Stelt een activiteitenprogramma op.
(P1-K1-W2)
Ontwikkelingsbehoeften
Allereerst heb ik onderzocht welke ontwikkelingsbehoeften aan de orde
zijn bij de kindjes op de groep. De kinderen hebben een leeftijd variërend
van 0 tot 2 jaar. De ontwikkelingsbehoeften zijn per leeftijd dus erg
verschillend.
Bij kinderen van een paar maanden oud tot 1 jaar, zie ik dat er behoefde
is qua ontwikkelen in de vorm van contact maken en samen spelen. De
kinderen onder de één zijn dol op contact maken, samen spelen, samen
lachen, maar ook individueel kunnen ze zich goed vermaken met simpel
speelgoed. De motoriek van de kindjes is in volle gang, sommige kindjes
rollen van de rug naar de buik, en andersom. Andere kindjes van deze
leeftijd tijgeren, of kruipen zelfs al.
De kinderen vanaf 1 jaar hebben alweer een heel andere
ontwikkelingsbehoefte. Vanaf 1 jaar kunnen de kindjes al een stuk meer.
Ze proberen zelf te gaan staan, te lopen en zelfs al te klimmen. Ze gaan
op avontuur en soms lijkt niets ze in de weg te staan. Ook zit er
vooruitgang in de taalontwikkeling, sommige kindjes kunnen bepaalde
woordjes en kunnen dus ook beter communiceren en duidelijk maken wat
ze willen.
In de leeftijd van 1,5 jaar tot 2 jaar is de ontwikkelingsbehoefte weer totaal
anders, kinderen in deze leeftijd zijn de kindjes continue in beweging en
gaan graag op onderzoek uit, dit noem je exploratiedrang. De grove
motoriek van het kind ontwikkeld zich sterk, een bal gooien of schoppen
gaat steeds beter. Ook kunnen kindjes van deze leeftijd zich beter
concentreren tijdens het kleuren of verven, en hebben ze hier meer plezier
in.
Wensen en ideeën over activiteitenaanbod
Omdat ik werk met kindjes van 0-2 jaar, en deze kindjes dus nog erg jong
zijn en niet echt een mening hebben vond ik het lastig om hen te
betrekken bij het kiezen van activiteiten. Bij ons op de groep worden
kinderen hier ook niet echt in betrokken. We vragen de kindjes
bijvoorbeeld niet; ‘’Wat willen jullie vandaag gaan doen?’’, maar we
vragen wel ‘’Zullen we naar buiten gaan?’’ of ‘’Zullen we in de hal gaan
spelen?’’. Van een enkel kind krijg je dan een ja of een nee, maar het
merendeel van de kinderen is nog te jong om deze vragen te begrijpen of
om überhaupt antwoord te geven omdat de taalontwikkeling dit nog niet
toe laat. Ik heb de kinderen dan ook niet betrokken bij het kiezen van
activiteiten, maar ik heb wel rekening gehouden met hun wensen. Daarom
(P1-K1-W2)
Ontwikkelingsbehoeften
Allereerst heb ik onderzocht welke ontwikkelingsbehoeften aan de orde
zijn bij de kindjes op de groep. De kinderen hebben een leeftijd variërend
van 0 tot 2 jaar. De ontwikkelingsbehoeften zijn per leeftijd dus erg
verschillend.
Bij kinderen van een paar maanden oud tot 1 jaar, zie ik dat er behoefde
is qua ontwikkelen in de vorm van contact maken en samen spelen. De
kinderen onder de één zijn dol op contact maken, samen spelen, samen
lachen, maar ook individueel kunnen ze zich goed vermaken met simpel
speelgoed. De motoriek van de kindjes is in volle gang, sommige kindjes
rollen van de rug naar de buik, en andersom. Andere kindjes van deze
leeftijd tijgeren, of kruipen zelfs al.
De kinderen vanaf 1 jaar hebben alweer een heel andere
ontwikkelingsbehoefte. Vanaf 1 jaar kunnen de kindjes al een stuk meer.
Ze proberen zelf te gaan staan, te lopen en zelfs al te klimmen. Ze gaan
op avontuur en soms lijkt niets ze in de weg te staan. Ook zit er
vooruitgang in de taalontwikkeling, sommige kindjes kunnen bepaalde
woordjes en kunnen dus ook beter communiceren en duidelijk maken wat
ze willen.
In de leeftijd van 1,5 jaar tot 2 jaar is de ontwikkelingsbehoefte weer totaal
anders, kinderen in deze leeftijd zijn de kindjes continue in beweging en
gaan graag op onderzoek uit, dit noem je exploratiedrang. De grove
motoriek van het kind ontwikkeld zich sterk, een bal gooien of schoppen
gaat steeds beter. Ook kunnen kindjes van deze leeftijd zich beter
concentreren tijdens het kleuren of verven, en hebben ze hier meer plezier
in.
Wensen en ideeën over activiteitenaanbod
Omdat ik werk met kindjes van 0-2 jaar, en deze kindjes dus nog erg jong
zijn en niet echt een mening hebben vond ik het lastig om hen te
betrekken bij het kiezen van activiteiten. Bij ons op de groep worden
kinderen hier ook niet echt in betrokken. We vragen de kindjes
bijvoorbeeld niet; ‘’Wat willen jullie vandaag gaan doen?’’, maar we
vragen wel ‘’Zullen we naar buiten gaan?’’ of ‘’Zullen we in de hal gaan
spelen?’’. Van een enkel kind krijg je dan een ja of een nee, maar het
merendeel van de kinderen is nog te jong om deze vragen te begrijpen of
om überhaupt antwoord te geven omdat de taalontwikkeling dit nog niet
toe laat. Ik heb de kinderen dan ook niet betrokken bij het kiezen van
activiteiten, maar ik heb wel rekening gehouden met hun wensen. Daarom
