Typ hier uw vergelijking.
EXAMEN C
[Ondertitel van document]
FENNEKEN GRIJPINK
18OGPMC
,Inhoudsopgave
Inleiding 2
P2-K1-W2 Stelt een gespecialiseerd activiteitenprogramma op 3
Beschrijving van de groep 3
Beschrijft de ontwikkelingsbehoefte en/of problemen en wensen van de kinderen 3
Aansluiting bij specifieke wensen van kinderen 4
Aansluiten bij de specifieke ontwikkelingsbehoefte en/of problemen van de kinderen 4
Een juiste keuze kunnen maken in de selectie van het activiteitenaanbod en hun afstemming op
wensen en behoeften van de kinderen 4
Houdt rekening met de randvoorwaarden van de organisatie 5
Maakt een logische planning 5
Stem activiteiten op elkaar af 6
B1-K1-W2 bereidt de uitvoering van activiteiten voor 6
Plan activiteiten ruim van te voren. 6
Stem de activiteiten af op de behoeften en ontwikkeling van de doelgroep 6
Beschrijft de rol van collega’s bij de uitvoering 13
Houdt rekening met de randvoorwaarden 13
Houdt rekening met onvoorziene omstandigheden 13
B1-K1-W3 richt ruimten in ter voorbereiding op activiteiten 13
Maakt de aanpassing in de inrichting van de ruimte inzichtelijk 13
Maakt de benodigde materialen inzichtelijk 14
Onderbouwt op welke manier de aanpassing van de ruimte op het doel is afgestemd. 14
Onderbouwt op welke manier de aanpassing van de gekozen materialen op het doel is
afgestemd.14
Onderbouwt op welke manier de aanpassing van de ruimte aan de gestelde richtlijnen voldoet. 15
Onderbouwt op welke manier de aanpassingen van de gekozen materialen aan de gestelde
richtlijnen voldoet. 15
P2-K1-W7 Biedt specifieke ontwikkeling 17
Past brede en specialistische kennis van de doelstelling van een erkende VVE-methodiek toe. 17
Past brede en specialistische kennis inhoud van een erkende VVE-methodiek toe 17
Past brede en specialistische kennis aanpak van een erkende VVE-methodiek toe 18
Stimuleert en adviseert de ouders met betrekking tot het versterken van de leeromgeving
Thuis. 18
B1-K1-W5 stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van activiteiten 19
Situatie: 19
Taak: 19
Resultaat: 19
Aanpak: 20
Keuzes: 20
Onderbouwt de gemaakte keuzes vanuit haar kennis van de cognitieve ontwikkeling
van het kind 20
Onderbouwt de gemaakte keuzes vanuit haar kennis van de motorische ontwikkeling
van het kind 20
Onderbouwt de gemaakte keuzes vanuit haar kennis van de sociaal-emotionele ontwikkeling van
het kind 21
Licht toe welke signalen van voortgang en/of afwijkingen in de ontwikkeling van de kinderen die zij
heeft opgemerkt 21
Verantwoordt hoe zij haar eigen taalgebruik heeft ingezet om de taal- en denkontwikkeling van de
kinderen te stimuleren 21
Onderbouwt de gemaakte keuzes vanuit haar eigen visie in relatie tot die van de organisatie 21
1
, Inleiding
Voor mijn opleiding Gespecialiseerd pedagogisch medewerker heb ik een aantal examens
die ik moet uitvoeren, voor dit examen ga ik een aantal activiteiten uitvoeren met 3 kinderen.
Bij het bedenken van deze activiteiten heb ik rekening gehouden met de wensen en
behoeftes van de kinderen.
De activiteiten moeten gericht zijn op de cognitieve ontwikkeling, de motorische ontwikkeling
en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
De cognitieve ontwikkeling is de verstandelijke ontwikkeling. Denk aan de ontwikkeling van
het denken en het geheugen, maar ook aan de taalontwikkeling. Bij de taalontwikkeling gaat
het om de manier waarop een kind zich ontwikkeld wat betreft woordbegrip én taalgebruik.
