[Datum] Samenvatting LGF
Herkansing
Dave de Boer (student)
[BEDRIJFSNAAM]
,
, ATP en CP
Energie is het vermogen om arbeid te leveren
1. Chemische energie ( C )
Energie die vastzit tussen verschillende stoffen, voeding
2. Mechanische energie (M)
Het vermogen om te kunnen bewegen, bewegingsenergie
3. Warmte (W)
Je lichaam wordt warmer als je aan het sporten
4. Straling
Zonne-energie
5. Elektrische energie
Energie om bijvoorbeeld je telefoon op te laden
C→M+W
100 is 20 + 80
Energiebronnen
Eiwitten: Bouwstof
Vetten: Brandstof op lage intensiteit
Koolhydraten: Brandstof op hoge intensiteit
ATP = energietransportmiddel
Adenosinetrifosfaat, APPP
Afbreken van ATP zorgt dat er energie vrijkomt die wordt gebruikt om te bewegen, dit zorgt voor
ADP + energie + P
ADP + voedsel (energie) + P kan weer voor ATP zorgen, dus door middel van het eten van voedsel
bouwen we weer ATP op, hiervoor hebben we energiesystemen nodig om dit op te bouwen.
1. Fosfaat-systeem ATP-CP
2. Glycolyse systeem (anaeroob) (2 of 3 mol)
3. Oxidatieve systeem (aeroob)
• Aerobe glycolyse
• Aerobe vetzuurverbranding
De hoeveelheid energie wordt van boven naar beneden steeds hoger.
Herkansing
Dave de Boer (student)
[BEDRIJFSNAAM]
,
, ATP en CP
Energie is het vermogen om arbeid te leveren
1. Chemische energie ( C )
Energie die vastzit tussen verschillende stoffen, voeding
2. Mechanische energie (M)
Het vermogen om te kunnen bewegen, bewegingsenergie
3. Warmte (W)
Je lichaam wordt warmer als je aan het sporten
4. Straling
Zonne-energie
5. Elektrische energie
Energie om bijvoorbeeld je telefoon op te laden
C→M+W
100 is 20 + 80
Energiebronnen
Eiwitten: Bouwstof
Vetten: Brandstof op lage intensiteit
Koolhydraten: Brandstof op hoge intensiteit
ATP = energietransportmiddel
Adenosinetrifosfaat, APPP
Afbreken van ATP zorgt dat er energie vrijkomt die wordt gebruikt om te bewegen, dit zorgt voor
ADP + energie + P
ADP + voedsel (energie) + P kan weer voor ATP zorgen, dus door middel van het eten van voedsel
bouwen we weer ATP op, hiervoor hebben we energiesystemen nodig om dit op te bouwen.
1. Fosfaat-systeem ATP-CP
2. Glycolyse systeem (anaeroob) (2 of 3 mol)
3. Oxidatieve systeem (aeroob)
• Aerobe glycolyse
• Aerobe vetzuurverbranding
De hoeveelheid energie wordt van boven naar beneden steeds hoger.