Scheikunde SE-week 3
Hoofdstuk 14: Chemie van het leven
Hoofdstuk 14.2: Koolhydraten Binas 67F
Algemene formule koolhydraten: Cn(H2O)m
Groot aantal OH-gropeen
Komen voor in eenheden van ringstructuren
Koolhydraten (sachariden) worden verdeeld in monosachariden, disachariden en polysachariden.
Bij een koppeling van twee ringen reageren twee OH-groepen met elkaar onder afsplitsing
van een H2O-molecuul waarbij een etherbinding (-C-O-C-) ontstaat.
In een monosacharide zijn de C-atomen genummerd vanaf het koolstofatoom recht van het
zuurstofatoom in de ring.
Monosachariden: glucose
Monosachariden bestaan uit één ringstructuur en bevatten veel OH-groepen dus veel H-bruggen en
lossen daarom goed op in water.
Ze worden ook wel snelle suikers genoemd, lossen goed op in bloed en worden snel afgebroken.
Ze zijn ideaal voor energie vervoeren en verbranden, maar zijn minder goed geschikt voor opslag van
energie.
Als een cel vol zit met glucose, zal er net zo lang water de cel in diffunderen tot de concentratie
binnen en buiten de cel gelijk is (osmose). De cel zal opzwellen en het membraan zal scheuren.
Dit komt minder voor bij di- en polysachariden omdat de concentratie door polymerisatie
daalt.
Di- en polysachariden: zetmeel
Het enzym amylase maakt de polysachariden korter of tot disachariden.
In de dikke darm worden sachariden afgebroken tot monosachariden.
Ze worden ook wel langzame suikers genoemd, doordat de afbraak meer tijd kost.
Ze worden opgeslagen in de vorm van glycogeen.
Door middel van een hydrolysereactie wordt glycogeen afgebroken tot glucose.
Polysachariden zijn ook bouwstoffen (vb. cellulose).
Hoofstuk 14.3: Vetten Binas 67G1
Olie is bij kamertemperatuur vloeibaar, vet is vast.
, Vetten zijn tri-esters van glycerol en drie vetzuren (carbonzuur met 1 carboxylgroep en een
koolstofketen van meer dan twee C-atomen).
Vetten worden in het lichaam afgebroken door middel van een hydrolysereactie tot glycerol en
vetzuren (3 H2O-moleculen per vetmolecuul).
Enkelvoudig onverzadigd vetzuur: één dubbele binding
Meervoudig onverzadigd vetzuur: meerdere dubbele bindingen.
Naamgeving:
Als het H-atoom aan de COOH-groep ten gevolge van een zuur-basereactie is afgesplitst, blijft
het vetzuurrestion over
- Achtervoegsel is -aation
De alcohol (glycerol) komt als voorvoegsel (glyceryl-)
Of een vet bij kamertemperatuur vloeibaar (olie) of vast is (vet), hangt af van het type vetzuur dat
aan glycerol veresterd is.
Ester: zuur+ alcohol (sacharide)
Vetzuur: organische carbonzuren met 2 of meer C-atomen en een carboxylgroep (COOH)
Plantaardige vetten:
Vaak onverzadigde vetzuren
Knik bij dubbele binding
contactoppervlak tussen vetzuurmoleculen is verkleind
minder sterke vanderwaalsbinding
lager smeltpunt
vloeibaar bij kamertemperatuur (olie)
Dierlijke vetten:
Verzadigde vetzuren
Groter contactoppervlak
sterkere vanderwaalsbinding
hoger smeltpunt
vast bij kamertemperatuur
Functies vetten:
1. Bouwstof
2. Energiebron
3. Energieopslag
Vet wordt in de maag m.b.v. enzymen gehydrolyseerd tot glycerol en vetzuren.
Hoofdstuk 14: Chemie van het leven
Hoofdstuk 14.2: Koolhydraten Binas 67F
Algemene formule koolhydraten: Cn(H2O)m
Groot aantal OH-gropeen
Komen voor in eenheden van ringstructuren
Koolhydraten (sachariden) worden verdeeld in monosachariden, disachariden en polysachariden.
Bij een koppeling van twee ringen reageren twee OH-groepen met elkaar onder afsplitsing
van een H2O-molecuul waarbij een etherbinding (-C-O-C-) ontstaat.
In een monosacharide zijn de C-atomen genummerd vanaf het koolstofatoom recht van het
zuurstofatoom in de ring.
Monosachariden: glucose
Monosachariden bestaan uit één ringstructuur en bevatten veel OH-groepen dus veel H-bruggen en
lossen daarom goed op in water.
Ze worden ook wel snelle suikers genoemd, lossen goed op in bloed en worden snel afgebroken.
Ze zijn ideaal voor energie vervoeren en verbranden, maar zijn minder goed geschikt voor opslag van
energie.
Als een cel vol zit met glucose, zal er net zo lang water de cel in diffunderen tot de concentratie
binnen en buiten de cel gelijk is (osmose). De cel zal opzwellen en het membraan zal scheuren.
Dit komt minder voor bij di- en polysachariden omdat de concentratie door polymerisatie
daalt.
Di- en polysachariden: zetmeel
Het enzym amylase maakt de polysachariden korter of tot disachariden.
In de dikke darm worden sachariden afgebroken tot monosachariden.
Ze worden ook wel langzame suikers genoemd, doordat de afbraak meer tijd kost.
Ze worden opgeslagen in de vorm van glycogeen.
Door middel van een hydrolysereactie wordt glycogeen afgebroken tot glucose.
Polysachariden zijn ook bouwstoffen (vb. cellulose).
Hoofstuk 14.3: Vetten Binas 67G1
Olie is bij kamertemperatuur vloeibaar, vet is vast.
, Vetten zijn tri-esters van glycerol en drie vetzuren (carbonzuur met 1 carboxylgroep en een
koolstofketen van meer dan twee C-atomen).
Vetten worden in het lichaam afgebroken door middel van een hydrolysereactie tot glycerol en
vetzuren (3 H2O-moleculen per vetmolecuul).
Enkelvoudig onverzadigd vetzuur: één dubbele binding
Meervoudig onverzadigd vetzuur: meerdere dubbele bindingen.
Naamgeving:
Als het H-atoom aan de COOH-groep ten gevolge van een zuur-basereactie is afgesplitst, blijft
het vetzuurrestion over
- Achtervoegsel is -aation
De alcohol (glycerol) komt als voorvoegsel (glyceryl-)
Of een vet bij kamertemperatuur vloeibaar (olie) of vast is (vet), hangt af van het type vetzuur dat
aan glycerol veresterd is.
Ester: zuur+ alcohol (sacharide)
Vetzuur: organische carbonzuren met 2 of meer C-atomen en een carboxylgroep (COOH)
Plantaardige vetten:
Vaak onverzadigde vetzuren
Knik bij dubbele binding
contactoppervlak tussen vetzuurmoleculen is verkleind
minder sterke vanderwaalsbinding
lager smeltpunt
vloeibaar bij kamertemperatuur (olie)
Dierlijke vetten:
Verzadigde vetzuren
Groter contactoppervlak
sterkere vanderwaalsbinding
hoger smeltpunt
vast bij kamertemperatuur
Functies vetten:
1. Bouwstof
2. Energiebron
3. Energieopslag
Vet wordt in de maag m.b.v. enzymen gehydrolyseerd tot glycerol en vetzuren.