Aantekeningen Colleges Psychodiagnostiek
College 1 Diagnostiek als proces
Opzet Cursus
- Opbouw cursus: weekthema’s met aandacht voor verschillende leeftijdsgroepen en toenemende
complexiteit
- Ontwikkelingsdomeinen: opvoedingscontext, sociaal-emotionele ontwikkeling,
persoonlijkheidsproblematiek, gehechtheid, autisme en leerstoornissen
Overzicht college
- Theoretische reflectie -> verschil onderkennende verklarende diagnostiek
- Methodische reflectie
- Persoonlijk-professionele reflectie
Professioneel handelen: 3 invalshoeken
- Theoretische reflectie -> kennis over afwijkende ontwikkeling en normale ontwikkeling
- theoretische kennis
- kennis
- effectieve interventies
- Methodische reflectie -> empirisch onderzoek (diagnostiek) en regulatieve reflectie
- toetsen van hypothesen
- vaardigheden
- interventie uitvoeren
- Persoonlijk-professionele reflectie -> wetten en regels en morele dillema’s
- professionele houding
- relatie
- afstand en nabijheid
1
,Theoretische reflectie
- Kennis over normale en afwijkende ontwikkeling
- screenen van stand van zaken als snelle eerste inschatting van sterke en zwakke punten
- wat is afwijkend en waar willen we naar toe?
- Kennis over effectiviteit van diagnostiek en interventies
- vaak vooral evidence-based practice
- het moet in het kader zijn van de behandeling
- Waarom is theoretische kennis noodzakelijk?
- om te weten welke behandeling nodig is
- om aan de patiënt uit te leggen wat je aan het doen bent
Waarom is theorie noodzakelijk?
- Je gaat patronen herkennen in o.a. gedrag, gevoel, gebeurtenissen -> zoeklichtfunctie
- je moet wel eclectisch kijken
- met alleen symptomen en de DSM weet je nog niet welke behandeling je nodig hebt
- Hypothesen vormen over onderliggende oorzaak/oorzaken
- Verwachtingen over uitkomst interventies
- Niet 1 theorie kan alles (wetenschappelijk) verklaren
- Multidisciplinair werken vanuit meerdere theoretische referentiekaders, dus brede kennis nodig
- De DSM is niet theoretisch
- Diagnostiek zonder theorie:
- integratie kennis niet mogelijk
- je bent alleen een techneut of tester –> je moet naar meer kijken
Dominant model: psychiatrie/medisch model
- Classificatie op gedragsniveau: clusters symptomen m.b.v. DSM-IV -> DSM-5, ICD-10 -> ICD11, DC:0-
3R -> DC:05
- CGAF lijkt op PIR-GAS in DC0-3R
- Stellen van diagnose nodig om behandeling gefinancierd te krijgen (diagnose behandel combinatie)
- Ze hebben een apart classificatiesysteem voor de jonge kinderen gemaakt omdat ze zich snel
ontwikkelen en het valt niet altijd binnen het DSM
- de kinderen zijn onder directe invloed van de omgeving omdat ze zich zo snel ontwikkelen
ZERO TO THREE: DC:0-3R
- Vijf assen
- as I Klinische stoornissen
- as II Relatieclassificatie (PIR-GAS en RPCL-checklist relatieproblemen)
- as III Medische aandoeningen
- as IV Psychosociale stressoren (checklist)
- as V Emotioneel en sociaal functioneren (scorelijst)
- De omgeving wordt meegenomen in de DC:0-3R
- Medische aandoeningen kunnen veel verklaren -> vb. gehoorproblemen
- Psychosociale stressoren zijn bv. de mentale staat van de ouders
- PIR-GAS: 1-100 schaal om de kwaliteit van de relatie tussen ouder en jonge kinderen te classificeren
- Drie hoofdclassificaties:
- aangepaste relatie (80-100)
- verstoorde relatie (40-79)
- gestoorde relatie (0-39)
2
,Alternatieve theoretische modellen
- Ontwikkelingspsychologie en ontwikkelingspsychopathologie:
- Processen van normale en afwijkende ontwikkeling in context
- Orthopedagogiek
- Handelingsgerichte wetenschap gericht op kind, context en relaties
- Psychodynamisch model:
- Identiteitstheorie Erikson, infant mental health (IMH), mentaliseren
- Gehechtheidstheorie:
- Diagnostiek kwaliteit ouder-kind relatie -> week 5; interventies (o.a.CVV)
- Leertheoretisch model:
- Operationalisatie probleemgedrag, analyses van uitlokkende en bekrachtigende factoren
Voorbeeld kwaliteit interactie opvoeder en kind -> filmpje
- moeder was gewend dat ander kind aanhankelijke was maar dit kind is anders en zoekt op een
andere manier aandacht die de moeder niet geeft
- ze stemmen niet goed af met het kind en leiden het kind niet
- de ouders voelen zich een slachtoffer en leiden niet
Wat zie je
- Theoretisch raamwerk:
- gehechtheidstheorie met Cirkel van Veiligheid (CVV)
- Observatiemethode
- volgen en leiden
Theoretische kennis nodig over:
- ontwikkelingspsychologie
- invloed van beschermende en bedreigende factoren
- etiologie, manifestatie en ontwikkeling afwijkend gedrag
- opvoedingswaarden en -normen
- onderzoeksmethoden en technieken
- behandelingsvormen, -indicatie, -doelstellingen
- algemeen werkzame factoren en specifieke behandelingsstrategieën
- Twee perspectieven voor het integreren van alle kennis
- ontwikkelingsperspectief
- systeemtheoretisch perspectief
3
, Model van Greenspan: cognitie en emotie → The Learning Tree
- laat zien hoe belangrijk die onderlinge afstemming is vanaf het begin
- regulatie heb je niet vanaf je geboorte
- vb. slaapritme en eetritme
- bij oudere kinderen kan het soms in de regulatie fout zijn gegaan waardoor ze er nu last van hebben
Systeemtheoretisch perspectief
- Biopsychosociaal model
- Psychische mogelijkheden en ontwikkeling
- Lichamelijke mogelijkheden en ontwikkeling
- Sociale mogelijkheden en ontwikkeling
- Balansmodel: aandacht voor beschermende factoren
- beschermende factoren wil je meenemen in de behandeling
- Twee relevante type onderzoeksvragen:
- onderkennende: is er een probleem?
- verklarende: wat is de oorzaak of wat houdt het in stand?
- Het biologisch systeem hangt samen met het psychologische systeem en het sociale
- vb. energy drank kan zorgen voor angst, stress en drukte
- Het biopsychosociaal model is een raamwerk voor zoektocht naar hypothesen
Beschermende factoren
- effectief ouderschap
- contacten met andere competente volwassenen
- aantrekkelijk zijn voor anderen, met name volwassenen
- sterke intellectuele vaardigheden
- bepaalde talenten bezitten of dingen hebben bereikt die voor het kind zelf of voor anderen van
waarde zijn
- zelfwaardering
- religieus vertrouwen of verbonden zijn met kerkelijk instantie
- hogere sociaal-economische status
- goede school
- geluk
- minstens één vertrouwensfiguur die voorspelbaar in het leven van het kind aanwezig is
Ordeningsmodel: systeem en ontwikkeling
4
College 1 Diagnostiek als proces
Opzet Cursus
- Opbouw cursus: weekthema’s met aandacht voor verschillende leeftijdsgroepen en toenemende
complexiteit
- Ontwikkelingsdomeinen: opvoedingscontext, sociaal-emotionele ontwikkeling,
persoonlijkheidsproblematiek, gehechtheid, autisme en leerstoornissen
Overzicht college
- Theoretische reflectie -> verschil onderkennende verklarende diagnostiek
- Methodische reflectie
- Persoonlijk-professionele reflectie
Professioneel handelen: 3 invalshoeken
- Theoretische reflectie -> kennis over afwijkende ontwikkeling en normale ontwikkeling
- theoretische kennis
- kennis
- effectieve interventies
- Methodische reflectie -> empirisch onderzoek (diagnostiek) en regulatieve reflectie
- toetsen van hypothesen
- vaardigheden
- interventie uitvoeren
- Persoonlijk-professionele reflectie -> wetten en regels en morele dillema’s
- professionele houding
- relatie
- afstand en nabijheid
1
,Theoretische reflectie
- Kennis over normale en afwijkende ontwikkeling
- screenen van stand van zaken als snelle eerste inschatting van sterke en zwakke punten
- wat is afwijkend en waar willen we naar toe?
- Kennis over effectiviteit van diagnostiek en interventies
- vaak vooral evidence-based practice
- het moet in het kader zijn van de behandeling
- Waarom is theoretische kennis noodzakelijk?
- om te weten welke behandeling nodig is
- om aan de patiënt uit te leggen wat je aan het doen bent
Waarom is theorie noodzakelijk?
