Scheikunde
Hoofdstuk 3 – organische stoffen
Paragraaf 3.1 – Verbrandingsreacties
Chemische ernergie
Alle stoffen bevatten een bepaalde hoeveelheid chemische energie E.
- Exotherme reactie: reactie waar een gedeelte chemische energie in een andere vorm
energie vrij komt. ΔE < 0, omdat de chemische energie van reagerende stoffen
afneemt. Als deze reactie eenmaal op gang is, komt er voldoende energie vrij om de
reactie aan de gang te houden.
Op microniveau betekend dit: er komt meer energie vrij bij de vorming van de
nieuwe atoombindingen in de moleculen van de reactie producten dan dat er energie
nodig is om de atoombinding in moleculen van de beginstof te verbreken.
Voorbeeld: verbrandingsreactie
- Endotherme reactie: reactie waar energie van buiten tijdens de reactie wordt omgezet
in chemische energie. ΔE > 0, omdat de chemische energie van reagerende stoffen
toeneemt. Er moet voortdurend energie aan toegevoegd worden om de reactie op gang
te houden.
Op microniveau betekend dit: dat de vorming van de nieuwe atoombindingen in
moleculen van de reactieproducten minder energie oplevert dan dat het verbreken van
de atoombindingen in de moleculen van de beginstof aan energie kost.
Voorbeeld: fotosynthese
ΔE= E reactieproducten – E beginstoffen
Energie diagram
E= energie
ΔE= energie verschil
E act= energie die nodig is om reactie op gang te brengen
Geactiveerde toestand= energie niveau na E act
, Exotherme reactie
Endotherme reactie
Verbrandingswarmte
Koolwaterstoffen: dergelijke bindingen in een stof die voornamelijk bestaat uit
koolstof en waterstof.
- Volledige verbranding: er is genoeg zuurstof
- Onvolledige verbranding: er is niet genoeg zuurstof
- Verbrandingswarmte = hoeveelheid energie die vrijkomt per mol verbrande stof
Hoofdstuk 3 – organische stoffen
Paragraaf 3.1 – Verbrandingsreacties
Chemische ernergie
Alle stoffen bevatten een bepaalde hoeveelheid chemische energie E.
- Exotherme reactie: reactie waar een gedeelte chemische energie in een andere vorm
energie vrij komt. ΔE < 0, omdat de chemische energie van reagerende stoffen
afneemt. Als deze reactie eenmaal op gang is, komt er voldoende energie vrij om de
reactie aan de gang te houden.
Op microniveau betekend dit: er komt meer energie vrij bij de vorming van de
nieuwe atoombindingen in de moleculen van de reactie producten dan dat er energie
nodig is om de atoombinding in moleculen van de beginstof te verbreken.
Voorbeeld: verbrandingsreactie
- Endotherme reactie: reactie waar energie van buiten tijdens de reactie wordt omgezet
in chemische energie. ΔE > 0, omdat de chemische energie van reagerende stoffen
toeneemt. Er moet voortdurend energie aan toegevoegd worden om de reactie op gang
te houden.
Op microniveau betekend dit: dat de vorming van de nieuwe atoombindingen in
moleculen van de reactieproducten minder energie oplevert dan dat het verbreken van
de atoombindingen in de moleculen van de beginstof aan energie kost.
Voorbeeld: fotosynthese
ΔE= E reactieproducten – E beginstoffen
Energie diagram
E= energie
ΔE= energie verschil
E act= energie die nodig is om reactie op gang te brengen
Geactiveerde toestand= energie niveau na E act
, Exotherme reactie
Endotherme reactie
Verbrandingswarmte
Koolwaterstoffen: dergelijke bindingen in een stof die voornamelijk bestaat uit
koolstof en waterstof.
- Volledige verbranding: er is genoeg zuurstof
- Onvolledige verbranding: er is niet genoeg zuurstof
- Verbrandingswarmte = hoeveelheid energie die vrijkomt per mol verbrande stof