Belangrijke punten AARDE EN ZON (Le Corbusier)
Invloed van De Stijl op Le Corbusier is vooral merkbaar in de ruimtelijkheid van de architectuur en in
het kleurgebruik (af te lezen in de interieurs van woonhuizen La Roche en Jeanneret tussen 1923-
25 ontworpen en gebouwd door Le Corbusier)
Daartegenover staat het negatieve oordeel dat hij in het tijdschrift Espirit Nouveau formuleerde over
het kleurgebruik van De Stijl in het interieur
In eerdere projecten (schetsen Villa Berque) 1921
- Respecteren eenheid van het vlak
- Benadrukken van ruimtelijke samenhang
- Het moduleren van ruimte met kleinere door kleur te onderscheiden volumes zoals kasten
In Villa Schwob 1916, werd de zelfstandigheid van vlakken nog op grafische wijze aangeduid door
lijsten en plinten
Werd vervangen. De getekende contouren moeten in de jaren 20 het veld ruimen en
kleurverschil zal het onderscheid tussen architectonische elementen moeten versterken
Hij volgt richtlijnen van Ruskin op “ornamentation shoudl be natural”
o Ruskin zegt: Abstractie in kleur is geen nabootsing van de natuur, maar is de natuur
zelf zodat overal waar kleur wordt geintroduceerd het niet langer nodig is dat de
ornamentering natuurlijke voorwerpen voorstelt en uit niets anders hoeft te bestaan
dan vlekken, vlammen, stroken of enig andere vorm van rangschikking die voor de
kleur verkieselijk is.
De beschrijving van het kleurgebruik in Villa La Roche/Jeanneret is zeer beknopt: “gebaseerd op de
specifieke reacties van de kleuren stellen de eerste proeven met polychromie in het interieur in staat
tot de ‘architectonische camouflage’, d.w.z. het verstevigen van bepaalde volumes of omgekeerd het
verdoezelen ervan. Interieur moet wit zijn maar om dat te waarderen is de aanwezigheid van een
juist geregelde polychromie nodig.
Le Corbusier gebruikt de term camouflage vaak in negatieve zin het kleurgebruik van De Stijl zou
zo de vorm vernietigen en de architectonische eenheid in de weg staan. Maar gebruikt het vaak ook
als ordenend vermogen van kleur
Er geldt een algemene regel die Le Corbusier in 1918 samen met Ozenfant in ‘Apres le Cubisme’
formuleerde. ‘dat het idee van de vorm aan dan van de kleur voorafgaat’ kleur wordt niet
onafhankelijk van zijn ondergrond geconcipieerd. Kleur wordt door vorm gecoördineerd en niet
andersom
Kleur is een gevaarlijke kracht om het volume tot uitdrukking te brengen en vaak wordt het volume
dan ook door kleur vernietigd. Er moest hierdoor gekeken worden naar de betekenis van kleur er
kwamen een 3tal kleurengamma’s
1. Grote gamma: gevormd door de okergelen, roden, aardkleuren, wit, zwart, ultramarijn en
bepaalde afgeleide kleuren uit meningen; dit gamma is sterk, stabiel, geeft eenheid en laat
het doek vlak. Zijn dus essentieel constructieve kleuren
2. Dynamische gamma: gevormd door citroengelen, oranjes, de vermiljoenen, het Verona-
groen, de lichte kobaltblauwen. Dit beweeglijke, onrustige gamma geeft de sensatie van
1
Invloed van De Stijl op Le Corbusier is vooral merkbaar in de ruimtelijkheid van de architectuur en in
het kleurgebruik (af te lezen in de interieurs van woonhuizen La Roche en Jeanneret tussen 1923-
25 ontworpen en gebouwd door Le Corbusier)
Daartegenover staat het negatieve oordeel dat hij in het tijdschrift Espirit Nouveau formuleerde over
het kleurgebruik van De Stijl in het interieur
In eerdere projecten (schetsen Villa Berque) 1921
- Respecteren eenheid van het vlak
- Benadrukken van ruimtelijke samenhang
- Het moduleren van ruimte met kleinere door kleur te onderscheiden volumes zoals kasten
In Villa Schwob 1916, werd de zelfstandigheid van vlakken nog op grafische wijze aangeduid door
lijsten en plinten
Werd vervangen. De getekende contouren moeten in de jaren 20 het veld ruimen en
kleurverschil zal het onderscheid tussen architectonische elementen moeten versterken
Hij volgt richtlijnen van Ruskin op “ornamentation shoudl be natural”
o Ruskin zegt: Abstractie in kleur is geen nabootsing van de natuur, maar is de natuur
zelf zodat overal waar kleur wordt geintroduceerd het niet langer nodig is dat de
ornamentering natuurlijke voorwerpen voorstelt en uit niets anders hoeft te bestaan
dan vlekken, vlammen, stroken of enig andere vorm van rangschikking die voor de
kleur verkieselijk is.
De beschrijving van het kleurgebruik in Villa La Roche/Jeanneret is zeer beknopt: “gebaseerd op de
specifieke reacties van de kleuren stellen de eerste proeven met polychromie in het interieur in staat
tot de ‘architectonische camouflage’, d.w.z. het verstevigen van bepaalde volumes of omgekeerd het
verdoezelen ervan. Interieur moet wit zijn maar om dat te waarderen is de aanwezigheid van een
juist geregelde polychromie nodig.
Le Corbusier gebruikt de term camouflage vaak in negatieve zin het kleurgebruik van De Stijl zou
zo de vorm vernietigen en de architectonische eenheid in de weg staan. Maar gebruikt het vaak ook
als ordenend vermogen van kleur
Er geldt een algemene regel die Le Corbusier in 1918 samen met Ozenfant in ‘Apres le Cubisme’
formuleerde. ‘dat het idee van de vorm aan dan van de kleur voorafgaat’ kleur wordt niet
onafhankelijk van zijn ondergrond geconcipieerd. Kleur wordt door vorm gecoördineerd en niet
andersom
Kleur is een gevaarlijke kracht om het volume tot uitdrukking te brengen en vaak wordt het volume
dan ook door kleur vernietigd. Er moest hierdoor gekeken worden naar de betekenis van kleur er
kwamen een 3tal kleurengamma’s
1. Grote gamma: gevormd door de okergelen, roden, aardkleuren, wit, zwart, ultramarijn en
bepaalde afgeleide kleuren uit meningen; dit gamma is sterk, stabiel, geeft eenheid en laat
het doek vlak. Zijn dus essentieel constructieve kleuren
2. Dynamische gamma: gevormd door citroengelen, oranjes, de vermiljoenen, het Verona-
groen, de lichte kobaltblauwen. Dit beweeglijke, onrustige gamma geeft de sensatie van
1
