Real earnings management and accrual-based earnings management in family fi rms
1. What is the (management) problem?
Een groot aantal onderzoeken hebben de relatie tussen familiebedrijven en de kwaliteit van de
financiële verslaggeving onderzocht veelal aan de hand van de agency theorie. De resultaten uit deze
onderzoeken laten geen eenduidig beeld zien. Het is dus niet duidelijk of er een relatie is. De auteurs
willen de literatuur ten aanzien van dit onderwerp uitbreiden door socialemotional wealth als een
theoretisch raamwerk te gebruiken, waarbij gekeken wordt naar het effect van familiebedrijven op
accrual-based earnings management, maar ook real earnings management. Er is dus geen sprake van
een probleem dat onderzocht wordt in dit artikel.
2. From whose perspective is the (management)
problem being studied?
In dit artikel wordt het effect van familiebedrijven op accrual-based earnings management en real
earnings management. Een duidelijk (beargumenteerd) perspectief wordt niet gekozen. Dit onderzoek
is in ieder geval interessant voor de aandeelhouders van een onderneming en voor investeerders.
3. what is the research question to adress the
(management) problem?
In de inleiding wordt het doel van het onderzoek, hetgeen dat onderzocht wordt, toegelicht.
Omgeschreven leidt dit vrij vertaald tot de volgende onderzoeksvraag:
“In hoeverre zorgt SEW-gebaseerde transgenerationele duurzaamheid en de wens om de controle
binnen de familie te houden ervoor dat familiebedrijven REM-praktijken vermijden en accrual
management praktijken toepassen als hulpmiddel om de waarde van het bedrijf binnen de familie te
houden?”
4. What is the conceptual model?
Om bovenstaande onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden zijn er verschillende hypotheses
geformuleerd:
- Hp1a: De hoeveelheid REM in familiebedrijven is lager dan in niet-familiebedrijven
- Hp1b: De hoeveelheid winst-verlagende ABEM-praktijken is groter in familiebedrijven dan in
niet familiebedrijven
- Hp2: Variaties in ABEM-praktijken zijn geassocieerd met variaties in REM-praktijken in
familiebedrijven
Hypothese 2 is nog nooit door andere onderzoekers onderzocht. Om deze reden geven de auteurs ook
geen verwachte richting aan in hun onderzoek. Hypothese 2 is dan ook exploratief van aard.
Hieruit volgt onderstaand conceptueel model: