Stappenplan – IBSR week 1 t/m 6
Week 1
1:1 lid 1: bestuursorgaan
sub a: een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of (a-orgaan)
sub b: een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed (b-orgaan)
- A-organen zijn voor ál hun handelingen, zowel privaatrechtelijke als feitelijke handelingen,
gebonden aan de Awb
- B-organen zijn voor álleen zover zij publiekrechtelijke bevoegdheden uitoefenen gebonden
aan de Awb
A-orgaan
1:1 lid 1 sub a: vereisten
- Orgaan
- Publiekrechtelijke rechtspersoon
Vereiste 1: orgaan
Duidt op de onderdelen van de publiekrechtelijke rechtspersoon die taken uitvoeren
De organen van de rechtspersoon ‘gemeente’:
- Burgemeester
- Gemeenteraad
- College van B&W
Vereiste 2: publiekrechtelijke rechtspersoon
2:1 lid 1 BW: de Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, alsmede alle lichamen
waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, bezitten
rechtspersoonlijkheid
2:1 lid 2 BW: andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten
slechts rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde volgt
Een privaatrechtelijke rechtspersoon kan middels deze wijze publiekrechtelijke
rechtspersoonlijkheid toegediend krijgen
Of in bijzondere wetten
2:3 BW: privaatrechtelijke rechtspersonen
Verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze vennootschappen,
besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en stichtingen bezitten
rechtspersoonlijkheid.
Een privaatrechtelijke rechtspersoon kan nooit een a-orgaan zijn
Een a-orgaan is een orgaan van de publiekrechtelijke rechtspersoon. A-bestuursorganen maken dus
deel uit van een publiekrechtelijke rechtspersoon en hebben zelf geen rechtspersoonlijkheid
B-orgaan
1:1 lid 1 sub b: vereisten
- Ander persoon of college
- Met enig openbaar gezag bekleed
Vereiste 1: ander persoon of college
- Natuurlijke personen
- 2:3 BW: privaatrechtelijke rechtspersonen
Een publiekrechtelijke rechtspersoon kan nooit een b-orgaan zijn
,Vereiste 2: met enig openbaar gezag bekleed
Bevoegd (voor een deel van hun activiteiten) eenzijdig rechten of plichten voor een ander in het
leven te roepen of bindend vast te stellen
Verkrijging door:
1. Wettelijk openbaar gezag: op basis van een wettelijk voorschrift (APK-keuring)
2. Buitenwettelijk openbaar gezag
Buitenwettelijk openbaar gezag:
= Indien de overheid een privaatrechtelijke rechtspersoon inzet om publiekrechtelijke taken uit te
voeren, is die verkapte overheid óók gebonden aan de Awb.
Dient als extra rechtsbescherming
Uitspraak Stichting bevorderen kwaliteit leefomgeving Schiphol – toetsingskader b-orgaan
Cumulatieve criteria:
1. Inhoudelijk vereiste
de inhoudelijke criteria voor het verstrekken van geldelijke uitkeringen of voorzieningen
worden in beslissende mate bepaald door één of meer a-bestuursorganen
2. Financieel vereiste
de te verstrekken geldelijke uitkeringen of voorzieningen worden in overwegende mate (2/3
of meer) gefinancierd door één of meer a-bestuursorganen
Beogen waarom er in de eerste plaats geen sprake is van een a-orgaan
1:1 lid 2: uitgezonderde bestuursorganen
Geen bestuursorgaan zijn:
- De wetgevende macht
- De kamer en de verenigde vergadering der Staten-Generaal
- Onafhankelijke, bij de wet ingestelde organen die met rechtsspraak zijn belast, alsmede de
Raad voor de rechtspraak en het College van afgevaardigden
- De Raad van State en zijn afdelingen
etc.
