, Casustoetsing agorafobie en ODD
- paper ontwikkelingspsychopathologie -
Naam :
Opleiding : NTI, HBO Bachelor Toegepaste Psychologie
Module : Ontwikkelingspsychopathologie (1733)
Studentnummer :
Datum : 25 september 2019
Plaats :
Kader : Dit rapport betreft de paper Ontwikkelingspsychopathologie (1733)
van de studie Toegepaste Psychologie van NTI
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van
druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
2
,Voorwoord
‘Ja … ik ken het verschil tussen een AK-47, een Steyr en de M4’1
Jiska W., geboren op 5-9-2002 (casus agorafobie)
‘De kinderen bij mij op school noemen me altijd terror-Jinte’
Jinte K., geboren op 16-1-2003 (casus oppositioneel-opstandige gedragsstoornis)
Het waren onder meer dit soort opvallende uitspraken die me op het spoor brachten van de in deze paper
onderzochte casussen. Ze komen van scholieren die beiden al enige tijd wekelijks gebruik maken van
mijn studiebegeleidingspraktijk. Dit vanwege hun achterblijvende schoolprestaties en -motivatie.
Zo af en toe merk ik na enige tijd bij scholieren dat er soms ‘iets meer speelt’, dan enkel schoolse zaken.
Ofwel zijn de scholieren hierin zelf opvallend openhartig, of ik word hierin gesteund of bevestigd door
ouders en/of mentoren. In een enkel geval komen zij dan, via de huisarts, zelfs bij een psycholoog terecht.
Psychologen die ik, gebaseerd op dit doorverwijzen en voorkomende gevallen, inmiddels tot mijn
netwerk mag rekenen en voor raad, daad en overleg mag contacteren. Zo ook bij deze jongedames.
De casus in relatie tot Jiska W., gaat over agorafobie, een vermoeden dat ik kreeg toen ik haar enige tijd
kende, later officieel bevestigd door de diagnose van klinisch psychologe De Bont. Psychiater Van Ham
stelde de oppositioneel-opstandige gedragsstoornis bij Jinte K. vast. Een diagnose waaraan ik zelf nog
niet gedacht had, maar die uit het diagnostisch onderzoek kwam rollen. Beide hulpverleners werden ook
verantwoordelijk voor de behandeling van de beide jongedames en worden in hoofdstuk 1 nader
voorgesteld. Voor mij was deze paper een mooie gelegenheid om het netwerk weer aan te halen en te
leren over de stand van zaken met betrekking tot ‘mijn’ scholieren.
Gelet op het voorgaande is vanuit ethisch oogpunt extra aandacht geschonken aan zaken als informed
consent en vertrouwelijkheid, gebaseerd op de principes en richtlijnen, zoals die in de beroepscodes voor
psychologen vastgelegd zijn (Rothfusz, 2015). Dit zowel door mij, als door de betrokken hulpverleners.
De (ouders van de) jongedames uit de casussen hebben toestemming gegeven voor het gebruik van
informatie voor deze paper en beide hulpverleners hebben dit op hun beurt geverifieerd. Met de
betrokkenen is afgesproken in deze paper alleen hun voornaam en eerste letter van hun achternaam te
gebruiken. Desondanks bij deze het verzoek aan NTI om ook deze rapportage met de nodige
vertrouwelijkheid te behandelen. Rest mij u veel leesplezier te wensen en de betrokkenen hartelijk te
danken voor hun medewerking en openheid!
