Politieke grondrechten
Week 5 – Vrijheid van vereniging
Als mensen zich verenigen met een bepaald doel, dan zal dat niet het doel zijn wat de overheid voor ogen
heeft. Daarom zijn verenigingen met enig argwaan door de overheid bekeken. Die argwaan heeft lange
tijd geleid tot beperkingen.
Tegenwoordig juist goede vrijheid tot deelnemen aan verenigingen. Juist deelname aan verenigingen is in
een democratie belangrijk. Omdat je anders overheid tegenover de individuele burger hebt en de burger
dan machteloos is. De verenigingen zorgen voor een soort maatschappelijk middenveld en die kunnen
input hebben voor de politiek.
In het EVRM is er één bepaling voor zowel vrijheid van vereniging, alsook vrijheid van betoging en
vergadering. Terwijl in de Nederlandse Grondwet (GW) er een artikel is voor de vrijheid van vereniging en
een apart artikel voor de vrijheid van vergadering en betoging. Dit werd gedaan omdat er een wezenlijk
verschil is in de beperkingsmogelijkheden. Reden hiervoor is dat vergader en betogingsvrijheid een
ruimtelijk aspect kennen, waar de vrijheid van vereniging dat niet kent. In het EVRM is er geen
onderscheid, omdat al die bepalingen dezelfde beperkingsclausules bevatten. Zelfs vrijheid van
meningsuiting (art. 10 EVRM) en vrijheid van betoging, vereniging en vergaderen (art. 11 EVRM) zouden in
het EVRM samengevoegd kunnen worden.
Vereniging
Is NIET publiekrechtelijk. Als je verplicht bent lid te worden (wettelijk geregeld), dan is het geen vereniging
in de zin van art. 11 EVRM/art. 8 GW. Denk bijvoorbeeld aan de orde van advocaten. Geldt verder voor
alle verenigingen, of ze nu het belang van postbezorgers behartigd, of de belangen van supporter van een
voetbalclub. Wel zou je kunnen zeggen dat voor sommige verenigingen de vrijheid wat zwaarder weegt
dan voor anderen. Je kan hierbij de vergelijking trekken met uitlatingen die bijdrage aan het
maatschappelijk debat en andere uitlatingen. Verenigingen die bijdragen aan de maatschappelijke
politieke meningsvorming tegenover verenigingen die meer de particuliere belangen behartigen.
Beperkingen
Meest vergaande beperking: ontbinding vereniging.
Verplichting tot registratie. Bijvoorbeeld het feit dat je naar de notaris moet voordat je een als vereniging
rechtsbevoegdheid hebt, zou je een beperking kunnen noemen.
Ook als je omdat je lid bent van een vereniging bijvoorbeeld geen rechter/ambtenaar mag zijn. Vaak in
samenhang met andere grondrechten.
Artikel 11 EVRM
Beperking vrijheid van vereniging, drie stappen:
1. De beperking moet voorzien zijn bij wet;
2. Het moet noodzakelijk zijn in een democratische samenleving;
3. Het moet een legitiem doel dienen.
Verenigingsverbod
Er zijn twee redeneringen waarom een verengingsverbod niet in strijd is met artikel 11 EVRM.
1. Artikel 17 EVRM: Alleen toepassen indien streven heel duidelijk in strijd is met Conventiewaarden:
o.a. kennelijk antisemitische partij, oproep alle moslims uit V.K. te verwijderen, en op organisatie ter
vestiging van het kalifaat
Arrest Hizb-Ut Tahrir: de vereniging streeft dermate doelen na die zodanig in strijd zijn met de
verdragsrechten (streeft naar vernietiging van het verdragsrechtenbeleid) dat er sprake is van misbruik
van recht (art. 17 EVRM). In dat geval kan er geen beroep gedaan worden op de vrijheidsrechten van het
verdrag. Je komt daarmee niet aan de toets van artikel 11 EVRM niet toe.
Wanneer sprake is van misbruik van recht, mag je in ieder geval ervan uitgaan dat de beperking
noodzakelijk is voor de democratische samenleving. Het zou kunnen zijn dat de voorzien bij wet eis een
probleem oplevert. Daarom toepassing art. 17 EVRM.
1