Eindgevoel:
Hard = botten
Stug = ligamenten/kapsel
Verend = spieren
Zacht = vet
Leeg = pijn
1. Voer het actief ROM-onderzoek van de heup uit en benoem de normwaardes en
uitkomstmaten.
Abductie (in ruglig) = Het been van het lichaam af bewegen. De fysiotherapeut ondersteunt
het been iets, maar de patiënt voert de beweging uit. (eventueel kun je het andere been iets
opzij leggen voor meer ruimte)
o 45 graden
o Verend
Adductie (in ruglig) = Het ene been over het andere been zetten waardoor de knie gebogen
is. Daarna het andere been dat nog plat ligt naar de binnenkant (naar de as toe) verplaatsen.
Fysiotherapeut ondersteunt weer, maar patiënt voert de beweging uit. Zorgen dat het been
dat gebogen is, niet verschuift, maar op dezelfde plaats blijft.
o 10 graden
o Verend
Endorotatie (in zit op de hoek van de bank) = Klem je vuisten tussen knieën. Onderbenen
wijzen naar buiten en de knie wijst naar binnen.
o 30 graden
o Verend
Exorotatie (in zit op de hoek van de bank) = Klem je vuisten tussen knieën. Onderbenen
wijzen naar binnen, kunnen elkaar kruisen en knieën wijzen naar buiten.
o 45 graden
o Verend
Flexie (in ruglig) = Je been buigen in een hoek van 90 graden en zo je knie zo ver mogelijk
naar je toe trekken
o 120 graden
o Zacht
Extensie (in buiklig) = Je been zo ver mogelijk strekken en optillen. Fysiotherapeut houdt de
hand net iets boven de billen zodat je niet gaat compenseren.
o 15 graden
2. Voer het passief ROM-onderzoek van de heup uit en benoem de normwaardes en
uitkomstmaten
Abductie (ruglig) = Het been van het lichaam af bewegen.
o 45-50 graden
o Verend
Adductie (ruglig) = Het ene been over het andere been zetten, waardoor de knie gebogen is.
Daarna het andere been dat nog plat ligt naar binnen bewegen. Let op dat er niet
gecompenseerd wordt.
o 15 graden
o Verend
Endorotatie (ruglig) = knie in 90 graden houden en dan naar binnen/buiten draaien, knie wijst
naar binnen, benen wijzen naar buiten. Voet op slot zetten.
o 30 graden
, o Verend
Exorotatie (ruglig) = knie in 90 graden houden en dan naar binnen/buiten draaien, knie wijst
naar buiten, benen wijzen naar binnen. Voet op slot zetten.
o 30 graden
o Verend
Flexie (ruglig) = je been zo ver mogelijk naar je toe brengen in een hoek van 90 graden.
o 150 graden (120-130)
o zacht
Extensie (buiklig) = Het been zo ver mogelijk optillen. Hand op iets boven de billen houden
zodat er niet gecompenseerd wordt.
o 15 graden
3. Voer het actief ROM-onderzoek van de knie uit en benoem de normwaardes en
uitkomstmaten
Endorotatie (zittend op de hoek van de bank) = Zorg dat de knieën in de bank zijn gedrukt.
Tenen omhoog bewegen en voeten naar binnen draaien
o 15 graden
o Stug
Exorotatie (zittend op de hoek van de bank) = Zorg dat de knieën in de bank zijn gedrukt.
Tenen omhoog bewegen en voeten naar buiten draaien.
o 40 graden
o Stug
Flexie (ruglig) = Hak zo ver mogelijk naar je bil toe bewegen, maar wel plat op de bank blijven
liggen en onderkant van voet moet ook plat op de bank.
o 140 graden
o Verend
Extensie (ruglig) = Knieholte in de bank duwen en je hak iets optillen, maar been moet wel plat
op de bank blijven liggen
o 0-15 graden
o Stug-hard
4. Voer het passief ROM-onderzoek van de knie uit en benoem de normwaardes en
uitkomstmaten
Endorotatie (ruglig) = Been in een hoek van 90 graden plaatsen, enkel op slot door middel van
je onderarm erachter te houden. Voet naar binnen en naar buiten draaien.
o 15 graden
o stug
Exorotatie (ruglig) = Been in een hoek van 90 graden plaatsen, enkel op slot door middel van
je onderarm erachter te houden. Voet naar binnen en naar buiten draaien.
o 45 graden
o stug
Flexie (ruglig) = De fysiotherapeut duwt de hak zo ver mogelijk naar de bil toe. Let op dat de
patiënt wel plat op de bank blijft liggen
o 160 graden
o verend
Extensie (ruglig) = knieholte in de bank duwen door een hand iets boven de knie te plaatsen
en daarop te duwen en met de andere hand bij de hak vastpakken en de hak iets optillen.
o 10 graden
o Stug-hard