Auteur
Plaats, 25 september 2019
1
typen aanvalswapens, zoals vaak gebruikt bij terroristische aanslagen en andere geweldsdelicten
3
, Inhoudsopgave
1 Casusonderzoek ................................................................................................................... 5
1.1 Klinische psychologe Marion de Bont en psychiater dr. Neeltje van Ham ................. 5
1.2 Interviews: aanpak en werkwijze ................................................................................. 5
2 Casusbeschrijving ................................................................................................................ 6
2.1 Casus agorafobie .......................................................................................................... 6
2.2 Casus oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (ODD)............................................. 8
3 Casusvergelijking .............................................................................................................. 10
3.1 Zelfredzaamheid ......................................................................................................... 10
3.2 Prognose en ontwikkelingen ...................................................................................... 10
3.3 Overeenkomsten en verschillen tussen de casussen................................................... 11
4 Aanbevelingen ................................................................................................................... 12
4.1 Aanbevelingen cliënte met agorafobie ....................................................................... 12
4.2 Aanbevelingen cliënte met ODD ............................................................................... 12
5 Reflectie............................................................................................................................. 14
Bijlagen: Literatuurlijst
Bijlage I Interviewgids
Bijlage II Samenvatting interviews
Bijlage III Beschrijving Agorafobie en ODD in de DSM-5
Bijlage IV Overval frietzaak Baarle-Nassau (casus agorafobie)
Bijlage V Ontwikkelingsopgaven
Bijlage VI Literatuuronderzoek
Leeswijzer
Deze paper betreft de module Ontwikkelingspsychopathologie (1733) van de opleiding Toegepaste
Psychologie (7906) van NTI. Conform de opdracht is hierbij aandacht voor de volgende onderdelen:
Casusonderzoek; met daarin een korte voorstelling van de geïnterviewde hulpverleners en
toelichting op de aanpak en werkwijze die bij de interviews gehanteerd is;
Casusbeschrijving; met een verhalende samenvatting van de beide casussen op basis van de
gehouden interviews met de hulpverleners;
Casusvergelijking; die ingaat op zelfredzaamheid, een prognose omtrent de toekomstige
ontwikkelingen van de stoornissen en overeenkomsten en verschillen tussen de casussen;
Aanbevelingen; per casus en gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid en het beperken van
de risico’s voor de toekomstige ontwikkeling;
Reflectie; met mijn persoonlijke visie ten aanzien van de hulpverlening aan jongeren met een
psychische stoornis en de rol van de toegepast psycholoog in de begeleiding hiervan.
4
- paper ontwikkelingspsychopathologie -
Naam :
Opleiding : NTI, HBO Bachelor Toegepaste Psychologie
Module : Ontwikkelingspsychopathologie (1733)
Studentnummer :
Datum : 25 september 2019
Plaats :
Kader : Dit rapport betreft de paper Ontwikkelingspsychopathologie (1733)
van de studie Toegepaste Psychologie van NTI
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van
druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
2
,Voorwoord
‘Ja … ik ken het verschil tussen een AK-47, een Steyr en de M4’1
Jiska W., geboren op 5-9-2002 (casus agorafobie)
‘De kinderen bij mij op school noemen me altijd terror-Jinte’
Jinte K., geboren op 16-1-2003 (casus oppositioneel-opstandige gedragsstoornis)
Het waren onder meer dit soort opvallende uitspraken die me op het spoor brachten van de in deze paper
onderzochte casussen. Ze komen van scholieren die beiden al enige tijd wekelijks gebruik maken van
mijn studiebegeleidingspraktijk. Dit vanwege hun achterblijvende schoolprestaties en -motivatie.
Zo af en toe merk ik na enige tijd bij scholieren dat er soms ‘iets meer speelt’, dan enkel schoolse zaken.
Ofwel zijn de scholieren hierin zelf opvallend openhartig, of ik word hierin gesteund of bevestigd door
ouders en/of mentoren. In een enkel geval komen zij dan, via de huisarts, zelfs bij een psycholoog terecht.
Psychologen die ik, gebaseerd op dit doorverwijzen en voorkomende gevallen, inmiddels tot mijn
netwerk mag rekenen en voor raad, daad en overleg mag contacteren. Zo ook bij deze jongedames.
