houden. Rechtshandelingen zijn gedane handelingen met de intentie dat
er juridische gevolgen zijn, bijvoorbeeld een contract afsluiten.
Onrechtmatige daden zijn daden die tegen het recht ingaan.
De privaatrechtelijke rechtspersoon zijn burgers, organisaties of vergelijkbare entiteiten die
rechtshandelingen kunnen verrichten als natuurlijke personen.
De privaatrechtelijke rechtspersonen zijn BV’s (Besloten Vennootschap aandelen worden
besloten bepaald en de namen dus bekend), NV’s (Naamloze vennootschap, aandelen zijn op
de markt vrij verhandelbaar en dus niet openbaar bekend),
Vereniging & Stichtingen mogen ook winst maken maar alleen mag die winst gebruikt worden
voor het doel van die vereniging of stichting. Bij verenigingen worden bestuurders gekozen door
het hoogste orgaan (ledenvergadering) bij een stichting worden bestuursleden niet gekozen
door een ledenvergadering.
Coorperaties zijn een soort verenigingen maar dan door ondernemers onderling, de winst van
de coorperaties wordt wel uitgekeerd aan de leden/ondernemers. In verzekeringen heb je iets
vergelijkends, dat is een onderlinge waarborg maatschappij.
Een ander juridische constructie is een rechtsvorm. Het verschil tussen een rechtsvorm en een
rechtspersoon zijn dat een rechtsvorm niet kan handelen als een rechtspersoon en in een
rechtsvorm is het prive-vermorgen van de deelnemende personen aansprakelijk. Wel komen ze
beiden in de kamer van koophandel te staan.
Voorbeelden van een rechtsvorm zijn bijvoorbeeld een eenmanszaak, daar is maar een
eigenaar en vallen alle financiele handelingen ook onder het prive-vermogen van de eigenaar.
Een eenmanszaak kan wel personeel in dienst hebben.
Een firma is een samenwerkingsverband tussen verschillende vennooten (deelnemers)
waarmee alle financiele handelingen gedeeld onder het privevermogen vallen.
commanditaire vennootschap is een variant op de firma maar dan bemoeien de vennooten zich
weinig met de handelingen van een bedrijf. Ze zijn wel geldschieters en krijgen een deel van de
winst.
,Een maatschap is een samenwerkingsverband dat mensen aan kunnen gaan als zij samen
één beroep uitoefenen. Mensen kiezen hiervoor omdat het soms goedkoper is.
In lid 1 van het rechtsartikel staat dat mensen die een onrechtmatige daad plegen blijkbaar
schade toebrengen aan de ander.
In lid 2 van het rechtsartikel staat samengevat dat mensen met onrechtmatige daden 1 recht
van anderen breken, 2 ins trijd handelen met wettelijke verplichtingen, 3 iets doen/laten
wat vanuit ongeschreven wet niet mag, 4 Tenzij daar een goede reden voor is
In lid 3 van het rechtsartikel staat dat het bewijsbaar moet zijn dat iemand een onrechtmatige
daad heeft gepleegd.
De relativiteitseis is de eis dat de overschreden norm alleen tot doel had de geschaden persoon
te beschermen.
De kern van het recht is orde geven in de maatschappij, dus het reguleren van verhoudingen
tussen mensen en regels over wat er moet gebeuren als de orde verstoort wordt.
De functies van het recht zijn 1 informatiefunctie. Doordat het recht op papier staat is er
duidelijk wat er moet gebeuren. 2 Gedragsnorm het recht geeft aan wat wij als maatschappij
minimaal moeten vinden. 3 Structurering het recht geeft structuur aan de gehele samenleving,
bijvoorbeeld welke rechten je hebt als consument en hoe je van het openbaar vervoer gebruik
moet maken.
Deze functies heeft het rechtsysteem:
Eerlijke verdeling van goederen. Is het volgende: Rijkdom, in geld of goederen, is
verdeeld tussen groepen en individuen. Het recht kan helpen die verdeling mogelijk te
veranderen door bijvoorbeeld hogere belasting te heffen op hogere inkomens
Het recht faciliteert ook bij veranderingen in de samenleving. Bij bijvoorbeeld de
introductie van mobiele telefoons deed het recht eisen stellen aan de antennes en
bijvoorbeeld regels voor providers.
Inhoud van recht is historisch bepaald. Wat op de ene dag verboden is hoeft niet op een
andere dag in de toekomst verboden te zijn, kijk maar naar het homohuwelijk.
De inhoud van het recht zal in belangrijke mate afhankelijk zijn van de morele en ethische
discussie en keuzes die uiteindelijk in een samenleving domineren. Denk bijvoorbeeld hier aan
medisch-ethische discussie over euthanasie.
, De politiek bepaald ook een groot deel van het recht, of het een democratisch land is of niet.
Politici maken de wetten en een groot deel van de inhoud. De standpunten van de politici
bepalen wat de inhoud van een wet gaat worden.
Ideaal recht is het recht dat gewenst is en waar men naartoe wilt streven, positief recht is het
recht dat op dit moment geld.
Objectief recht is het recht dat nu geld, net als positief recht. Subjectief recht is het recht waar
men zich in een bepaalde situatie op kan beroepen. Iedereen heeft in Nederland recht op een
bijstanduitkering OBJECTIEF recht maar je krijgt het pas in een bepaalde situatie, subjectief
recht.
Materieel recht zijn de feitelijke rechten en plichten die een samenleving heeft. Formeel recht
zijn de procedures en de bijgeldende regels op het moment dat materieel recht gehaald moet
worden.
Dwingend recht is recht waar niemand van kan afwijken, aanvullend (regelend) recht is het
recht dat voorwaarden geeft wanneer partijen samen tot een overeenkomst komen,
Publiekrecht zijn de verhoudingen en regels tussen burger en overheid en binnen de overheid,
privaatrecht zijn de regels en verhoudingen tussen burgers onderling.
Nationaal recht is recht dat alleen in een land geld, internationaal recht is recht dat uit oorsprong
afspraken tussen landen onderling heeft.
De vier rechtsbronnen zijn:
1 De wet, dat zijn de regels die door een bevoegd overheidsorgaan zijn bepaald
2 de Jurispendentie, dat is de verzameling uitspraken van rechters die over een periode zijn
gedaan
3 Gewoonten, de standaard gebruiken die in een groep heersen
4 Verdragen, dat zijn de afspraken die internationaal tussen landen zijn gemaakt
Wetten in formele zin zijn de wetten gemaakt door de Staten Generaal
Wetten in materiële zin zijn de bindende voorschriften van een wetgevend orgaan
Het oudste Nederlands grondrecht is terug te vinden bij de Unie van Utrecht en heeft als inhoud
de vrijheid om te geloven wat men zelf wilt.
De reden voor de vermeende pre-constitutionele aard van grondrechten is dat vanuit de
gedachte van de natuurrechten dat er grondrechten al waren voordat ze door een staat waren
vastgesteld.