- Je gaat patronen herkennen in o.a. gedrag, gevoel, gebeurtenissen -> zoeklichtfunctie
- je moet wel eclectisch kijken
- met alleen symptomen en de DSM weet je nog niet welke behandeling je nodig hebt
- Hypothesen vormen over onderliggende oorzaak/oorzaken
- Verwachtingen over uitkomst interventies
- Niet 1 theorie kan alles (wetenschappelijk) verklaren
- Multidisciplinair werken vanuit meerdere theoretische referentiekaders, dus brede kennis nodig
- De DSM is niet theoretisch
- Diagnostiek zonder theorie:
- integratie kennis niet mogelijk
- je bent alleen een techneut of tester –> je moet naar meer kijken
Dominant model: psychiatrie/medisch model
- Classificatie op gedragsniveau: clusters symptomen m.b.v. DSM-IV -> DSM-5, ICD-10 -> ICD11, DC:0-
3R -> DC:05
- CGAF lijkt op PIR-GAS in DC0-3R
- Stellen van diagnose nodig om behandeling gefinancierd te krijgen (diagnose behandel combinatie)
- Ze hebben een apart classificatiesysteem voor de jonge kinderen gemaakt omdat ze zich snel
ontwikkelen en het valt niet altijd binnen het DSM
- de kinderen zijn onder directe invloed van de omgeving omdat ze zich zo snel ontwikkelen
ZERO TO THREE: DC:0-3R
- Vijf assen
- as I Klinische stoornissen
- as II Relatieclassificatie (PIR-GAS en RPCL-checklist relatieproblemen)
- as III Medische aandoeningen
- as IV Psychosociale stressoren (checklist)
- as V Emotioneel en sociaal functioneren (scorelijst)
- De omgeving wordt meegenomen in de DC:0-3R
- Medische aandoeningen kunnen veel verklaren -> vb. gehoorproblemen
- Psychosociale stressoren zijn bv. de mentale staat van de ouders
- PIR-GAS: 1-100 schaal om de kwaliteit van de relatie tussen ouder en jonge kinderen te classificeren
- Drie hoofdclassificaties:
- aangepaste relatie (80-100)
- verstoorde relatie (40-79)
- gestoorde relatie (0-39)
2
,Alternatieve theoretische modellen
- Ontwikkelingspsychologie en ontwikkelingspsychopathologie:
- Processen van normale en afwijkende ontwikkeling in context
- Orthopedagogiek
- Handelingsgerichte wetenschap gericht op kind, context en relaties
- Psychodynamisch model:
- Identiteitstheorie Erikson, infant mental health (IMH), mentaliseren
- Gehechtheidstheorie:
- Diagnostiek kwaliteit ouder-kind relatie -> week 5; interventies (o.a.CVV)
- Leertheoretisch model:
- Operationalisatie probleemgedrag, analyses van uitlokkende en bekrachtigende factoren
Voorbeeld kwaliteit interactie opvoeder en kind -> filmpje
- moeder was gewend dat ander kind aanhankelijke was maar dit kind is anders en zoekt op een
andere manier aandacht die de moeder niet geeft
- ze stemmen niet goed af met het kind en leiden het kind niet
- de ouders voelen zich een slachtoffer en leiden niet
Wat zie je
- Theoretisch raamwerk:
- gehechtheidstheorie met Cirkel van Veiligheid (CVV)
- Observatiemethode
- volgen en leiden
Theoretische kennis nodig over:
- ontwikkelingspsychologie
- invloed van beschermende en bedreigende factoren
- etiologie, manifestatie en ontwikkeling afwijkend gedrag
- opvoedingswaarden en -normen
- onderzoeksmethoden en technieken
- behandelingsvormen, -indicatie, -doelstellingen
- algemeen werkzame factoren en specifieke behandelingsstrategieën
- Twee perspectieven voor het integreren van alle kennis
- ontwikkelingsperspectief
- systeemtheoretisch perspectief
3
, Model van Greenspan: cognitie en emotie → The Learning Tree
- laat zien hoe belangrijk die onderlinge afstemming is vanaf het begin
- regulatie heb je niet vanaf je geboorte
- vb. slaapritme en eetritme
- bij oudere kinderen kan het soms in de regulatie fout zijn gegaan waardoor ze er nu last van hebben
Systeemtheoretisch perspectief
- Biopsychosociaal model
- Psychische mogelijkheden en ontwikkeling
- Lichamelijke mogelijkheden en ontwikkeling
- Sociale mogelijkheden en ontwikkeling
- Balansmodel: aandacht voor beschermende factoren
- beschermende factoren wil je meenemen in de behandeling
- Twee relevante type onderzoeksvragen:
- onderkennende: is er een probleem?
- verklarende: wat is de oorzaak of wat houdt het in stand?
- Het biologisch systeem hangt samen met het psychologische systeem en het sociale
- vb. energy drank kan zorgen voor angst, stress en drukte
- Het biopsychosociaal model is een raamwerk voor zoektocht naar hypothesen
Beschermende factoren
- effectief ouderschap
- contacten met andere competente volwassenen
- aantrekkelijk zijn voor anderen, met name volwassenen
- sterke intellectuele vaardigheden
- bepaalde talenten bezitten of dingen hebben bereikt die voor het kind zelf of voor anderen van
waarde zijn
- zelfwaardering
- religieus vertrouwen of verbonden zijn met kerkelijk instantie
- hogere sociaal-economische status
- goede school
- geluk
- minstens één vertrouwensfiguur die voorspelbaar in het leven van het kind aanwezig is
Ordeningsmodel: systeem en ontwikkeling
4