De motorische ontwikkeling is verdeeld tussen twee delen de grove motoriek en de fijne
motoriek. De grove motoriek gaat over grote lichamelijke bewegingen zoals rennen, dansen,
balanceren, et cetera. Bij de fijne motoriek gaat het over de handmotoriek en andere kleine
bewegingen.
De sociale ontwikkeling is de ontwikkeling in de omgang van de mens met andere mensen,
de ontwikkeling van empathie (inlevingsvermogen) en de ontwikkeling van sociaal gedrag.
Met sociale ontwikkeling wordt bedoeld dat iemand in staat is om rekening met anderen te
houden en niet alleen aan zichzelf denkt. De emotionele is de ontwikkeling van gevoelens
van (basis)vertrouwen en veiligheid. De emotionele ontwikkeling hangt nauw samen met de
sociale ontwikkeling. Daarom het “sociaal-emotionele ontwikkeling" genoemd.
Ik loop stage op de Van Detschool. De Van Detschool is een school voor kinderen met een
gecompliceerde problematiek. Bij veel kinderen is er sprake van een kinderpsychiatrische
stoornis, gecombineerd met ontwikkelingsstoornissen en problemen op sociaal-emotioneel
gebied. Zij hebben bijvoorbeeld ADHD, autisme en/of een hechtingsstoornis. De klas waar ik
stage loop is groep 4/5 en de kinderen zijn tussen de 7 en 10 jaar oud.
Het thema wat ik heb gekozen voor de activiteiten is: Ridders. Omdat het thema van de
Kinderboekenweek ‘en toen?’ is, heb ik met mijn stagebegeleidster afgesproken dat ik mijn
activiteiten aanpas aan het thema wat wij in onze klas hebben. Wij werken niet met een
VVE-programma, daarom heb ik mijn activiteiten gericht op de VVE-methode: Kaleidoscoop.
2
EXAMEN C
[Ondertitel van document]
FENNEKEN GRIJPINK
18OGPMC
,Inhoudsopgave
Inleiding 2
P2-K1-W2 Stelt een gespecialiseerd activiteitenprogramma op 3
Beschrijving van de groep 3
Beschrijft de ontwikkelingsbehoefte en/of problemen en wensen van de kinderen 3
Aansluiting bij specifieke wensen van kinderen 4
Aansluiten bij de specifieke ontwikkelingsbehoefte en/of problemen van de kinderen 4
Een juiste keuze kunnen maken in de selectie van het activiteitenaanbod en hun afstemming op
wensen en behoeften van de kinderen 4
Houdt rekening met de randvoorwaarden van de organisatie 5
Maakt een logische planning 5
Stem activiteiten op elkaar af 6
B1-K1-W2 bereidt de uitvoering van activiteiten voor 6
Plan activiteiten ruim van te voren. 6
Stem de activiteiten af op de behoeften en ontwikkeling van de doelgroep 6
Beschrijft de rol van collega’s bij de uitvoering 13
Houdt rekening met de randvoorwaarden 13
Houdt rekening met onvoorziene omstandigheden 13
B1-K1-W3 richt ruimten in ter voorbereiding op activiteiten 13
Maakt de aanpassing in de inrichting van de ruimte inzichtelijk 13
Maakt de benodigde materialen inzichtelijk 14
Onderbouwt op welke manier de aanpassing van de ruimte op het doel is afgestemd. 14
Onderbouwt op welke manier de aanpassing van de gekozen materialen op het doel is
afgestemd.14
Onderbouwt op welke manier de aanpassing van de ruimte aan de gestelde richtlijnen voldoet. 15
Onderbouwt op welke manier de aanpassingen van de gekozen materialen aan de gestelde
richtlijnen voldoet. 15
P2-K1-W7 Biedt specifieke ontwikkeling 17
Past brede en specialistische kennis van de doelstelling van een erkende VVE-methodiek toe. 17
Past brede en specialistische kennis inhoud van een erkende VVE-methodiek toe 17