, Terminologie
Dwingend recht
- Afwijking van de Awb in beginsel niet mogelijk
- Afwijken kan alleen bij wet in formele zin (mits noodzakelijk en uitdrukkelijk: “In afwijking
van artikel… Awb…”
Regelend recht
- Awb bevat de hoofdregel maar staat afwijking uitdrukkelijk toe
‘’Tenzij bij wettelijk voorschrift (of bij besluit van het bestuursorgaan) anders is bepaald”
‘’ Niet anders is bepaald’’
Aanvullend recht
- Bijzondere wet bevat hoofdregel maar wanneer daarin niets staat, geldt Awb
‘’Bij het ontbreken van’’
Facultatief recht
- De bijzondere wetgever kan een bepaling uit de Awb van toepassing verklaren
“Indien dat bij wettelijk voorschrift (of bij besluit van het bestuursorgaan) is bepaald”
‘’Voor zover dat bij wettelijk voorschrift is bepaald’’
‘’Ten aanzien waarvan dit is bepaald’’
Week 1
1:1 lid 1: bestuursorgaan
sub a: een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of (a-orgaan)
sub b: een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed (b-orgaan)
- A-organen zijn voor ál hun handelingen, zowel privaatrechtelijke als feitelijke handelingen,
gebonden aan de Awb
- B-organen zijn voor álleen zover zij publiekrechtelijke bevoegdheden uitoefenen gebonden
aan de Awb
A-orgaan
1:1 lid 1 sub a: vereisten
- Orgaan
- Publiekrechtelijke rechtspersoon
Vereiste 1: orgaan
Duidt op de onderdelen van de publiekrechtelijke rechtspersoon die taken uitvoeren
De organen van de rechtspersoon ‘gemeente’:
- Burgemeester
- Gemeenteraad
- College van B&W
Vereiste 2: publiekrechtelijke rechtspersoon
2:1 lid 1 BW: de Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, alsmede alle lichamen
waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, bezitten
rechtspersoonlijkheid
2:1 lid 2 BW: andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten
slechts rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde volgt
Een privaatrechtelijke rechtspersoon kan middels deze wijze publiekrechtelijke
rechtspersoonlijkheid toegediend krijgen
Of in bijzondere wetten
2:3 BW: privaatrechtelijke rechtspersonen
Verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze vennootschappen,
besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en stichtingen bezitten
rechtspersoonlijkheid.
Een privaatrechtelijke rechtspersoon kan nooit een a-orgaan zijn
Een a-orgaan is een orgaan van de publiekrechtelijke rechtspersoon. A-bestuursorganen maken dus
deel uit van een publiekrechtelijke rechtspersoon en hebben zelf geen rechtspersoonlijkheid
B-orgaan
1:1 lid 1 sub b: vereisten
- Ander persoon of college
- Met enig openbaar gezag bekleed
Vereiste 1: ander persoon of college
- Natuurlijke personen
- 2:3 BW: privaatrechtelijke rechtspersonen
Een publiekrechtelijke rechtspersoon kan nooit een b-orgaan zijn
,Vereiste 2: met enig openbaar gezag bekleed
Bevoegd (voor een deel van hun activiteiten) eenzijdig rechten of plichten voor een ander in het
leven te roepen of bindend vast te stellen
Verkrijging door:
1. Wettelijk openbaar gezag: op basis van een wettelijk voorschrift (APK-keuring)
2. Buitenwettelijk openbaar gezag
Buitenwettelijk openbaar gezag:
= Indien de overheid een privaatrechtelijke rechtspersoon inzet om publiekrechtelijke taken uit te
voeren, is die verkapte overheid óók gebonden aan de Awb.
Dient als extra rechtsbescherming
Uitspraak Stichting bevorderen kwaliteit leefomgeving Schiphol – toetsingskader b-orgaan
Cumulatieve criteria:
1. Inhoudelijk vereiste
de inhoudelijke criteria voor het verstrekken van geldelijke uitkeringen of voorzieningen
worden in beslissende mate bepaald door één of meer a-bestuursorganen
2. Financieel vereiste
de te verstrekken geldelijke uitkeringen of voorzieningen worden in overwegende mate (2/3
of meer) gefinancierd door één of meer a-bestuursorganen
Beogen waarom er in de eerste plaats geen sprake is van een a-orgaan
1:1 lid 2: uitgezonderde bestuursorganen
Geen bestuursorgaan zijn:
- De wetgevende macht
- De kamer en de verenigde vergadering der Staten-Generaal
- Onafhankelijke, bij de wet ingestelde organen die met rechtsspraak zijn belast, alsmede de
Raad voor de rechtspraak en het College van afgevaardigden
- De Raad van State en zijn afdelingen
etc.
, Terminologie
Dwingend recht
- Afwijking van de Awb in beginsel niet mogelijk
- Afwijken kan alleen bij wet in formele zin (mits noodzakelijk en uitdrukkelijk: “In afwijking
van artikel… Awb…”
Regelend recht
- Awb bevat de hoofdregel maar staat afwijking uitdrukkelijk toe
‘’Tenzij bij wettelijk voorschrift (of bij besluit van het bestuursorgaan) anders is bepaald”
‘’ Niet anders is bepaald’’
Aanvullend recht
- Bijzondere wet bevat hoofdregel maar wanneer daarin niets staat, geldt Awb
‘’Bij het ontbreken van’’
Facultatief recht
- De bijzondere wetgever kan een bepaling uit de Awb van toepassing verklaren
“Indien dat bij wettelijk voorschrift (of bij besluit van het bestuursorgaan) is bepaald”
‘’Voor zover dat bij wettelijk voorschrift is bepaald’’
‘’Ten aanzien waarvan dit is bepaald’’