De casus in relatie tot Jiska W., gaat over agorafobie, een vermoeden dat ik kreeg toen ik haar enige tijd
kende, later officieel bevestigd door de diagnose van klinisch psychologe De Bont. Psychiater Van Ham
stelde de oppositioneel-opstandige gedragsstoornis bij Jinte K. vast. Een diagnose waaraan ik zelf nog
niet gedacht had, maar die uit het diagnostisch onderzoek kwam rollen. Beide hulpverleners werden ook
verantwoordelijk voor de behandeling van de beide jongedames en worden in hoofdstuk 1 nader
voorgesteld. Voor mij was deze paper een mooie gelegenheid om het netwerk weer aan te halen en te
leren over de stand van zaken met betrekking tot ‘mijn’ scholieren.
Gelet op het voorgaande is vanuit ethisch oogpunt extra aandacht geschonken aan zaken als informed
consent en vertrouwelijkheid, gebaseerd op de principes en richtlijnen, zoals die in de beroepscodes voor
psychologen vastgelegd zijn (Rothfusz, 2015). Dit zowel door mij, als door de betrokken hulpverleners.
De (ouders van de) jongedames uit de casussen hebben toestemming gegeven voor het gebruik van
informatie voor deze paper en beide hulpverleners hebben dit op hun beurt geverifieerd. Met de
betrokkenen is afgesproken in deze paper alleen hun voornaam en eerste letter van hun achternaam te
gebruiken. Desondanks bij deze het verzoek aan NTI om ook deze rapportage met de nodige
vertrouwelijkheid te behandelen. Rest mij u veel leesplezier te wensen en de betrokkenen hartelijk te
danken voor hun medewerking en openheid!
Auteur
Plaats, 25 september 2019
1
typen aanvalswapens, zoals vaak gebruikt bij terroristische aanslagen en andere geweldsdelicten
3
, Inhoudsopgave
1 Casusonderzoek ................................................................................................................... 5
1.1 Klinische psychologe Marion de Bont en psychiater dr. Neeltje van Ham ................. 5
1.2 Interviews: aanpak en werkwijze ................................................................................. 5
2 Casusbeschrijving ................................................................................................................ 6
2.1 Casus agorafobie .......................................................................................................... 6
2.2 Casus oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (ODD)............................................. 8
3 Casusvergelijking .............................................................................................................. 10
3.1 Zelfredzaamheid ......................................................................................................... 10
3.2 Prognose en ontwikkelingen ...................................................................................... 10
3.3 Overeenkomsten en verschillen tussen de casussen................................................... 11
4 Aanbevelingen ................................................................................................................... 12
4.1 Aanbevelingen cliënte met agorafobie ....................................................................... 12
4.2 Aanbevelingen cliënte met ODD ............................................................................... 12
5 Reflectie............................................................................................................................. 14
Bijlagen: Literatuurlijst
Bijlage I Interviewgids
Bijlage II Samenvatting interviews
Bijlage III Beschrijving Agorafobie en ODD in de DSM-5
Bijlage IV Overval frietzaak Baarle-Nassau (casus agorafobie)
Bijlage V Ontwikkelingsopgaven
Bijlage VI Literatuuronderzoek
Leeswijzer
Deze paper betreft de module Ontwikkelingspsychopathologie (1733) van de opleiding Toegepaste
Psychologie (7906) van NTI. Conform de opdracht is hierbij aandacht voor de volgende onderdelen:
Casusonderzoek; met daarin een korte voorstelling van de geïnterviewde hulpverleners en
toelichting op de aanpak en werkwijze die bij de interviews gehanteerd is;
Casusbeschrijving; met een verhalende samenvatting van de beide casussen op basis van de
gehouden interviews met de hulpverleners;
Casusvergelijking; die ingaat op zelfredzaamheid, een prognose omtrent de toekomstige
ontwikkelingen van de stoornissen en overeenkomsten en verschillen tussen de casussen;
Aanbevelingen; per casus en gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid en het beperken van
de risico’s voor de toekomstige ontwikkeling;
Reflectie; met mijn persoonlijke visie ten aanzien van de hulpverlening aan jongeren met een
psychische stoornis en de rol van de toegepast psycholoog in de begeleiding hiervan.
4