Past brede en specialistische kennis aanpak van een erkende VVE-methodiek toe 18
Stimuleert en adviseert de ouders met betrekking tot het versterken van de leeromgeving
Thuis. 18
B1-K1-W5 stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van activiteiten 19
Situatie: 19
Taak: 19
Resultaat: 19
Aanpak: 20
Keuzes: 20
Onderbouwt de gemaakte keuzes vanuit haar kennis van de cognitieve ontwikkeling
van het kind 20
Onderbouwt de gemaakte keuzes vanuit haar kennis van de motorische ontwikkeling
van het kind 20
Onderbouwt de gemaakte keuzes vanuit haar kennis van de sociaal-emotionele ontwikkeling van
het kind 21
Licht toe welke signalen van voortgang en/of afwijkingen in de ontwikkeling van de kinderen die zij
heeft opgemerkt 21
Verantwoordt hoe zij haar eigen taalgebruik heeft ingezet om de taal- en denkontwikkeling van de
kinderen te stimuleren 21
Onderbouwt de gemaakte keuzes vanuit haar eigen visie in relatie tot die van de organisatie 21
1
, Inleiding
Voor mijn opleiding Gespecialiseerd pedagogisch medewerker heb ik een aantal examens
die ik moet uitvoeren, voor dit examen ga ik een aantal activiteiten uitvoeren met 3 kinderen.
Bij het bedenken van deze activiteiten heb ik rekening gehouden met de wensen en
behoeftes van de kinderen.
De activiteiten moeten gericht zijn op de cognitieve ontwikkeling, de motorische ontwikkeling
en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
De cognitieve ontwikkeling is de verstandelijke ontwikkeling. Denk aan de ontwikkeling van
het denken en het geheugen, maar ook aan de taalontwikkeling. Bij de taalontwikkeling gaat
het om de manier waarop een kind zich ontwikkeld wat betreft woordbegrip én taalgebruik.
De motorische ontwikkeling is verdeeld tussen twee delen de grove motoriek en de fijne
motoriek. De grove motoriek gaat over grote lichamelijke bewegingen zoals rennen, dansen,
balanceren, et cetera. Bij de fijne motoriek gaat het over de handmotoriek en andere kleine
bewegingen.
De sociale ontwikkeling is de ontwikkeling in de omgang van de mens met andere mensen,
de ontwikkeling van empathie (inlevingsvermogen) en de ontwikkeling van sociaal gedrag.
Met sociale ontwikkeling wordt bedoeld dat iemand in staat is om rekening met anderen te
houden en niet alleen aan zichzelf denkt. De emotionele is de ontwikkeling van gevoelens
van (basis)vertrouwen en veiligheid. De emotionele ontwikkeling hangt nauw samen met de
sociale ontwikkeling. Daarom het “sociaal-emotionele ontwikkeling" genoemd.
Ik loop stage op de Van Detschool. De Van Detschool is een school voor kinderen met een
gecompliceerde problematiek. Bij veel kinderen is er sprake van een kinderpsychiatrische
stoornis, gecombineerd met ontwikkelingsstoornissen en problemen op sociaal-emotioneel
gebied. Zij hebben bijvoorbeeld ADHD, autisme en/of een hechtingsstoornis. De klas waar ik
stage loop is groep 4/5 en de kinderen zijn tussen de 7 en 10 jaar oud.
Het thema wat ik heb gekozen voor de activiteiten is: Ridders. Omdat het thema van de
Kinderboekenweek ‘en toen?’ is, heb ik met mijn stagebegeleidster afgesproken dat ik mijn
activiteiten aanpas aan het thema wat wij in onze klas hebben. Wij werken niet met een
VVE-programma, daarom heb ik mijn activiteiten gericht op de VVE-methode: Kaleidoscoop.
2
