Gewrichten:
- Syndesmosis: tussen ulna en radius
- Sutura: schedelnaad
- Symphysis: vezelig kraakbeen, tussen os pubis dexter en sinister
- Synchondrosis: hyalien kraakbeen, tussen sternum en costae
- Synovia: met vloeistof
Kapsel:
- membrana synovialis: binnenste laag, maakt synovia
- membrana fibrosa: buitenste laag,
- continu botvlies
- rijk geïnnerveerd
- kan versterkte delen bevatten(ligamenten)
- intracapsulair: versterkt deel van het kapsel
- extracapsulair: sterke bindweefselstrengen buiten het kapsel
Hulpconstructies: kop en kom passend maken, zorgt voor stabiliteit
- vet: plica adiposa
- kraakbeen:
- discus
- meniscus
- labrum
Wervelkolom:
- verbinding
- bescherming
- beweging
De bewegingsmogelijkheden verschillen per niveau, dit komt door:
- verschillende stand van de gewrichtsvlakken
- vervorming van tussenwervelschijven
- ligging en sterkte ligamenten rond de wervelkolom
- ligging buikspieren en rugspieren
Lordosis, lumbaal: holling
Soorten structurele scoliose:
- congenital: foute ontwikkeling van 1 of meer wervels als foetus, of vergroeiingen
- myopathisch: m.b.t. spieren
- idiopathisch: geen idee
Discus intervertebralis:
- nucleus pulposus: vochtvasthoudende kern
- anulus fibrosus: bindweefselring, verbonden met wervels en kraakbeen: laagje
craniaal en caudaal
- hernia: nucleus pulposus stulpt uit en drukt tegen de uiteinden van spinale
wortels en leidt tot pijn en motorische problemen in de voet.
Facetgewrichten: artt. zygapophyseales
Whiplash: ligamenten overrekt
Scalenuspoort: doorgang tussen m. scalenus anterior, m. scalenus medius en costa I:
- a. subclavia: slagader vanuit de thorax onder de clavicula naar de oksel
- Syndesmosis: tussen ulna en radius
- Sutura: schedelnaad
- Symphysis: vezelig kraakbeen, tussen os pubis dexter en sinister
- Synchondrosis: hyalien kraakbeen, tussen sternum en costae
- Synovia: met vloeistof
Kapsel:
- membrana synovialis: binnenste laag, maakt synovia
- membrana fibrosa: buitenste laag,
- continu botvlies
- rijk geïnnerveerd
- kan versterkte delen bevatten(ligamenten)
- intracapsulair: versterkt deel van het kapsel
- extracapsulair: sterke bindweefselstrengen buiten het kapsel
Hulpconstructies: kop en kom passend maken, zorgt voor stabiliteit
- vet: plica adiposa
- kraakbeen:
- discus
- meniscus
- labrum
Wervelkolom:
- verbinding
- bescherming
- beweging
De bewegingsmogelijkheden verschillen per niveau, dit komt door:
- verschillende stand van de gewrichtsvlakken
- vervorming van tussenwervelschijven
- ligging en sterkte ligamenten rond de wervelkolom
- ligging buikspieren en rugspieren
Lordosis, lumbaal: holling
Soorten structurele scoliose:
- congenital: foute ontwikkeling van 1 of meer wervels als foetus, of vergroeiingen
- myopathisch: m.b.t. spieren
- idiopathisch: geen idee
Discus intervertebralis:
- nucleus pulposus: vochtvasthoudende kern
- anulus fibrosus: bindweefselring, verbonden met wervels en kraakbeen: laagje
craniaal en caudaal
- hernia: nucleus pulposus stulpt uit en drukt tegen de uiteinden van spinale
wortels en leidt tot pijn en motorische problemen in de voet.
Facetgewrichten: artt. zygapophyseales
Whiplash: ligamenten overrekt
Scalenuspoort: doorgang tussen m. scalenus anterior, m. scalenus medius en costa I:
- a. subclavia: slagader vanuit de thorax onder de clavicula naar de oksel