Hoofdstuk 10 | Bedrijfseconomie Theorie en Praktijk
Investeren = als onderneming deel van het beschikbare vermogen gebruikt om haar
activiteiten te financieren. BV.
- Aanschaffen duurzame productiemiddelen (machines, auto’s)
- Aanschaffen voorraden grondstoffen en handelsgoederen
- Verlenen van krediet aan afnemers (debiteuren)
- Aanhouden van deel van beschikbare vermogen in de vorm van
liquide middelen
Investeren is niet altijd iets aanschaffen.
Zodra een deel van het vermogen voor een bepaald doel wordt
aangewend, is er sprake van een investering.
Liquide middelen = Contant geld en banktegoederen.
Aanhouden van voldoende liquide middelen is voor veel
ondernemingen noodzakelijk om aan de dagelijkste
betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.
Verzameling van duurzame productiemiddelen, voorraden, vorderingen en liquide middelen waarin het
vermogen van een onderneming is geïnvesteerd staat altijd op de balans zijn bezittingen van de
onderneming.
Activa = Bezittingen van de onderneming (investeringen)
Vaste activa:
Gebruikt om werkzaamheden duurzaam te dienen
Gaan langer mee dan één omzetcyclus
Het zijn voorraden werkeenheden die tijdens het productieproces
worden verbruikt
Vlottende activia:
Ontbreekt duurzame karakter
Gaan maar één omzetcyclus mee.
Bijv. grondstoffen. Die worden tijdens het productieproces omgezet in
eindproducten en zijn na afloop volledig verbruikt.
Nadat de eindproducten zijn verkocht en de klant heef betaald, is de
omzetcyclus rond.
Om activiteiten te financieren, moet onderneming vermogen aantrekken.
Vermogen is niet onbeperkt beschikbaar.
Daarom moeten er keuzes worden gemaakt (waaraan het beschikbare vermogen wordt geïnvesteerd).
= investeringsprobleem.
Aan debetzijde staat de investeringsstructuur (welke keuzes een onderneming heeft gemaakt), aangezien hier
de activa staat waarin is geïnvesteerd (de bedrijfsmiddelen).
Financieringsprobleem = probleem heeft betrekking op het maken van een keuze uit de verschillende
mogelijkheden die een onderneming heeft om vermogen aan te trekken.
Aan creditzijde is af te lezen welke keuzes de onderneming heeft gemaakt.
1
Investeren = als onderneming deel van het beschikbare vermogen gebruikt om haar
activiteiten te financieren. BV.
- Aanschaffen duurzame productiemiddelen (machines, auto’s)
- Aanschaffen voorraden grondstoffen en handelsgoederen
- Verlenen van krediet aan afnemers (debiteuren)
- Aanhouden van deel van beschikbare vermogen in de vorm van
liquide middelen
Investeren is niet altijd iets aanschaffen.
Zodra een deel van het vermogen voor een bepaald doel wordt
aangewend, is er sprake van een investering.
Liquide middelen = Contant geld en banktegoederen.
Aanhouden van voldoende liquide middelen is voor veel
ondernemingen noodzakelijk om aan de dagelijkste
betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.
Verzameling van duurzame productiemiddelen, voorraden, vorderingen en liquide middelen waarin het
vermogen van een onderneming is geïnvesteerd staat altijd op de balans zijn bezittingen van de
onderneming.
Activa = Bezittingen van de onderneming (investeringen)
Vaste activa:
Gebruikt om werkzaamheden duurzaam te dienen
Gaan langer mee dan één omzetcyclus
Het zijn voorraden werkeenheden die tijdens het productieproces
worden verbruikt
Vlottende activia:
Ontbreekt duurzame karakter
Gaan maar één omzetcyclus mee.
Bijv. grondstoffen. Die worden tijdens het productieproces omgezet in
eindproducten en zijn na afloop volledig verbruikt.
Nadat de eindproducten zijn verkocht en de klant heef betaald, is de
omzetcyclus rond.
Om activiteiten te financieren, moet onderneming vermogen aantrekken.
Vermogen is niet onbeperkt beschikbaar.
Daarom moeten er keuzes worden gemaakt (waaraan het beschikbare vermogen wordt geïnvesteerd).
= investeringsprobleem.
Aan debetzijde staat de investeringsstructuur (welke keuzes een onderneming heeft gemaakt), aangezien hier
de activa staat waarin is geïnvesteerd (de bedrijfsmiddelen).
Financieringsprobleem = probleem heeft betrekking op het maken van een keuze uit de verschillende
mogelijkheden die een onderneming heeft om vermogen aan te trekken.
Aan creditzijde is af te lezen welke keuzes de onderneming heeft gemaakt.
1