HCW 1.4 Kleur Le Corbusier
Vroeger was er nog geen kleurrijke architectuur.
Luis Barragan (1902-1988) was een leerling van Le Corbusier.
Le Corbusier 1887 – 1965
Polychromie Architecturale de veelkleurigheid in de architectuur
Tijdens de start van de carrière van Le Corbusier waren de
maatschappelijke problemen in Frankrijk hoog.
Villa Savoye (1931) is een hoogtepunt van Le Corbusier.
Le Corbusier was naast architect ook heel actief als beeldend kunstenaar.
Belangrijk:
o Oprichting CIAM: internationaal congres van moderne architecten
o Ontwikkeling Modular verhoudingenstelsel
o Hij ontwierp meubilair tot stedenbouw
o Hij deed aan schilderkunst maar was ook bekend als schrijver
o Kleurgebruik
o Belangrijkste architect 20ste eeuw
Towards a new Architecture, 1923
o Gebouw op kolommen
o Dak = buitenruimte
o Vrije indeling
o Gevels geen dragende muren
o Horizontale panoramaraam
Belangrijke fragmenten:
o Vorm gaat vooraf aan kleur je kan kleur wel gebruiken om de
vorm te versterken.
o Roth: LC gebruikt wit om andere kleuren te laten spreken
(Weissenhofsiedlung) voorbeeld: niet de kleuren tegen elkaar
zetten, maar de kleuren scheiden door wit
o Kleurengamma’s van LC + La Roche 3 kleurgamma’s: grote
gamma (stevige elementen architectuur), dynamische gamma
(accenten) en overgangsgamma (plastische kleurbeeld
complementeren)
o Salubra, beperking in kleurgamma
o Kleurenprogramma Unité d’ Habitation
o Materiaal in relatie tot kleur
o Plaats van de schilderkunst in architectuur
o Invloed van de Stijl op Le Corbusier
HCM 1.6
Wat is ruimte?
Een plaats om zich in te bewegen
De omgeving waarin wij denken en handelen
Een gebied dat in theorie of in werkelijkheid is begrensd
Het heelal, de kosmos, het universum of gewoon de hele wereld
, Louis Henry Sullivan (1856 – 1924): Form follows function
Brand in Chicago, hij hielp bij wederopbouw.
Er werden ruime trappengangen gebouwd, zo ruim dat daar een lift in
past. De lift werd een essentieel onderdeel van een gebouw.
Sullivan
Een geheel nieuwe en eigen vorm van ontwerpen prairie houses
Voorbeeld: Frederick C. Robie House
Organische architectuur
HCW 1.6 Kunstgeschiedenis ruimte
Leerdoelen
o Het leren praten over het beeldaspect RUIMTE in de kunsten, zodat
je dit kan toepassen op het praten over eigen werk
o Kennis opdoen over beeldende begrippen die passen bij het
beeldaspect RUIMTE
o Kennis opdoen over de stromingen die passen bij het beeldaspect
RUIMTE
o Ideeën of inspiratie opdoen voor de eigen praktijk
Beeldaspecten RUIMTE 2D
o Positieve/negatieve ruimte
Positieve ruimte = de ruimte die het werk inneemt (de gezichten)
Negatieve ruimte = de achtergrond (wit)
Als je de vaas ziet, dan is dat de positieve ruimte.
o Atmosferisch perspectief = de diepte die wordt gesuggereerd,
dichter bij de horizon vervagen en vergrijzen de kleuren, die worden
lichter.
Groot/klein
Lijnperspectief = naar de horizon toe wordt alles kleiner
o Afsnijding = er zit nog een hele wereld om heen, het is een snapshot
o Overlapping = elementen uit de voorstelling overlappen elkaar:
dieptewerking
o Coulissewerking = donkere zijkanten
o Plans = een indeling maken van het beeldvlak, het achterplan is het
verst weg/dichtst bij de horizon
Vroeger was er nog geen kleurrijke architectuur.
Luis Barragan (1902-1988) was een leerling van Le Corbusier.
Le Corbusier 1887 – 1965
Polychromie Architecturale de veelkleurigheid in de architectuur
Tijdens de start van de carrière van Le Corbusier waren de
maatschappelijke problemen in Frankrijk hoog.
Villa Savoye (1931) is een hoogtepunt van Le Corbusier.
Le Corbusier was naast architect ook heel actief als beeldend kunstenaar.
Belangrijk:
o Oprichting CIAM: internationaal congres van moderne architecten
o Ontwikkeling Modular verhoudingenstelsel
o Hij ontwierp meubilair tot stedenbouw
o Hij deed aan schilderkunst maar was ook bekend als schrijver
o Kleurgebruik
o Belangrijkste architect 20ste eeuw
Towards a new Architecture, 1923
o Gebouw op kolommen
o Dak = buitenruimte
o Vrije indeling
o Gevels geen dragende muren
o Horizontale panoramaraam
Belangrijke fragmenten:
o Vorm gaat vooraf aan kleur je kan kleur wel gebruiken om de
vorm te versterken.
o Roth: LC gebruikt wit om andere kleuren te laten spreken
(Weissenhofsiedlung) voorbeeld: niet de kleuren tegen elkaar
zetten, maar de kleuren scheiden door wit
o Kleurengamma’s van LC + La Roche 3 kleurgamma’s: grote
gamma (stevige elementen architectuur), dynamische gamma
(accenten) en overgangsgamma (plastische kleurbeeld
complementeren)
o Salubra, beperking in kleurgamma
o Kleurenprogramma Unité d’ Habitation
o Materiaal in relatie tot kleur
o Plaats van de schilderkunst in architectuur
o Invloed van de Stijl op Le Corbusier
HCM 1.6
Wat is ruimte?
Een plaats om zich in te bewegen
De omgeving waarin wij denken en handelen
Een gebied dat in theorie of in werkelijkheid is begrensd
Het heelal, de kosmos, het universum of gewoon de hele wereld
, Louis Henry Sullivan (1856 – 1924): Form follows function
Brand in Chicago, hij hielp bij wederopbouw.
Er werden ruime trappengangen gebouwd, zo ruim dat daar een lift in
past. De lift werd een essentieel onderdeel van een gebouw.
Sullivan
Een geheel nieuwe en eigen vorm van ontwerpen prairie houses
Voorbeeld: Frederick C. Robie House
Organische architectuur
HCW 1.6 Kunstgeschiedenis ruimte
Leerdoelen
o Het leren praten over het beeldaspect RUIMTE in de kunsten, zodat
je dit kan toepassen op het praten over eigen werk
o Kennis opdoen over beeldende begrippen die passen bij het
beeldaspect RUIMTE
o Kennis opdoen over de stromingen die passen bij het beeldaspect
RUIMTE
o Ideeën of inspiratie opdoen voor de eigen praktijk
Beeldaspecten RUIMTE 2D
o Positieve/negatieve ruimte
Positieve ruimte = de ruimte die het werk inneemt (de gezichten)
Negatieve ruimte = de achtergrond (wit)
Als je de vaas ziet, dan is dat de positieve ruimte.
o Atmosferisch perspectief = de diepte die wordt gesuggereerd,
dichter bij de horizon vervagen en vergrijzen de kleuren, die worden
lichter.
Groot/klein
Lijnperspectief = naar de horizon toe wordt alles kleiner
o Afsnijding = er zit nog een hele wereld om heen, het is een snapshot
o Overlapping = elementen uit de voorstelling overlappen elkaar:
dieptewerking
o Coulissewerking = donkere zijkanten
o Plans = een indeling maken van het beeldvlak, het achterplan is het
verst weg/dichtst bij de horizon
