S A M E N VAT T I N G
O R G A N I S AT I E P S Y C H O L O G I E
Syra Vlaanderen
April 2014
Hoofdstuk 1, 2 ,3 4, 5, 6, 9 en 11
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Gedrag en invloeden op gedrag 3
Hoofdstuk 2: Persoonlijkheid 4
Persoonlijkheidstheorieën 4
1. Psychoanalyse (Freud) 4
2. Neofreudianen (Erikson, Horney) 5
3. Trekkentheorie (Essynck) 6
4. Behaviorisme = gedragsleer (Pavlov, Skinner) 6
5. Humanistische psychologie (Maslow) 6
Socialisatie en persoonlijkheidsontwikkeling 6
Hoofdstuk 3: Leerprocessen 6
Hoofdstuk 4: Motivatie 10
Hoofdstuk 5: Attitude 14
Hoofdstuk 6: Perceptie 15
Hoofdstuk 9: Groepsprocessen 17
Hoofdstuk 11: Sociale beïnvloeding 20
2
, PSYCHOLOGIE
Hoofdstuk 1: Gedrag en invloeden op gedrag
Definitie van gedrag: gedrag bestaat uit waarneembare handelingen en uit vormen van
innerlijke activiteit die kunnen leiden tot waarneembare handelingen
Gedrag kan waarneembaar (vechten, slapen) of niet waarneembaar (dromen, nadenken)
zijn.
Gedrag wordt bepaald door:
1. erfelijke factoren (uiterlijk, intelligentie, muzikaliteit)
2. omgevingsfactoren (opvoeding, school)
Gedrag is: bewust, reflexmatig of onbewust.
Rijping: biologische ontwikkeling (leren lopen, praten)
Gedrag wordt door allerlei invloeden bepaald:
1. Fysieke (lichamelijke) factoren
Hoofdpijn/hormonen/honger kan chagrijnigheid veroorzaken
Tevredenheid/ontevredenheid over uiterlijk kan bepaald gedrag veroorzaken
2. Psychische factoren
Persoonlijkheidskenmerken (dominantheid, introvert/extravert),
Levensfase, intelligentie, zelfbeeld (zelfverzekerdheid)
3. Sociale factoren
Primaire beïnvloeders: ouders, partner, kinderen
Secundaire beïnvloeders: docenten, vrienden, familie
men imiteert vaak (rolmodellen)
werksituatie is zeer belangrijk voor sociale behoeften
4. Culturele en spirituele factoren
Cultureel: normen en waarden, culturen (organisatiecultuur)
Spiritueel: religie, bijgeloof
5. Fysische en geografische factoren
Fysisch: jaargetijde, klimaat, weer (beter humeur als de zon schijnt)
Geografisch: woonplek, aantal inwoners etc.
Lichamelijke factoren kunnen ons psychische functioneren beïnvloeden. Andersom kan onze
psychische gesteldheid onze lichamelijke toestand beïnvloeden.
3
O R G A N I S AT I E P S Y C H O L O G I E
Syra Vlaanderen
April 2014
Hoofdstuk 1, 2 ,3 4, 5, 6, 9 en 11
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Gedrag en invloeden op gedrag 3
Hoofdstuk 2: Persoonlijkheid 4
Persoonlijkheidstheorieën 4
1. Psychoanalyse (Freud) 4
2. Neofreudianen (Erikson, Horney) 5
3. Trekkentheorie (Essynck) 6
4. Behaviorisme = gedragsleer (Pavlov, Skinner) 6
5. Humanistische psychologie (Maslow) 6
Socialisatie en persoonlijkheidsontwikkeling 6
Hoofdstuk 3: Leerprocessen 6
Hoofdstuk 4: Motivatie 10
Hoofdstuk 5: Attitude 14
Hoofdstuk 6: Perceptie 15
Hoofdstuk 9: Groepsprocessen 17
Hoofdstuk 11: Sociale beïnvloeding 20
2
, PSYCHOLOGIE
Hoofdstuk 1: Gedrag en invloeden op gedrag
Definitie van gedrag: gedrag bestaat uit waarneembare handelingen en uit vormen van
innerlijke activiteit die kunnen leiden tot waarneembare handelingen
Gedrag kan waarneembaar (vechten, slapen) of niet waarneembaar (dromen, nadenken)
zijn.
Gedrag wordt bepaald door:
1. erfelijke factoren (uiterlijk, intelligentie, muzikaliteit)
2. omgevingsfactoren (opvoeding, school)
Gedrag is: bewust, reflexmatig of onbewust.
Rijping: biologische ontwikkeling (leren lopen, praten)
Gedrag wordt door allerlei invloeden bepaald:
1. Fysieke (lichamelijke) factoren
Hoofdpijn/hormonen/honger kan chagrijnigheid veroorzaken
Tevredenheid/ontevredenheid over uiterlijk kan bepaald gedrag veroorzaken
2. Psychische factoren
Persoonlijkheidskenmerken (dominantheid, introvert/extravert),
Levensfase, intelligentie, zelfbeeld (zelfverzekerdheid)
3. Sociale factoren
Primaire beïnvloeders: ouders, partner, kinderen
Secundaire beïnvloeders: docenten, vrienden, familie
men imiteert vaak (rolmodellen)
werksituatie is zeer belangrijk voor sociale behoeften
4. Culturele en spirituele factoren
Cultureel: normen en waarden, culturen (organisatiecultuur)
Spiritueel: religie, bijgeloof
5. Fysische en geografische factoren
Fysisch: jaargetijde, klimaat, weer (beter humeur als de zon schijnt)
Geografisch: woonplek, aantal inwoners etc.
Lichamelijke factoren kunnen ons psychische functioneren beïnvloeden. Andersom kan onze
psychische gesteldheid onze lichamelijke toestand beïnvloeden.
3
