Samenvatting Low Vision
Slechtziendheid door T.J.M. Blom, vierde druk, hoofdstuk 1 t/m 11
Hoofdstuk 1: Slechtziendheid: oorzaken en prevalentie
Gezichtsscherpte/gezichtsveld Waardeoordeel naar stoornis Waardeoordeel naar beperking
Visus > 0,8 Normal vision Normal vision
0,8 ≥ visus > 0,3 Near normal vision Near normal vision
0,3 ≥ visus > 0,1 Moderate visual impairment Moderate low vision
0,1 ≥ visus > 0,05 20°≥GV>10° Severe visual impairment Severe low vision
0,05 ≥ visus > 0,02 10°≥GV>5° Profound visual impairment Blindness
0,02 ≥ visus: 5°≥ GV Near total visual impairment Servere blindness
Geen lichtperceptie Total visual impairment Total blindness
In ontwikkelingslanden is er meer kans op verlies van visuele vermogens.
Belangrijkste oorzaken van slechtziendheid in de wereld zijn: cataract, glaucoom, AMD, cornea
opaciteiten, diabetische retinopathie, congenitale blindheid, trachoma en onchocerciasis.
Oorzaken slechtziendheid
1. Slechtziendheid als gevolg van stoornissen aan onderdelen van het oog, zoals cornea, lens,
glasvocht of retina.
a. MD, cataract, glaucoom, ablatio
2. Slechtziendheid als neveneffect van een ziekte zoals DM, MS of AIDS
a. Diabetische retinopathie
− DM type I -> Kan zich ontwikkelen na 5-10 jaar
− DM type II -> Kan zich na een paar maanden ontwikkelen
− Exsudaten en bloedinkjes
− Wisselende refractie door schommelende bloedsuikerspiegel
b. Retinitis pigmentosa
− Staaf-kegel dystrofie en verstoring RPE
− Verlies perifeer GV, nachtblindheid, kleurstoornissen (tritaan), verlies van
contrastgevoeligheid, tegenlichthinder, verlies centrale gezichtsscherpte.
c. Syndroom van Usher
− Autosomaal recessief/dominant
− Doof en slechtziend
d. Laurence Moon Biedl syndroom
− Zwaarlijvingheid, polydactylie, doofheid, mentale retardatie,
hypogonadisme en slechtziendheid
3. Slechtziendheid ten gevolge van stoornissen in de hersenen zoals CVA en tumor
a. CVA
− Rechter hersenhelft -> uitval Linker GV
− Linker hersenhelft -> uitval rechter GV
b. N. Opticus neuropathie
− Verlies centrale gezichtsscherpte
− Kleurenzienstoornissen
− RAPD (marcuss gunn pupil)
4. Slechtziendheid als gevolg van een trauma
a. Plotseling verlies gezichtsvermogen, kan mentaal heel ingrijpend zijn
5. Slechtziendheid als neveneffect van psychiatrische stoornissen.
Slechtziendheid door T.J.M. Blom, vierde druk, hoofdstuk 1 t/m 11
Hoofdstuk 1: Slechtziendheid: oorzaken en prevalentie
Gezichtsscherpte/gezichtsveld Waardeoordeel naar stoornis Waardeoordeel naar beperking
Visus > 0,8 Normal vision Normal vision
0,8 ≥ visus > 0,3 Near normal vision Near normal vision
0,3 ≥ visus > 0,1 Moderate visual impairment Moderate low vision
0,1 ≥ visus > 0,05 20°≥GV>10° Severe visual impairment Severe low vision
0,05 ≥ visus > 0,02 10°≥GV>5° Profound visual impairment Blindness
0,02 ≥ visus: 5°≥ GV Near total visual impairment Servere blindness
Geen lichtperceptie Total visual impairment Total blindness
In ontwikkelingslanden is er meer kans op verlies van visuele vermogens.
Belangrijkste oorzaken van slechtziendheid in de wereld zijn: cataract, glaucoom, AMD, cornea
opaciteiten, diabetische retinopathie, congenitale blindheid, trachoma en onchocerciasis.
Oorzaken slechtziendheid
1. Slechtziendheid als gevolg van stoornissen aan onderdelen van het oog, zoals cornea, lens,
glasvocht of retina.
a. MD, cataract, glaucoom, ablatio
2. Slechtziendheid als neveneffect van een ziekte zoals DM, MS of AIDS
a. Diabetische retinopathie
− DM type I -> Kan zich ontwikkelen na 5-10 jaar
− DM type II -> Kan zich na een paar maanden ontwikkelen
− Exsudaten en bloedinkjes
− Wisselende refractie door schommelende bloedsuikerspiegel
b. Retinitis pigmentosa
− Staaf-kegel dystrofie en verstoring RPE
− Verlies perifeer GV, nachtblindheid, kleurstoornissen (tritaan), verlies van
contrastgevoeligheid, tegenlichthinder, verlies centrale gezichtsscherpte.
c. Syndroom van Usher
− Autosomaal recessief/dominant
− Doof en slechtziend
d. Laurence Moon Biedl syndroom
− Zwaarlijvingheid, polydactylie, doofheid, mentale retardatie,
hypogonadisme en slechtziendheid
3. Slechtziendheid ten gevolge van stoornissen in de hersenen zoals CVA en tumor
a. CVA
− Rechter hersenhelft -> uitval Linker GV
− Linker hersenhelft -> uitval rechter GV
b. N. Opticus neuropathie
− Verlies centrale gezichtsscherpte
− Kleurenzienstoornissen
− RAPD (marcuss gunn pupil)
4. Slechtziendheid als gevolg van een trauma
a. Plotseling verlies gezichtsvermogen, kan mentaal heel ingrijpend zijn
5. Slechtziendheid als neveneffect van psychiatrische stoornissen.