BEWEGING
Inhoud
Hoorcolleges
➢ Embryologie: ontwikkeling van het bewegingsapparaat
➢ Spiercontractie
➢ Vorm en functie van het bewegingsapparaat: histologie spierweefsel
➢ Anatomie bewegingsapparaat: algemene inleiding
➢ Anatomie hoofd – hals
➢ Embryogenese hoofd – hals
➢ Anatomie bewegingsapparaat: romp en axiaal skelet
➢ Anatomie bewegingsapparaat: extremiteiten
Zelfstudieopdrachten
➢ (On)mogelijkheden van het bewegingsapparaat
➢ Skeletspierweefsel
Vaardigheidsonderwijs
➢ Bewegingsapparaat: spiergroepen en spieren
➢ Bewegingssturing
➢ Histologie spierweefsel
Uitwerkingen geneeskunde 1A1 – Judith Bus 1
,HOORCOLLEGES
Embryologie: ontwikkeling van het bewegingsapparaat
Overzicht
Week 1: blastocyst: embryoblast + trofoblast
Week 2: epiblast + hypoblast (holte)
Week ¾: vanuit de epiblast ontstaan op verschillende plekken verschillende typen
weefsels.
− Hoofdzijde: neurale buis (wordt CZS); neurale lijst (wordt PZS)
− Staartzijde: gastrulatie: aanleg mesoderm.
Week 4: embryo wordt cylindervormig.
Somiet: tijdelijke embryonale structuur, maar deze is wel heel belangrijk.
Vorming en differentiatie somieten:
sclerotomen (skelet, wervelkolom), myotomen (spieren), dermatomen
(onderhuidsweefsel)
• Uit het paraxiaal (evenwijdig) mesoderm zullen uiteindelijk de
skeletspieren, het skelet en de dermis ontstaan.
Uitwerkingen geneeskunde 1A1 – Judith Bus 2
, • Het paraxiaal (presomitisch) mesoderm ligt naast de notochord (daarnaast
int. en lat. mesoderm).
• Vanaf dag 21 (begin week 4) vormen zich somieten uit het paraxiale
mesoderm. Bij de mens worden alle somieten in week 4 na conceptie
aangelegd.
• Segmentatie van de somieten: ‘clock’ en ‘wafefront’ model.
• De voorste somieten die bijdragen aan de hoofd-halsregio ontstaan het eerst.
De rest van de hoofd-hals regio is afkomstig van de kieuwbogen.
ONTHOUD: somiet vorming (vanuit de primitiefstreek) van craniaal naar
caudaal.
→ Somieten splitsen op in sclerotoom, dermatoom en myotoom (en syndetoom
en mingotoom). Sclerotomen en myotomen specialiseren meteen weer in
ventrale, laterale en dorsale delen.
• Differentiatie van de somieten wordt gestuurd door signaalmoleculen uit
omliggende structuren (notochord, neurale buis, ectoderm, lateraal
mesoderm) die hun invloed uitoefenen op transcriptiefactoren.
• Mediaal: sonic hedge hoc voornamelijk. (wordt sclerotoom)
• Dorsaal: bindsignaalmoleculen.
• Lateraal: BMP-4 signaalmoleculen.
• Een deel van de myotoomcellen migreren naar toekomstige ledematen.
DEFINITIE
Myotomen: zijn spiergroepen die worden geïnnerveerd door één zenuw.
Een sclerotoom vormt NIET een wervel: máár een sclerotoom draagt bij aan de
vorming van 2 wervels.
Uitwerkingen geneeskunde 1A1 – Judith Bus 3
, ➢ De somieten weerspiegelen het segmentele bouwplan van het lichaam.
• Ieder segment bestaat uit een wervel, (delen van) spieren, motorische en
sensibele zenuwen.
➢ Dorsale en ventrale myotomen ontwikkelen zich tot verschillende
spiergroepen.
• Spieren ontvangen tijdens de ontwikkeling al sensibele (uit neurale lijst) en
motorische (uit neurale buis) innervatie uit het ruggenmerg en dorsale
ganglia.
➢ Sclerotomen van twee somietparen dragen bij aan de vorming van één
wervel.
• Ze splitsen en fuseren (bovenste deel ene paar verenigt met onderste deel
ander paar) waarbij de zenuwen naar de dermomyotomen tussen de
wervels komen te liggen. Daarom zijn er acht cervicale somieten en maar
zeven cervicale wervels.
• De notochord verdwijnt en zal de nucleus pulposus vormen.
Segmentatie van de somieten: ‘clock’ en ‘wafefront model’
Somieten ontstaan in het voorste deel van de primitiefstreek en transformeren van
pre-somitisch mesoderm (PSM) naar (epitheliale) somieten tot een post-somitisch
stadium (dermatoom/myotoom/sclerotoom).
somietogenese (volgens het clock and wafefront model) door:
➢ Gradiënten van signaal moleculen (determinatie front)
➢ Oscillerende (expressie van) genen: AAN-UIT regulatie van expressie.
− (wanneer) de segmentatieklok welke verantwoordelijk is voor de segmentatie
van somieten door steeds even aan en uit te staan. Dit komt doordat de
eiwitten hun eigen expressie remmen. De snelheid van oscillatie hangt af van
de afbraaksnelheid van ‘klok’ eiwitten.
ONTHOUD:
• Determinatie front + oscillerende genen aan: begin somiet
• Determinatie front + oscillerende genen uit: einde somiet
De snelheid van de segmentatieklok beïnvloedt de grootte en daarmee het aantal
somieten. Slangen hebben dus een snelle klok, waardoor veel (maar kleine)
somieten worden gevormd doordat het klokeiwit minder stabiel is.
Uitwerkingen geneeskunde 1A1 – Judith Bus 4
Inhoud
Hoorcolleges
➢ Embryologie: ontwikkeling van het bewegingsapparaat
➢ Spiercontractie
➢ Vorm en functie van het bewegingsapparaat: histologie spierweefsel
➢ Anatomie bewegingsapparaat: algemene inleiding
➢ Anatomie hoofd – hals
➢ Embryogenese hoofd – hals
➢ Anatomie bewegingsapparaat: romp en axiaal skelet
➢ Anatomie bewegingsapparaat: extremiteiten
Zelfstudieopdrachten
➢ (On)mogelijkheden van het bewegingsapparaat
➢ Skeletspierweefsel
Vaardigheidsonderwijs
➢ Bewegingsapparaat: spiergroepen en spieren
➢ Bewegingssturing
➢ Histologie spierweefsel
Uitwerkingen geneeskunde 1A1 – Judith Bus 1
,HOORCOLLEGES
Embryologie: ontwikkeling van het bewegingsapparaat
Overzicht
Week 1: blastocyst: embryoblast + trofoblast
Week 2: epiblast + hypoblast (holte)
Week ¾: vanuit de epiblast ontstaan op verschillende plekken verschillende typen
weefsels.
− Hoofdzijde: neurale buis (wordt CZS); neurale lijst (wordt PZS)
− Staartzijde: gastrulatie: aanleg mesoderm.
Week 4: embryo wordt cylindervormig.
Somiet: tijdelijke embryonale structuur, maar deze is wel heel belangrijk.
Vorming en differentiatie somieten:
sclerotomen (skelet, wervelkolom), myotomen (spieren), dermatomen
(onderhuidsweefsel)
• Uit het paraxiaal (evenwijdig) mesoderm zullen uiteindelijk de
skeletspieren, het skelet en de dermis ontstaan.
Uitwerkingen geneeskunde 1A1 – Judith Bus 2
, • Het paraxiaal (presomitisch) mesoderm ligt naast de notochord (daarnaast
int. en lat. mesoderm).
• Vanaf dag 21 (begin week 4) vormen zich somieten uit het paraxiale
mesoderm. Bij de mens worden alle somieten in week 4 na conceptie
aangelegd.
• Segmentatie van de somieten: ‘clock’ en ‘wafefront’ model.
• De voorste somieten die bijdragen aan de hoofd-halsregio ontstaan het eerst.
De rest van de hoofd-hals regio is afkomstig van de kieuwbogen.
ONTHOUD: somiet vorming (vanuit de primitiefstreek) van craniaal naar
caudaal.
→ Somieten splitsen op in sclerotoom, dermatoom en myotoom (en syndetoom
en mingotoom). Sclerotomen en myotomen specialiseren meteen weer in
ventrale, laterale en dorsale delen.
• Differentiatie van de somieten wordt gestuurd door signaalmoleculen uit
omliggende structuren (notochord, neurale buis, ectoderm, lateraal
mesoderm) die hun invloed uitoefenen op transcriptiefactoren.
• Mediaal: sonic hedge hoc voornamelijk. (wordt sclerotoom)
• Dorsaal: bindsignaalmoleculen.
• Lateraal: BMP-4 signaalmoleculen.
• Een deel van de myotoomcellen migreren naar toekomstige ledematen.
DEFINITIE
Myotomen: zijn spiergroepen die worden geïnnerveerd door één zenuw.
Een sclerotoom vormt NIET een wervel: máár een sclerotoom draagt bij aan de
vorming van 2 wervels.
Uitwerkingen geneeskunde 1A1 – Judith Bus 3
, ➢ De somieten weerspiegelen het segmentele bouwplan van het lichaam.
• Ieder segment bestaat uit een wervel, (delen van) spieren, motorische en
sensibele zenuwen.
➢ Dorsale en ventrale myotomen ontwikkelen zich tot verschillende
spiergroepen.
• Spieren ontvangen tijdens de ontwikkeling al sensibele (uit neurale lijst) en
motorische (uit neurale buis) innervatie uit het ruggenmerg en dorsale
ganglia.
➢ Sclerotomen van twee somietparen dragen bij aan de vorming van één
wervel.
• Ze splitsen en fuseren (bovenste deel ene paar verenigt met onderste deel
ander paar) waarbij de zenuwen naar de dermomyotomen tussen de
wervels komen te liggen. Daarom zijn er acht cervicale somieten en maar
zeven cervicale wervels.
• De notochord verdwijnt en zal de nucleus pulposus vormen.
Segmentatie van de somieten: ‘clock’ en ‘wafefront model’
Somieten ontstaan in het voorste deel van de primitiefstreek en transformeren van
pre-somitisch mesoderm (PSM) naar (epitheliale) somieten tot een post-somitisch
stadium (dermatoom/myotoom/sclerotoom).
somietogenese (volgens het clock and wafefront model) door:
➢ Gradiënten van signaal moleculen (determinatie front)
➢ Oscillerende (expressie van) genen: AAN-UIT regulatie van expressie.
− (wanneer) de segmentatieklok welke verantwoordelijk is voor de segmentatie
van somieten door steeds even aan en uit te staan. Dit komt doordat de
eiwitten hun eigen expressie remmen. De snelheid van oscillatie hangt af van
de afbraaksnelheid van ‘klok’ eiwitten.
ONTHOUD:
• Determinatie front + oscillerende genen aan: begin somiet
• Determinatie front + oscillerende genen uit: einde somiet
De snelheid van de segmentatieklok beïnvloedt de grootte en daarmee het aantal
somieten. Slangen hebben dus een snelle klok, waardoor veel (maar kleine)
somieten worden gevormd doordat het klokeiwit minder stabiel is.
Uitwerkingen geneeskunde 1A1 – Judith Bus 4