100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting grammatica Nederlands

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
8
Geüpload op
31-10-2021
Geschreven in
2020/2021

In dit document staan de: lijdende/bedrijvende vormen, werkwoords soorten, naamwoordelijk/werkwoordelijk gezegde, zinsontleding, tekstdoelen/tekstsoorten/tekstvormen/tekstverbanden/tekststructuren, functies van tekstgedeelten, regels werkwoord spelling, wanneer gebruik je trema’s/koppeltekens.

Meer zien Lees minder









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
School jaar
3

Documentinformatie

Geüpload op
31 oktober 2021
Aantal pagina's
8
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

lijdende en bedrijvende vorm
Zinnen kunnen in de lijdende of bedrijvende vorm staan.
- Een zin staat in de bedrijvende vorm als het onderwerp iets doet. In bedrijvende zinnen kan
een lijdend voorwerp staan.
- Een zin staat in de lijdende vorm als er iets met het onderwerp wordt gedaan. In lijdende
zinnen kan geen lijdend voorwerp staan.


➔ Bedrijvend: De postbode geeft mij het pakketje.
Lijdend: Het pakketje wordt mij door de postbode gegeven.

Werkwoordsoorten
Een zelfstandig werkwoord (zww) is de werkwoordsvorm die de handeling aangeeft in de zin. Het
zelfstandig werkwoord is dus het belangrijkste werkwoord in de zin.


➔ De directeur vergadert urenlang met de bestuursleden. Handeling = vergaderen.


In een zin staat altijd maar één zelfstandig werkwoord. De andere werkwoorden in de zin zijn
hulpwerkwoorden (hww). De vorm van het zelfstandig werkwoord verandert als er
hulpwerkwoorden in de zin staan. Hoe dat gebeurt, kun je lezen in onderstaande voorbeelden.


➔ De directeur vergadert urenlang met de bestuursleden.

vergadert = zww
De directeur heeft urenlang vergaderd met de bestuursleden.
heeft = hww vergaderd = zww

➔ Help je jouw moeder vandaag met de schoonmaak?

help = zww
Zou je jouw moeder vandaag met de schoonmaak willen helpen?
Zou = hww willen = hww helpen = zww

Een koppelwerkwoord (kww) geeft geen handeling aan in de zin (zoals een zelfstandig werkwoord),
maar het koppelt het onderwerp in de zin aan een ander zinsdeel, waarin een bijvoeglijk of
zelfstandig naamwoord staat. Het onderwerp in zo’n zin doet niet iets, maar is iets.

Er zijn in totaal negen koppelwerkwoorden, waarvan je zes moet kennen. De laatste drie gebruiken
we in het hedendaags Nederlands bijna niet meer. De negen koppelwerkwoorden zijn:
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, (heten, dunken, voorkomen)

Als het koppelwerkwoord het onderwerp koppelt aan een zelfstandig naamwoord, kun je het
koppelwerkwoord vervangen door een =-teken.

, ➔ Mijn broer is een goede atleet. Mijn broer = een goede atleet.

➔ Dit werkstuk wordt een topper! Dit werkstuk = een topper.


Als het koppelwerkwoord het onderwerp koppelt aan een bijvoeglijk naamwoord, kun je het
bijvoeglijk naamwoord voor het onderwerp zetten.


➔ Het ijs van de ijssalon op de hoek blijft lekker. Het lekkere ijs van de ijssalon op de hoek.

➔ Het gordijn blijkt veel geler te zijn dan in de winkel. Het gelere gordijn.


In zinnen met een koppelwerkwoord, kan ook een hulpwerkwoord staan. Het koppelwerkwoord is
dan de infinitief of het voltooid deelwoord (en de persoonsvorm het hulpwerkwoord).


➔ De school is de hele zomer dicht geweest.

is = hww geweest = kww
➔ Zal hij later professioneel zanger worden?
zal = hww worden = kww


Het werkwoordelijk gezegde (wwg) bestaat alleen uit werkwoorden. In een werkwoordelijk gezegde
kunnen alleen zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden zitten.
➔ In het kuuroord heeft Ellie zich heerlijk laten masseren.

heeft = hww laten = hww masseren = zww

Naamwoordelijk gezegde en werkwoordelijk gezegde
Het naamwoordelijk gezegde (nwg) bestaat uit een naamwoordelijk deel en een werkwoordelijk
deel.
Werkwoordelijk deel (wwd):
- In een zin met één werkwoordsvorm is dit de persoonsvorm. De persoonsvorm is dan een
koppelwerkwoord.
- In een zin met meer werkwoordsvormen is het voltooid deelwoord of de infinitief een
koppelwerkwoord en de andere werkwoorden zijn hulpwerkwoorden.
Naamwoordelijk deel (nwd):
- Het koppelwerkwoord koppelt het onderwerp aan een naamwoord in de zin. Het
naamwoordelijk deel is dus het zinsdeel waaraan het onderwerp is gekoppeld.

Het naamwoordelijk gezegde bestaat dus niet alleen uit werkwoorden, maar er hoort ook een
zinsdeel met een (bijvoeglijk of zelfstandig) naamwoord bij.
€6,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
kyramulder

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
kyramulder
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
0
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
3
Laatst verkocht
-

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen